evenwichts economie
De
Evenwichts­economie

Voor evenwicht in
economie, samenleving en milieu

DEGELIJKE ECONO­MISCHE BASIS

Flexibiliteit
door
zekerheid

1. De werknemer is flexibel

Door lokale productie meer betrokkenheid en meer flexibliteit
De werknemer kan zich flexibel opstellen omdat hij/zij in de lokale economie zowel consument als werknemer is. Hij is als consument en als werknemer betrokken bij de zoveel mogelijk lokaal gemaakte producten. Hij maakt van dichtbij mee wat er gebeurt en zal zich daarom betrokken voelen.
Die betrokkenheid bevordert een flexibele instelling ten aanzien van zijn werk.
Door sociale cohesie stelt de werknemer zich flexibeler op
De werknemer zal zich als onderdeel van een lokale gemeenschap met sociale binding eerder verantwoordelijk voelen voor het geheel. Dit verhoogt de bereidheid om samen de economie te ondersteunen door flexibel te zijn. De bereidheid om zich aan te passen aan veranderde omstandigheden, bijvoorbeeld in de werksfeer, zal groter zijn.
Maar ook mensen die zich minder verantwoordelijk voelen voor hun gemeenschap zullen zich flexibel opstellen. Een lokale gemeenschap die duidelijk uitstraalt dat ze er samen de schouders onder zetten zal namelijk ook minder gemotiveerde burgers door hun groepsdruk beïnvloeden.
Doordat de werknemer goed betaald werk houdt kan hij zich flexibeler opstellen
Flexibiliteit is ook mogelijk omdat 'voor iedereen werk' betekent dat de werknemer niet verkrampt hoeft bezig te zijn met het behouden van werk. Hij is daardoor eerder bereid zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Variatie in werk is veelal aantrekkelijk voor werknemers
Voor veel werknemers zal het ook aantrekkelijk zijn om niet het hele leven werkzaam te hoeven zijn in één vakgebied. Verandering van werkomgeving en/of van vakgebied zal voor mensen die bezig zijn met zelfontplooiing een uitdaging zijn. En juist zelfontplooiing wordt sterk gestimuleerd in de evenwichts­economie.
Afname hoeveelheid arbeid positief voor flexibiliteit
Door bijvoorbeeld innovatie kan in een branche de werkgelegenheid afnemen. De werknemers uit die branche gaan dan naar andere organisaties. Zij kunnen in andere vakgebieden terecht komen. Mogelijk dat de totale hoeveelheid werk wel afneemt, maar doordat iedereen aan het (deeltijd-) werk kan blijven en een eerlijk loon houdt, blijft iedereen welvarend. Men kan zich meer focussen op aandacht en begeleiding van elkaar waardoor indiduën beter in hun vel komen te zitten en de samenleving beter gaat functioneren.

2. Organisaties zijn flexibel

Organisaties hoeven geen strijd aan te gaan om te overleven
Organisaties worden gestuurd door de klant. Omdat de klanten een blijvende band hebben met hun organisaties houden zij deze organisaties ook in stand. Hierdoor kent een organisatie geen struggle for life.
Organisaties kunnen ongehinderd met elkaar samenwerken
Omdat organisaties geen concurrenten van elkaar zijn, kunnen zij zonder belemmeringen samenwerken. Ook met organisaties die elders een vergelijkbaar producten maken.

Organisaties kunnen op basis van beleid of op basis van fluctuaties in de vraag personeel en goederen uitwisselen. Dreigende werkloosheid wordt door alle lokale organisaties samen opgevangen door personeel anders te verdelen over de organisaties.
Organisaties zullen zich organisch aanpassen aan de omstandigheden
Klanten formuleren, in samenspraak met de Verbindende organisatie, hun wensen voor het beleid van hun organisaties. Het geformuleerde beleid kan er ook toe leiden dat organisaties worden opericht, omgevormd, samengevoegd of opgeheven. Hierdoor blijven de organisaties van een gemeenschap zich continu aanpassen aan de omstandigheden.
Werknemers van organisaties zullen de noodzaak van veranderingen goed begrijpen en accepteren
Omdat de werknemers van die organisaties flexibel zijn en zij zelf voor verandering hebben gekozen zullen veranderingen niet op weerstand stuiten binnen de organisatie.
Veranderingen worden ook gefinancierd door de lokale gemeenschap
Organisaties zijn ook flexibeler omdat de lokale gemeenschap, als nodig, ook zorgt voor extra financiele ruimte voor meer activiteiten of innovatie. (De Beheer­organisatie en de Verbindende organisatie begeleiden dit proces)

3. Meer gelijkheid in de evenwichts­economie leidt tot meer flexibiliteit

Bij het thema Minder ongelijkheid vormt een degelijke economische basis is aan bod gekomen dat er in de evenwichts­economie geen grote ongelijkheid tussen mensen is.

Dit leidt er ook toe dat iedereen gelijke kansen heeft zoals we nu zullen zien.

De onderzoekers Kate Pickett and Richard Wilkinson hebben de invloed van inkomensongelijkheid op sociale mobiliteit en op onderwijs onderzocht. [1]

De resultaten die in onderstaande grafieken zijn weergegeven tonen aan dat meer inkomensgelijkheid een positieve invloed op sociale mobiliteit en onderwijs heeft. Mensen aan de onderkant van de samenleving kunnen gemakkelijker functies gaan vervullen die in eerste instantie niet binnen hun bereik liggen. Ook scoren mensen in een egalitaire samenleving beter op onderwijs. In een egalitaire samenleving heeft iedereen dus meer mogenlijkheden om zich te ontplooien.
Dit zal bijdragen aan een arbeidsmarkt die flexibeler is. Zeker omdat er veel minder gemarginaliseerde bevolkingsgroepen zijn die alleen inzetbaar zijn aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

Referenties

TED talk How economic inequality harms societies
[1] De context van het onderzoek wordt door Richard Wilkinson toegelicht in de TED talk How economic inequality harms societies