GLOBALE STRUCTUUR VOOR EEN EERLIJKE ECONOMIE
De evenwichtseconomie bevordert een eerlijk globaal economisch systeem.
Effect van globalisering op werkgelegenheid
Licentie: ▶
BLAUWDRUK EERLIJKE GLOBALISERING
Globalisering is een proces waarbij de vervlechting tussen samenlevingen op Aarde toeneemt door de moderne communicatie en de goede transportmiddelen.
De wereld wordt één stad.
En tot de jaren '90 konden velen profiteren van ontwikkelingen elders in de wereld.
Globalisering wordt sinds 1990 bevorderd door unfaire handelsverdragen en omarmd door multinationals en financiële markten.
Zij zijn sindsdien in staat om voordeel te behalen uit globalisering.
Maar grote delen van de wereldbevolking worden benadeeld.
Zoals in de figuur weergegeven neemt in veel delen van de wereld de werklooskheid toe tussen 1990-2002.
In de rijkere landen worden vaak laaggeschoolden getroffen.
Door globalisering wordt het milieu overbelast, ontstaat er een groot verschil tussen rijk en arm,
neemt het populisme toe en wankelt de democratie.
Regionetwerken in de evenwichtseconomie zijn zo georganiseerd dat er tussen regio's intensieve samenwerking plaatsvindt en er sterke sociale banden bestaan.
De regionetwerken bewerkstelligen dat burgers in grote getale contact hebben met burgers uit andere regio's.
Persoonlijke contacten en gemeenschappelijke belangen maken globalisering weer eerlijk.
Zij zijn de voedingsbodem voor een goede omgang met elkaar en met de Aarde...
Vaak wordt globalisering die plaats heeft gevonden vanuit de vrije markt gezien als iets goeds, of in ieder geval als noodzakelijk kwaad
om de welvaart van de wereld als geheel geleidelijk te laten toenemen.
In dit thema wordt toegelicht dat deze vorm van globalisering vooral veel nadelen heeft.
Ook wordt duidelijk gemaakt dat welvaart en welzijn van de wereldbevolking door eerlijke globalisering in de evenwichtseconomie veel soepeler bereikt kan worden.
In het
vorige thema
is toegelicht hoe de evenwichtseconomie georganiseerd is om mondiale samenwerking mogelijk te maken.
De nadruk ligt in het voorafgaande thema op de structuur.
De rode draad in dit thema is hoe menselijk gedrag door deze structuur leidt tot eerlijke globalisering.
De wereldwijde samenwerking wordt namelijk mogelijk gemaakt door persoonlijk contacten.
In paragraaf 2 komt aan bod hoe deze persoonlijke contacten globalisering eerlijker maken.
In paragraaf 3 wordt bekeken of en hoe eerlijke globalisering ontwikkeld kan worden in met name ontwikkelingslanden.
Maar we beginnen met de visie van twee vooraangevende economen op de huidige vorm van globalisering
om een goed beeld te krijgen van de problemen die hiermee gepaard gaan.
Inhoud
1. Globalisering in de vrijemarkteconomie belicht door Dani Rodrik en Joseph Stiglitz ▽1.1. Rodrik: Verband globalisering en populisme in ontwikkelde landen ▿
1.2. Hoe verder, Rodrik versus evenwichtseconomie ▿
1.2.1. Volgens Rodrik is onze toekomst waarschijnlijk 'ugly' ▿
1.2.2. Hoe denkt Rodrik dat we onze toekomst zouden kunnen verbeteren? ▿
1.2.3. Vergelijking plannen Rodrik en de evenwichtseconomie ▿
1.3. Stiglitz: Verband globalisering en achterblijven van niet ontwikkelde landen ▿
1.4. Hoe verder, Stiglitz versus evenwichtseconomie ▿
1.4.1. Hoe wil Stiglitz verbeteringen gaan realiseren? ▿
1.4.2. Welk antwoord heeft de evenwichtseconomie op het achterblijven van niet ontwikkelde landen ▿
2. Eerlijke globalisering in de evenwichtseconomie ▽
2.1. Concurrentie en streven naar eigen belang sluiten eerlijke globalisering uit ▿
2.2. Eerlijke globalisering is gericht op verbinding tussen mensen ▿
2.2.1. Het menselijk gedrag en menselijke drijfveren als uitgangspunt voor een fair economisch systeem ▿
2.2.2. Persoonlijke contacten en gemeenschappelijke belangen stimuleren eerlijke globalisering ▿
2.2.3. Normen en waarden horend bij hechte, goed georganiseerde lokale gemeenschappen zijn het fundament van eerlijke globalisering ▿
3. Eerlijke globalisering op het huidige wereldtoneel ▽
3.1. Ontstaan van eerlijke globalisering ▿
3.2. Onder welke omstandigheden onstaat eerlijke globalisering in (ontwikkelings-)landen ▿
3.2.1. China ▿
3.2.2. Afrika ▿
3.2.3. Azië ▿
3.2.4. Ontwikkelingslanden landen leiden meer door klimaatverandering ▿
3.3. Eerlijke globalisering bevordert de wereldvrede ▿
3.4. Eerlijke globalisering draagt bij aan een leefbare Aarde ▿
3.5. Met een sterke evenwichtseconomie is eerlijke globalisering in de toekomst realistisch ▿
1. Globalisering in de vrijemarkteconomie belicht door Dani Rodrik en Joseph Stiglitz
Rodrik focust hierbij met name op de Verenigde Staten en Europa.
Beide economen worden in het begin van hun carrière niet altijd gehoord. Momenteel worden hun standpunten over globalisering steeds meer geaccepteerd.
1.1. Rodrik: Verband globalisering, ongelijkheid en populisme
Vanuit de economische wetenschap en geschiedenis bekeken is de sterke toename van populisme vanaf 2000 niet verwondelijk volgens Rodrik.
'Door globalisatie -economisch gezien het openen van grenzen voor handel en geldstromen- komt onvermijdelijk een terugslag' zoals hij aantoont in onderstaande lezing.
De rode draad van deze lezing wordt in de tekst hieronder verkort weergegeven.
Dit onrechtvaardigheidsgevoel gaat niet alleen over inkomen en bezit:
- Een kenmerk van globalisatie is namelijk dat wettelijke regels voor arbeid in eigen land omzeilt worden door fabrieken in minder ontwikkelde landen neer te zetten en daar arbeiders onder veel slechtere condities te laten werken.
-
Ook gaan handelsovereenkomsten sinds de jaren 90 niet meer over voordelen van handel voor iedereen.
Het wordt als onrechtvaardig ervaren dat globalisatie leidt tot onrechtvaardig en oneerlijk gedrag van rijken en multinationals. Zij ontduiken belasting (Panama en Paradise papers) en voeren ondoorzichtige onderhandelingen met belastingdiensten om belastingvoordeel te krijgen. Zij bedingen extra voordelen in handelsverdragen (TRIPs, ISDS, restricties op CFMs) en produceren goederen op een niet duurzame manier.
Ook pakken wereldwijde kapitaalstromen meestal nadelig uit voor de derde wereldlanden.
Rodrik zegt dat bovengenoemd sentiment minder speelt in West Europa omdat daar de sociale verzorgingsstaat beter functioneert dan in Amerika. Zijn argument daarvoor is dat in West Europa rechts-populisme (tegen immigratie) belangrijker is en in de VS links-populisme (tegen grootkapitaal, Wallstreet). En links populisme gedijt het best in samenlevingen waarin groepen mensen zich weggezet voelen.
1.2. Hoe verder, Rodrik versus evenwichtseconomie
1.2.1. Volgens Rodrik is onze toekomst waarschijnlijk 'ugly'
Het 'ugly scenario', dat hij het meest waarschijnlijk acht, omschrijft hij alsvolgt:
-
Volgens Rodrik is het waarschijnlijk dat populisme en protectionisme langzamerhand groeit. Hierbij vervagen de normen en waarden die hoorden bij de Westerse democratieën rond 2000. [6]
-
De Westerse democratie wordt ondermeind door groeiende ongelijkheid, de toenemende invloed van kapitaal in de politiek en
een samenleving waarin techniek boven democratie komt te staan.
Onder andere door populisme kan de democratie afglijden naar een situatie waarin de meerderheid beslist en minderheden worden onderdrukt.
De Westerse democratie is een zeer speciale vorm van democratie waarin plaats is voor iedereen.
Er is principieel geen discriminatie van religieuze en ideologische minderheden.
Rodrik gelooft dat er een reëel gevaar dreigt voor deze democratie.
1.2.2. Hoe denkt Rodrik dat we onze toekomst kunnen verbeteren?
Als je vrije handel wil dan moet je ook goede sociale contracten hebben om de verliezers te beschermen. Voor de VS zou dat betekenen:
- Een progressiever belastingstelsel waardoor rijken meer belasting gaan betalen
- Hogere minimum lonen
- De vakbonden nieuw leven inblasen
- Concurrentiebeleid om oneerlijke concurrentie door bijvoorbeeld slechte arbeidsomstandigheden elders tegen te gaan
- Met investeringen een veel vriendelijker werknemersbeleid creëren
-
Infrastucturele investeringen [7]
En daar zit het probleem volgens Rodrik.
Veel democratisch gekozen regeringen in de Westerse wereld zitten op een ander spoor. Zij willen af van sociale contracten.
Rodrik ziet dat veel linkse politieke partijen zelf onderdeel zijn van het probleem. (Maar veel economen overigens ook.) Zij hebben immers ook meegewerkt aan de globalisering zoals die tot nu toe plaats vindt. Ook zij brachten globalisering als een onomkoombaar iets. Links moet zichzelf als het ware opnieuw uitvinden.
Ook de structuur van de maatschappij is veranderd. Er zijn nauwelijks nog arbeiders in fabrieken die gemakkelijk massaal te mobiliseren zijn. Links zou nieuwe groepen moeten aanspreken met de boodschap dat goede sociale contracten ook in hun belang zijn.
Naast deze sociale contracten stelt Rodrik het volgende voor om globalisering evenwichtig te laten verlopen.
-
Bevorderen van een sterke slagvaardige overheid die in staat is om
7.1 eerlijke belastingregels op te stellen en te handhaven,
7.2 regels over bijvoorbeeld financiële instellingen of product veiligheid op te leggen,
7.3 lokale wensen over bijvoorbeeld werkomstandigheden of een gewenste mate van ongelijkheid, te handhaven.
Om meer economische groei te creëren en daarmee de kosten van de sociale contracten te kunnen financieren stelt Rodrik het volgende voor:
8 Publiek durfkapitaal, dat nieuwe hightech bedrijven in publieke handen brengt en voor de staat inkomsten genereert.
9
10
1.2.3. Vergelijking plannen Rodrik en de evenwichtseconomie
Hetgeen Rodrik met zijn voorstellen wil bereiken stemt redelijk overeen met wat de evenwichtseconomie wil bereiken, zoals we nu zullen zien.
De concrete uitwerkingen verschillen echter.
Ook kan de evenwichtseconomie op eigen kracht veranderingen bewerkstelligen,
terwijl Rodrik moet hopen dat de politiek zijn voorstellen oppakt.
De hierboven door Rodrik aangehaalde aandachtspunten en plannen worden nu punt voor punt afgezet tegen de aanpak van de evenwichtseconomie.
Meer gelijkheid en minder invloed van kapitaal en minder invloed van techniek zijn in de evenwichtseconomie een uitvloeisel van de controle over de lokale economie door de lokale bevolking.
Ook polarisatie komt nauwelijks voor binnen de evenwichtseconomie. De evenwichtseconomie heeft namelijk netwerken voor aandacht en begeleiding. Doordat iedereen deel uitmaakt van deze netwerken komt iedereen mensen uit andere sociale klassen en andere opvattigen tegen. Met moet zich tot elkaar verhouden en samen 'common ground' vinden om het geheel op zijn minst werkbaar en bij voorkeur prettig leefbaar te houden. Deze netwerken voor aandacht en begeleiding vormen de goede voorwaarden voor een stabiele democratie.
Binnen de evenwichtseconomie is er geen sprake van concurrentie omdat iedere organisatie zijn eigen vaste klantenkring heeft. Organisaties van de evenwichtseconomie zullen in het algemeen niet hoeven te concurrreren met bedrijven uit de vrije markt. Ten eerste omdat organisaties een vaste klantenkring hebben, maar zeker ook omdat producten uit de evenwichtseconomie na de beginfase zichtbaar goedkoper, en in de volwassenfase aanzienlijk goedkoper zijn dan in de vrijemarkteconomie.
Dit vormt dan ook een basis voor goede arbeidsomstandigheden en eerlijk loon.
Door de evenwichtseconomie wordt ook geïnvesteerd in infrastructuur. Het doel is daarbij uitsluitend dat wegen en andere gemeenschappelijke voorzieningen goed zijn en de economie kunnen ondersteunen. Het stimuleren van de economie is daarbij van ondergeschikt belang.
Rodrik's streven naar een goed economisch systeem wordt in de evenwichtseconomie op een ander manier bereikt. Binnen de evenwichtseconomie worden de geldstromen ingezet om een bloeiende economie on stand te houden. Vanuit een globaler perspectief gezien, zorgt de focus op eerlijkheid en degelijkheid binnen het systeem voor een bloeiende economie.
Ook in de handel met andere regio's heeft een regio democratische zeggenschap over alles wat de economie van de regio beïnvloedt. En handel tussen regio's heeft tot doel het versterken van alle regio's. Hierdoor wordt het gemeenschappelijk belang van regio's gekoesterd en is iedere regio afzonderlijk uiteindelijk beter af.
Doordat de economie in publieke handen is, zijn de door Rodrik voorgestelde maatregelen (7.1 tot en met 7.3) voor het reguleren van de uitwassen van de vrijemarkt overbodig.
In de evenwichtseconomie zijn in principe alle organisaties -eventueel met bijbehorende investeringen- in publieke handen. Doordat organisaties niet gericht zijn op winst heeft de burger direct voordeel bij de aankoop van betere of nieuwe innovatieve producten. De bovengenoemde herverdeling van 'verdiend' geld is daarom in de evenwichtseconomie overbodig.
Het plan van Rodrik heeft als principieel bezwaar dat met name hightech bedrijven die rendement op kapitaal maken armoede en ongelijkheid in de hand werken en de wereld niet uit deze neerwaardse spiraal komt.
Het plan van Rodrik heeft als praktische bezwaar dat democratisch gekozen regeringen dit in de praktijk niet binnen afzienbare tijd zullen invoeren. De kiezer vraagt er niet om. En politieke partijen zijn zo vertrouwd met de gedachte dat de overheid alles moet overlaten aan de vrijemarkt dat publiek durfkapitaal wel erg ver van hun af staat.
Ook is het zeer de vraag of democratisch gekozen regeringen de extra inkomsten wel zullen aanwenden om de slachtoffers van globalisatie te laten delen in de welvaart.
Een basaal onderdeel van de evenwichtseconomie daarentegen is dat alle organisaties in publieke handen zijn. Hierdoor plukt de burger automatisch de vruchten van innovaties in haar organisaties.
Omdat burgers de motor van de groei van de evenwichtseconomie zijn, is deze aanpak in de praktijk uitvoerbaar.
Het verder open stellen van grenzen voor werknemers mag dan wel van voordeel zijn voor de economische groei in de rijkere landen die meer gekwalificeerde werknemers krijgen, maar de armere landen die hun beste werknemers verliezen worden daardoor waarschijnlijk benadeeld.
Zoals ook bij punt 6 aan bod is gekomen is de evenwichtseconomie een economisch systeem waarin economische groei overbodig is. Dus dat hoeft niet persé een argument te zijn voor arbeidsmigratie.
Of het uitwisselen van werknemers gestimuleerd wordt hangt er ook van af of dit op een eerlijke manier plaatsvindt. Doorover wordt gemeenschappelijk besloten, individuele belangen meewegend. Indien bijvoorbeeld een aantal regio's hun grenzen open stellen voor andere werknemers zouden alle betrokken regio's hierbij voordeel moeten hebben. Dat kan bijvoorbeeld doordat iedere regio een eigen specialisatie heeft of krijgt en daarvoor gekwalificeerde werknemers uit andere regio's kan werven.
Het open stellen van grenzen voor werknemers uit andere regio's kan bijvoorbeeld ook afhangen van de wensen en culturele identeit van de bevolking.
Maar mits immigratie voor de betrokken regio's op een faire manier verloopt is er binnen de evenwichtseconomie geen belemmering voor arbeidsmigratie. Sterker nog, omdat werknemers zich flexibel kunnen opstellen zullen zij eerder open staan voor arbeidsmigratie.
In de evenwichtseconomie gelden betere vooruitzichten voor de economieën van ontwikkelingslanden.
De handelsrelatie tussen regio's in ontwikkelingslanden en regio's in rijke landen is namelijk gebaseerd samenwerking en de daarbij horende wederzijdse ondersteuning.
De goede vooruitzichten voor ontwikkelingslanden in de evenwichtseconomie is in het voorafgaande thema al uitvoerig aan bod gekomen. Daar worden onder andere de nadelen van globalisatie afgezet tegen voordelen van eerlijke globalisering, ook voor ontwikkelingslanden.
1.3. Stiglitz: Verband globalisering en achterblijven van niet ontwikkelde landen
Stiglitz ziet in grote lijnen dezelfde onrechtvaardigheden in de rijke landen door globalisatie als Rodrik.
-
Handelsovereenkomsten, patenten, subsidies, unfair handelen en schenden van afspraken van rijke landen
benadelen de armere landen.
In ontwikkelingslanden kunnen de kapitaal krachtige multinationals hun eigen regels dicteren. Rijke landen en hun multinationals drukken hun belangen door zonder dat armere landen daar iets tegenover kunnen stellen. [12]
Zij drukken van lokale producenten en lokale winkels uit de markt, knijpen van werknemers en toeveranciers uit en belasten het milieu. - In landen met waardevolle natuurlijke hulpbronnen is rijkdom niet eerlijk verdeeld en regeert een rijke elite vaak met corruptie, onderdrukking of geweld, geholpen door multinationals en buitenlands kapitaal. Omkoping van ambtenaren door bijvoorbeeld oliemaatschappijen is in veel landen gewoon legaal en mag als kostenpost opgegeven worden bij de belasting.
-
Het aantrekken van kapitaal voor het concurrerend maken van eigen industerie of landbouw is vaak moeilijker in een ontwikkelingsland.
Andere ontwikkelingslanden kunnen daarentegen onverantwoord hoge leningen aangaan, ook als een regerende elite onverstandige keuzes maakt. De resulterende vaak te grote schuldenlast dwingt deze landen verder te bezuinigen op onderwijs, gezondheidszorg, welzijn en investeringen voor economische groei. - De kosten van ontwikkelingslanden voor het aanhouden van hoge reserves -veelal in dollar waarde papieren- om allerlei mogelijke financiële problemen het hoofd te bieden (wisselkoers, rentestand, mislukken oogsten, afzekeren leningen bedrijven), remmen de economische groei aanzienlijk.
1.4. Hoe verder, Stiglitz versus evenwichtseconomie
1.4.1. Hoe wil Stiglitz verbetering gaan realiseren?
-
Hij adviseert ontwikkelde landen niet hun eigen agenda door te drukken
maar, liefst in samenwerkingsverband, te focussen op punten die ontwikkelingslanden vooruit helpen.
Daarnaast zouden zij multinationals moeten stimuleren om zich maatschappelijk verantwoord te gedragen, met name in ontwikkelingslanden. Hierbij horen ook internationale wetgeving en internationale rechtbanken. - In landen rijk aan natuurlijke hulpbronnen heeft de regering primair de moeilijke taak om de bevolking te laten delen in de rijkdom en het binnenstromende geld uitsluitend in te zetten voor het stimuleren van de economie.
- Op financieel gebied is verantwoord lenen de onderliggende gedachte van de voorstellen van Stiglitz. Arme landen moeten hierbij zelf orde op zaken moeten stellen. Zijn gedetailleerde plannen gaan over hervormingen in de financiële systemen van rijke landen, zodanig dat arme landen niet langer verarmen door de effecten van globale kapitaalstromen op hun economieën.
5 De hervormingensvoorstellen van Stiglitz worden niet omgezet in daden:
Hij denkt dat hervormingen op landsniveau zullen moeten plaatsvinden. En dan nog betwijfelt hij of dit ook echt zal gebeuren, zoals in paragraaf 1.2.2. aan bod is gekomen.
Gezien de ontwikkelingen in Amerika -America first, bedrijven en rijken meer voordeel- en in Europa -Brexit, latent aanwezige populisme en onvrede over de politiek- lijkt het niet waarschijnlijk dat landen met elkaar gaan samenwerken om de armere landen vooruit te helpen. Ook de vaak gespannen situatie op het wereldtoneel bevordert dit niet.
1.4.2. Welk antwoord heeft de evenwichtseconomie op het achterblijven van niet ontwikkelde landen
Een regio in de evenwichtseconomie drijft handel met een beperkt aantal regio's elders in de wereld. Om dit eerlijk te laten verlopen zorgen de met elkaar handelende regio's ervoor dat ze evenwicht hebben in de handelsbalans hebben. Dat kan alleen als handelspartners een ongeveer even sterk economisch systeem hebben.
Hierdoor zullen met elkaar handelende regio's ervoor zorgen dat oneerlijkheden in handelsovereenkomsten, oneerlijke patenten en andere onrechtvaardige situaties zoveel mogelijk vermeden en opgeheven worden.
Overigens zijn patenten binnen de evenwichtseconomie vrij voor iedere organisatie, waardoor ook organisaties in ontwikkelingslanden genoeg toegang tot kennis hebben. Organisaties in ontwikkelingslanden kunnen alle binnen de evenwichtseconomie gepanteerde producten dus ook zelf maken.
Verder kent de evenwichtseconomie niet de situatie dat multinationals hun eigen belangen erdoor drukken zonder dat arme landen daar iets tegenover kunnen zetten: De evenwichtseconomie kent namelijk een vorm van democratische economie die ook burgers in ontwikkelingslanden zelf laat beslissen over hun lokale economie.
Maar als een samenleving helemaal doordrongen is van corruptie dan moet er meer gebeuren om dit om te buigen. Verderop wordt toegelicht waarom corruptie in Afrikaanse landen binnen de evenwichtseconomie geen voedingsbodem heeft.
Als bijvoorbeeld de landbouw in een ontwikkelingsland deel uit maakt van de handel tussen regio's dan zal de importerende regio erbij gebaat zijn dat de landbouw duurzaam is. De importerende regio zal de exporterende regio -indien gewenst- ondersteunen bij het aanpassen van de landbouw. Te meer omdat dezelfde producten op de vrijemarkt gemiddeld duurder zijn en niet voldoen aan de wensen van de evenwichtseconomie.
Indien landbouw alleen bedoeld is voor lokale consumptie dan zal deze door de regio zelf gemoderniseerd kunnen worden omdat de sterke lokale economie dit intern voorziet. Tevens draagt de verbinding met andere regio's -in de zogenaamde regio netwerken- dat organisaties uit beide regio's met elkaar samenwerken, ook op het gebied van innovatie. Verder dragen de regio netwerken bij aan een sterk lokaal economisch systeem.
Hierdoor is het aantrekken van vreemd kapitaal -een onderdeel van financiéle globalisatie- in de evenwichtseconomie overbodig.
Verder zullen in de evenwichtseconomie geen onverantwoorde leningen worden toegekend, zeker niet als deze voornamelijk ten goed komen aan een regerende elite. De handel binnen de evenwichtseconomie is namelijk in wezen handel tussen burgers die elkaar vertrouwen en elkaar ondersteunen doordat ze deel uit maken van uitgebreide sociale netwerken. Omdat vertrouwen en eerlijkheid de hoeksteen zijn van deze netwerken zal hulp veel sneller bij de juiste mensen komen.
Regio's zullen zich naar andere regio's waar ze intensief contact mee hebben ondersteunend opstellen als het gaat om zaken als milieu, infrastructuur, onderwijs, welzijn, sociale interactie en een bloeiende economie.
Ook hierdoor zal het aantrekken van vreemd kapitaal overbodig zijn.
De handel in goederen zou wel beïnvloed kunnen worden door een variatie in de wisselkoers tov de munt van het land waarmee gehandeld wordt. De evenwichtseconomie is echter in staat fluctuaties in wisselkoersen deels te compenseren.
Er wordt samengewerkt op alle niveau's:
-
Samenwerken van burgers binnen hun economisch systeem (lokaal maar ook daarbuiten)In het voorbeeld van het mislukken van de oogst krijgt de boer zijn loon toch van zijn organisatie. De klanten van de organisatie houden als belanghebbenden de organisatie draaiende. Zij nemen weliswaar minder af maar betalen meer wat om de boer te compenseren. De Monetaire Organisatie zorgt voor de afstemming.Elders zouden meevallers kunnen zijn waardoor andere producten in prijs verlaagd zouden kunnen worden en de totale uitgaven van de consument gelijk kunnen blijven.
Als de boer weer een goede oogst heeft kan hij op zijn beurt weer een positieve bijdrage leveren aan het economisch systeem. -
Samenwerking tussen regio's ten behoeve van consumentenDe regio streeft ernaar om hinderlijke tekorten bij de eigen consumenten te voorkomen. De regio maakt afspraken met andere regio's om dan bij te springen.
-
Samenwerking tussen regio's ten behoeve van producentenVerschillende regio's die dezelfde landbouwproducten telen kunnen met elkaar afspraken maken over hoe zij er gezamelijk voor gaan zorgen dat zij samen genoeg producten leveren aan hun klanten. Als in één regio de oogst tegenvalt dan springen de andere regio's bij. De door het mislukken van de oogst getroffen boer wordt geholpen, mogelijk ook in financiëel opzicht. Alle betrokken Monetaire Organisties hebben hierbij een rol.
Ook op dit punt zal een ontwikkelingsland beter af zijn in de evenwichtseconomie omdat het oprichten en moderniseren van organisaties niet het gevolg is van kapitaalinjecties. In de evenwichtseconomie worden, als dat nodig is, organisaties vanuit rijkere regio's opgezet met de intentie om elkaar te ondersteunen.
Bij punt 3 is ook toegelicht dat regio's samen beleid maken en zij samen personeel inzetten om elkaars organisaties te moderniseren, zoals dat ook lokaal gebeurt.
De focus ligt op eigen belang. Vanuit dat eigen belang is men vaak wel bereid om samen te werken.
Het klimaat is een goed voorbeeld. Heel lang is het probleem ontkent of was het aan anderen om het op te pakken. Nu realiseert bijna zich iedere regering dat klimaat verandering ook hun hard gaat treffen. Vanuit dat eigen belang is men bereid om afspraken te maken.
2. Eerlijke globalisering in de evenwichtseconomie
'In essentie is een economisch systeem gebaseerd op een aantal regels en afspraken over hoe goederen en diensten gemaakt en verdeeld worden.
Het opvolgen van die regels betekent dat we impliciet normen en waarden aanvaarden over hoe we met elkaar omgaan.'
(Citaat van de INTRO pagina)
In deze paragraaf wordt toegelicht dat de normen en waarden die horen bij samenlevingen die onderdeel uitmaken van de evenwichtseconomie in principe ook leiden
tot eerlijke globalisatie.
2.1. Concurrentie en streven naar eigen belang sluiten eerlijke globalisatie uit
Handelsverdragen en wetten die eerlijke globalisatie zouden kunnen garanderen zullen waarschijnlijk niet worden afgesloten in een vrijemarkteconomie.
Ten eerste wordt in een vrijemarkteconomie handelen uit eigen belang steeds meer
de norm.
Handelsverdragen die regelen dat landen fair met elkaar omgaan zijn daarom niet waarschijnlijk.
Een tweede veel belangrijker punt is dat, ook al zouden veel ondernemingen en regeringen eerlijke handelsverdragen echt ondersteunen, dan nog zou
de wereldwijd opererende consument ook fair moeten handelen. En juist daarvoor ontbreekt de basis in de vrijemarkteconomie.
De vrije wereldhandelsgedachte bevordert dat consumenten overal ter wereld kunnen en zullen kopen.
De consument wordt zo gestimuleert om individualistisch te handelen, ongeacht de consequenties die dat met zich mee brengt.
En wereldwijd zijn er altijd genoeg bedrijven die consumenten verleiden tot dit gedrag met goed
doordachte reclame campagnes.
2.2. Eerlijke globalisatie is gericht op verbinding tussen mensen
We gaan nu bekijken hoe eerlijke globalisering georganiseerd wordt in de evenwichtseconomie.
Daarbij wordt uitgegaan van hoe mensen als individu en als groep functioneren. Dit komt aan bod in de eerste subparagraaf.
In de laatste twee subparagrafen wordt toegelicht
waarom de evenwichtseconomie mensen motiveert om eerlijke globalisatie te omarmen.
2.2.1. Menselijk gedrag en menselijke drijveren als uitgangspunt voor een fair economisch systeem
De volgende drie leidende eigenschappen van het individu en de groep zijn bepalend voor hoe eerlijke globalisering is ingericht.
Maar ook; negatief gedrag is veel makkelijker in beeld te brengen dan positief gedrag. Een foto van een ongeluk of een misdrijf triggert ons meer dan een foto met een positieve boodschap.
Toch blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat mensen zowel sociaal als asociaal gedrag kunnen vertonen.
We gaan ons nu focussen op hoe bovenstaande menselijke eigenschappen ingezet kunnen worden bij het vormgeven van eerljke globalisering.
De missie is een voorbeeld van hoe banden aan gaan met een regio elders in de wereld concreet in zijn werk kan gaan: Wij (Nederland) volgden via de media de verrichtingen van onze militairen. Zij voerden vechtmissies uit, maar kwamen ook in contact met de lokale bevolking. Relatief veel radiozendtijd werd gereseveerd voor reportages en interviews met onze militairen. We volgden de ontwikkelingen op de voet. De TV zenders toonden reportages over het leven van de mensen, het leven met terreur, het politieke klimaat en de economische omstandigheden in Afganistan. Niet lang daarna verschenen opvallend veel Nederlandse boeken waarin Afganistan een thema is.
Nederland leefde mee met de Nederlandse militairen.
Directe effecten van de vuurgevechten en andere activiteiten voor de bevolking van Uruzgan waren voor iedereen zichtbaar. En ook ons eigen belang -het overleven van onze militairen- werd collectief ervaren. Hierdoor was een groot deel van de bevolking betrokken bij de missie en groeide zelfs het draagvlak. Maar zeker niet iedereen stond achter de missie.
De missie zou een groter draagvlak hebben gehad als we een duidelijker eigen belang zouden hebben gehad. Tweerichtingsverkeer in plaats van eenrichtingsverkeer. Voor Nederland zou het brengen van stabiliteit en veiligheid in Uruzgan van groter belang zijn als we daar ook economische en/of culturele banden zouden hebben. Dat zou de insteek vanuit de evenwichtseconomie bij zo'n missie zijn.
Na de missie verdween de aandacht voor Uruzgan in Nederland vrij snel.
Dit geeft aan dat een verbinding tussen regio's alleen in stand kan blijven als er duidelijke interactie en direct zichtbaar effect is.
2.2.2. Persoonlijke contacten en gemeenschappelijke belangen stimuleren eerlijke globalisering
Hoe kun je rekening houdend met het net beschreven menselijk gedrag eerlijke globalisering vormgeven?
Deze vorm van samenwerking vormt ook de basis voor persoonlijke contacten tussen mensen. De bereidheid om echt samen te werken en goede persoonlijke contacten vormen de basis voor eerlijke globalisering, zoals we nu zullen zien.
In samenwerken zit het werkwoord werken. Dat betekent dat men voortdurend met elkaar in overleg is over wat fair is en hoe men elkaar het beste verder kan helpen. Het opbouwen van deze relatie is een langdurig proces waarin alle deelnemers betrokkenheid en toewijding zullen moeten tonen. En daarin zijn de burgers van de verschillende samenlevingen ook betrokken.
De in de vorige paragraaf beschreven militaire missie van Nederland in Uruzgan is een voorbeeld van hoe burgers betrokken kunnen raken.
Door intensieve langdurige samenwerking op persoonlijk, organisatie en regionaal niveau gaan de burgers uit de verschillende regio's een onderlinge verbonden gemeenschap vormen. Begrip en later ook vertrouwen beginnen de boventoon de voeren. Dit vormt een goede basis voor eerlijke globalisering.
Omdat alle consumenten samen de zeggenschap hebben over organisaties bepalen zij wat er in de organisaties gebeurt, ook in de organisaties buiten de eigen regio. Dan gaat het ook over zaken als werknemersbeleid, hoe de organisatie omgaat met het milieu, de bijdrage die de organisatie levert aan de lokale gemmeenschap.
De zeggenschap van consumenten zorgt voor duidelijke interactie en heeft een direct zichtbaar effect. Hierdoor zal er veel media aandacht zijn. Dit bevordert de banden tussen de samenwerkende regio's.
De consument heeft dus invloed op wat er gebeurt in de regio's uit het regio netwerk. En er is aandacht voor wat er gebeurt. Hij zal bij uitoefenen van zijn invloed te werk gaan met dezelfde betrokkenheid en volgens dezelfde constructieve normen en waarden die hij lokaal hanteert.
Ook hierdoor kunnen en zullen mensen en organisaties uit verschillende regio's elkaar fair te benaderen. De juiste voedingsbodem voor eerlijke globalisering.
Doordat mensen uit verschillende regio's elkaar begeleiden en ondersteuning bieden bij de door de ander ervaren problemen, ontstaat meer begrip en vertrouwen. Hierdoor wordt eerlijke globalisering ook vanuit de burgers gedragen.
De betrekkingen tussen de regio's zorgen ervoor dat men met elkaars cultuur in aanraking komt. De contacten tussen de netwerk regio's bevorderen ook verkeer van burgers, voor zover verantwoord milieu gedrag dit toelaat. Dit soort uitwisselingen en contacten zorgen ervoor dat mensen ook privé meer kennissen, vrienden, mogelijk ook partnerrelaties en familie in andere regio's krijgen.
Vanuit deze persoonlijke contacten is er begrip voor elkaars situatie, ook al wonen mensen in andere regio's. Hierdoor zullen mensen hun invloed uitoefenen om de situatie voor mensen in andere regio's optimaal te houden.
2.2.3. Normen en waarden horend bij hechte, goed georganiseerde lokale gemeenschappen zijn het fundament van eerlijke globalisering
In de vorige subparagraaf hebben we gezien dat de structuur van de evenwichtseconomie geschikt is om
mensen in zo'n confortabele positie te brengen dat zij eerlijke globalisering als vanzelfsprekend vormgeven.
Nu kiezen we voor net wat andere invalshoek -normen en waarden- om eerlijke globalisering te omschrijven.
In het voorgaande is aan bod gekomen dat mensen
sociaal en asociaal gedrag
kunnen vertonen.
De omgeving kan
iemands gedrag ten goede beïnvloeden
En de evenwichtseconomie schept condities waardoor mensen zich sociaal zullen gedragen.
We beperken ons nu tot waarom de normen en waarden die deel uit maken van de evenwichtseconomie sociaal gedrag en uiteindelijk eerlijke globalisering bevorderen.
In de evenwichtseconomie wordt een samenleving gecreëerd waarin iedereen zich thuis kan voelen en waarin iedereen zich betrokken voelt. De condites hiervoor zijn elders al aan bod gekomen. Hierdoor wordt sociaal gedrag in de gehele samenleving gestimuleerd, met de daarbij horende normen en waarden.
De waarden en normen horend bij; op elkaar vertrouwen, bereidheid om elkaar altijd te steunen, inzet voor het collectieve belang, worden dus gehanteerd in de wereldwijde economische verbanden. Ook wel te omschrijving als eerlijke globalisatie.
3. Eerlijke globalisering op het huidige wereldtoneel
Eerlijke globalisering zal zich vanuit de Westerse landen verspreiden over de minder welvarende landen in de wereld. In de volgende subparagraaf zullen we zien hoe die verspreiding werkt. In subparagraaf 3.2. wordt besproken welke landen onder welke omstandigheden eerlijke globalisering omarmen.
3.1. Ontstaan van eerlijke globalisering
De exporterende bedrijven in ontwikkelingslanden wordt gevraagd om geleidelijk aan over te gaan naar de organisatie-vorm. Deze nieuwe organisaties staan dan aan de basis van de samenwerking met de importerende regio.
Eerlijke globalisatie kan in ontwikkelingslanden ook beginnen met het oprichten van organisaties door de Westerse evenwichtseconomie. In eerste instantie zullen de betrokken werknemers in het ontwikkelingsland voornamelijk geïnteresseerd zijn in het eerlijk loon dan zij verdienen. Geleidelijk aan zullen de werknemers en de lokale gemeenschap waarin zij wonen de voordelen van de evenwichtseconomie telkens meer gaan waarderen.
Eerlijke globalisering kan pas echt vorm gaan krijgen als de infrastrucutuur van organisaties, inclusief Verbindende Organisatie, al redelijk op orde is. De Westerse Verbindende organisaties zorgen in eerste instantie voor een fair speelveld bij de internationale (economische) contacten tussen het regionetwerk.
Migratiestromen kunnen door opvang in de regio ook leiden tot eerlijke globalisering. Met hulp van de evenwichtseconomie (in het Westen) worden vluchtelingen regionaal opgevangen. In de opvang gebieden worden de vluchtelingen begeleid en ondersteund bij het opzetten van hun eigen lokale evenwichtseconomie. Uiteraard moet daar vanuit de vluchtelingen en het gastland behoefte aan zijn.
Het initiatief voor eerlijke globalisering kan dan ontstaan bij (een deel van) een lokale gemeenschap, eventueel geholpen door rijkere delen van de evenwichtseconomie. Leden van die gemeenschap starten een organisatie. Deze organisatie is geworteld in de lokale gemeenschap en heeft mogelijk ook connecties met de Westerse evenwichtseconomie. Dit heeft veel voordelen voor de betrokkenen in de ontwikkelingslanden.
Als de evenwichtseconomie in een aantal regio's in ontwikkelingslanden zijn nut bewezen heeft, dan zal eerlijke globalisering in andere ontwikkelingslanden kunnen volgen. Dat dit proces in de praktijk stroef kan verlopen, maar zeker ook kans van slagen heeft wordt nu toegelicht.
3.2. Onder welke omstandigheden ontstaat eerlijke globalisering in (ontwikkelings-) landen?
In paragraaf 1. zijn de belemmeringen bij globalisering gezien door de ogen van de economen
Rodrik
en
Stiglitz
uitvoerig besproken.
In de paragraaf is ook duidelijk geworden dat het alternatief van de evenwichtseconomie beter zou uitpakken voor de meerderheid van de wereldbevolking.
In die paragraaf is niet aan de orde gekomen of deze meerderheid wel de mogelijkheid of het animo heeft om deel te nemen aan de evenwichtseconomie.
Er zijn namelijk nogal wat landen waarin het ontstaan van een evenwichtseconomie momenteel hoogst waarschijnlijk onmogelijk is.
Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van corruptie, dictatuur, een cultuur van wantrouwen en geweld, scherpe religieuze tegenstellingen, ongelijke behandeling van bevolkingsgroepen.
We zullen nu van een aantal landen en continenten bespreken welke belemmeringen er zijn.
Ook zal worden besproken waarom deze landen, maar zeker veel armere landen, op termijn toch de behoefte kunnen krijgen om deel te nemen aan de evenwichtseconomie.
Omdat China wil domineren op het wereldtoneel -met name in ontwikkelingslanden- en China's instelling niet strookt met die van de evenwichtseconomie,
zullen we eerst China bespreken.
3.2.1. China
Toch kan dat in de loop van de tijd gaan kenteren.
China heeft namelijk te kampen met een groot aantal problemen die uiteindelijk kunnen leiden tot een heroriëntatie op de te volgen koers.
Om problemen te voorkomen zouden de autoriteiten kunnen verordenen schulden niet af te lossen en/of ze van de balans van banken af te halen. Dat kan lang onopgemerkt blijven.
China komt hierdoor regelmatig in de problemen en kiest ervoor om die problemen op te lossen door nog meer geld te lenen. Er kan een moment komen dat deze strategie niet meer werkt.
In landen waar de bevolking laag ontwikkeld en arm is kunnen autoritaire regimes lang aan de macht blijven. China heeft in haar metropolen echter een hoog opgeleide, welvarende bevolking waarvan de welvaart telkens maar toeneemt. Zij zullen uiteindelijk meer vrijheid willen. Dit zal de verhoudingen niet ten goede komen.
De belofte van telkens groeiende welvaart in ruil voor ongelimiteerde macht zal de regering dan moeilijk kunnen waarmaken.
De Chinese bevolking heeft met name in de metropolen al last van allerlei vormen van zeer ernstige milieuverontreiniging, waaronder smog. Als de effecten van klimaatverandering en de bijbehorende economische neergang zich rond 2040 zich echt gaat voltrekken zal de Chinese bevolking zich nog meer gaan realiseren dat de ingeslagen weg niet goed meer werkt.
Dit inzicht en bijbehorende humanitaire rampen maakt dat China in een transitiefase terecht kan komen. Ontevreden burgers die in beurs getroffen en/of leven in een slecht leefbare omgeving zullen van zich laten horen. Een herorientatie op hoe men de economie en de samenleving wil inrichten zal daarop volgen. Deel uitmaken van de evenwichtseconomie in een of andere vorm behoort dan wel tot de opties.
Dan zal waarschijnlijk blijken dat het systeem veel beter functioneert dan hun eigen staatsgestuurde economie. De Chinese economie legt het dan mondiaal af ten opzichte van de evenwichtseconomie.
Dit kan samen met bovengenoemde bedreigingen het kantelpunt vormen.
3.2.2. Afrika
In Afrikaanse landen kunnen corruptie en/of autoritaire regimes eerlijke globalisering in de weg staan.
In deze paragraaf wordt bekeken waarom de Westerse evenwichtseconomie belang heeft bij eerlijke globalisering.
En hoe de juiste omstandigheden voor eerlijke globalisering in Afrika kunnen ontstaan?
Dit is ook een reden voor de (Europese) evenwichtseconomie om relatief snel economische aktiviteiten in Afrika te op te zetten. De evenwichtseconomie heeft hiervoor genoeg opties.
Ook de economen Rodrik en Stiglitz geven aan dat een groot deel van de bevolking al decenia nauwelijks de vruchten plukt van globalisering.
De kleinere Westerse ondernemers die tegenslagen krijgen in Afrika staan er in principe alleen voor. Een aantal kunnen gebruik maken van netwerken en Westerse financiering. Maar de problemen die zij ter plekke tegenkomen moeten zij meestal zelf oplossen.
Chinese ondernemers daarentegen handelen meer onder de paraplu van de Chinese overheid. De lange termijn doelstelling van China om invloed te krijgen in Afrika zorgt ervoor dat Chinese bedrijven onderdeel uitmaken van een groter geheel. Door de daarbij horende faciliteiten worden hun problemen gemakkelijker overwonnen.
Ook de evenwichtseconomie zal in een Afrikaans land starten met een in Afrikaanse ogen verstandshuwelijk. De evenwichtseconomie vraagt acceptatie van eerlijke globalisering in ruil voor hulp en opbouw in eigen land. Dat dit een goede kans van slagen heeft bewijst de Chinese aanpak.
Kleine corruptie kan nog worden gezien als een manier om een aanvulling op een veel te lage salaris te krijgen. Het is een grijs gebied van dienst en wederdienst. Gezien de vaak armzalige economische omstandigheden van velen is dat begrijpelijk, zeker vanuit Afrikaans perspectief.
Bij grote corruptie worden grotere sommen geld onttrokken uit de economie van het land door een netwerk van ambteneren en/of regeringsfunctionarissen.
Economische betrekkingen in de evenwichtseconomie verhogen wel het welzijn van burgers. Zij zijn namelijk gericht op gelijkwaardigheid en het ondersteunen van elkaars economieën. Hierbij hoort wel een langdurige relatie die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen, transparantie, positieve normen en waarden.
Zo'n relatie begint met zakelijke economische betrekkingen waarbij de economisch sterkere partner erop toe ziet dat de zwakkere niet benadeeld wordt en er echt beter van kan worden. Gaande weg komt telkens meer de nadruk te liggen op gelijkwaardig samenwerken.
Als beide partners ervaren dat hun gemeenschappelijke inspanningen leiden tot gemeenschappelijk voordeel en dus ook tot meer eigen voordeel kan de basis voor eerlijke globalisering gelegd worden.
Zoals hierboven is toegelicht zal de organisatie de lokale bevolking en de lokale werknemers op een zakelijke manier tegemoet treden. Dat dit werkt bewijzen de vele Chinese bedrijven in Afrika. Het verschil is dat de werknemers een eerlijk loon en goede werkomstandigheden krijgen.
In de organisaties is de leiding strak in handen van integere mensen. Rondom deze mensen worden netwerken geplaatst die hen zullen ondersteunen. De netwerken van de evenwichtseconomie gaan langzamerhand aansluiten bij de lokale netwerken. Zij zullen de werkomstandigheden, de lokale leefomstandigheden, opleidingen en andere behoeften van de bevolking op de agenda van de lokale organisaties zetten. Deze agenda maakt deel uit van het actieve democratisch proces dat richtinggevend is voor de lokale organisaties.
Door deze gezamelijke aanpak is er meer kans op succes. De benadering van de evenwichtseconomie lijkt daarbij op de Chinese aanpak; Veel ondersteuning vanuit de thuislanden.
De evenwichtseconomie gaat daarbij nog verder: Alle organisaties in Afrikaanse regio's werken zodanig samen dat zij elkaars problemen gemeenschappelijk kunnen aanpakken. De wereldwijd opererende evenwichtseconomie kan en zal als één geheel samenwerken als er ergens problemen ontstaan.
Hierdoor is het systeem ook in staat om invloed uit te oefenen op regeringsnivo.
3.2.3. Azië
Wordt nog aan gewerkt.
3.2.4. Ontwikkelingslanden leiden meer door klimaat verandering
De landen die de minste broeikasgassen uitstoten zijn vaak de landen die er het meeste last van hebben.
In de toekomst zullen armere landen de gevolgen van klimaatverandering veel sterker gaan ondervinden dan de rijkere landen.
In de huidige wereldorde, waarin landen voornamelijk gericht zijn op hun eigen voordeel, hebben de armere landen weinig steun te verwachten als hun toch al minder rooskleurige toestand in de toekomst nog verder achteruit gaat.
Voor ontwikkelingslanden die op zoek zijn naar ondersteuning is de evenwichtseconomie waarschijnlijk een aantrekkelijk alternatief.
3.2.5. Rusland
Wordt aan gewerkt
3.3. Eerlijke globalisering bevordert wereldvrede
Zoals in paragraaf 2. al uitvoerig aan de orde is gekomen dat de evenwichtseconomie verregaande samenwerking op mondiale schaal bevordert.
Aan de basis van deze samenwerking staan menselijke contacten tussen volkeren uit verschillende regio's in de wereld.
Deze vorm van
samenwerking
is gebaseerd op aandacht voor
het gemeenschappelijke belang en fair handelen
naar de ander toe.
Hierbij horen loyale contacten tussen de mensen uit de verschillende regio's.
Deze manier van omgaan met elkaar
bevordert
dat mensen zich sociaal gedragen.
Dit maakt dat vertrouwen en elkaar ondersteunen de boventoon voeren.
Overtuigingen
karateristiek voor geïsoleerde groepen; wij de goeden en zij de slechten
[4]
hebben bij deze vorm van samenwerking geen voedingsbodem.
Hierdoor valt een belangrijke oorzaak van ernstige conflicten en oorlogen weg.
Ook bevordert eerlijke globalisering vrede omdat slechte economische omstandigheden in de evenwichtseconomie
vrijwel uitgesloten zijn.
In de evenwichtseconomie kunnen burgers namelijk gezamelijk hun lokale economische omstandigheden verbeteren, mochten deze al slecht zijn.
Ook is binnen de samenwerkingsverbanden altijd hulp beschikbaar.
3.4. Eerlijke globalisering draagt bij aan een leefbare Aarde
Eerlijke globalisering is mogelijk de enige manier om wereldwijde milieuproblemen echt op te lossen.
Dit wordt toegelicht aan de hand van het voorbeeld van de massale insectensterfte.
Zoals we zullen zien veroorzaakt het uitsterven van de insecten op Aarde, naar verwachting rond 2100, een sociaal dilemma. (Ook wel
Prisonersdilemma
genoemd.)
Ook lijkt het logisch dat als een land alle maatregelen zou nemen om lokaal de insectensterfte een halt toe te roepen dit niet afdoende is als andere landen niets doen. (Insectensterfte is bijvoorbeeld ook deels een gevolg van klimaatverandering die alleen wereldwijd kan worden aangepakt.)
Het is altijd voordeliger om zelf weinig en/of laat te investeren en anderen voor de kosten te laten opdraaien. (De Nederlandse regering zegt in verband vaak 'niet het braafste jongetje van de klas' te willen zijn.)
Kiezen voor eigenbelang levert vaak op korte termijn het meest op. Maar als alle landen dat doen, is dat schadelijk voor het collectief en lijdt iedereen verlies. Dit sociaal dilemma is van toepassing op de landen die uiteindelijk zullen moeten dealen met de massale insectensterfte.
Voorlopig zullen veel regeringen de problemen wel benoemen maar hervormingen nog voor zich uitschuiven. Uiteindelijk -na tientallen jaren- zal het probleem voor ieder land niet meer te ontkennen zijn en zal de economische schade groot zijn. Pas dan komt het probleem op de agenda en zal waarschijnlijk verdere schade niet meer te voorkomen zijn, net als bij de klimaatproblemen.
Bij eerlijke globalisatie ligt de prioriteit bij het gemeenschappelijk belang, in de wetenschap dit het eigen belang meer dient. Het uitsterven van de insecten wereldwijd is een probleem dat iedereen aangaat en het probleem komt daardoor wereldwijd op de agenda te staan. De overlegstucturen van de evenwichtseconomie zullen ervoor zorgen dat het probleem lokaal en in samenwerkingsverbanden wordt aangepakt. En wel zodanig dat er geen verliezers zijn en de pijn gelijk verdeeld wordt.
3.5. Met een sterke evenwichtseconomie is eerlijke globalisering in de toekomst realistisch
Uit de voorafgaande paragrafen is duidelijk geworden dat eerlijke globalisering staat of valt met een sterke evenwichtseconomie.
Hoe
deze sterke economie ontstaat wordt elders op diverse plaatsen toegelicht en valt buiten de context van deze webpagina.
Binnen deze context wordt ervan uitgegaan dat de evenwichtseconomie uiteindelijk zal uitgroeien tot een sterke wereldeconomie.
In par 1. is toegelicht dat globalisatie in haar huidige vorm grote delen van de bevolking met name in de armere landen nauwelijks welvaart zal brengen.
En omdat de bevolking die niet deelt in de welvaart geen economisch alternatief kent, zijn zij gedwongen om te overleven en te vechten voor hun bestaan.
Op het moment dat er een economisch alternatief in de vorm van de evenwichtseconomie binen handbereik is zal men zich hierop gaan richten.
Hierdoor raakt men meer gefocussed op een vorm van (samen)leven die niet gericht is op concurrentie en overleven,
maar op met elkaar samenwerken.
Die verandering van mindset van overleven naar samenwerken zorgt al
voor een
aanzienlijke verbetering
van de omstandigheden.
Omdat meer mensen met kansen op een beter bestaan binnen de evenwichtseconomie deze met beide handen zullen aangrijpen groeit de evenwichtseconomie in ontwikkelingslanden.
In paragraaf 3.2. hebben we gezien dat in veel landen weerstand tegen deze veranderingen richting democratie en samenwerking bestaat.
Maar ook dat veel van deze landen in de toekomst zo in de problemen kunnen komen dat zij hulp vanuit de evenwichtseconomie graag accepteren.
En op het moment de de evenwichtseconomie bij de economische grootmachten van de wereld hoort is het logisch om er handel mee te drijven.
Hierdoor zullen meer landen geleidelijk aan gaan deelnemen aan de evenwichtseconomie.
Referenties