SAMENWERKING,
de ruggengraat van de evenwichtseconomie.
Dit thema 'Samenwerken' vorm de basis voor veel andere thema's. We zullen nu gaan zien dat samenwerken in allerlei opzichten veel beter is dan concurreren. In dit thema wordt de grote lijn -het hoe en waarom- van samenwerking besproken. Bij de verschillende andere thema's worden telkens andere aspecten van deze samenwerking in detail besproken.
Inhoud
1. Waarom in de evenwichtseconomie samenwerken prioriteit heeft ▽1.1. Noodzaak tot samenwerken in economisch historisch perspectief ▿
1.2. Samenwerken leidt tot een veel beter economisch en sociaal systeem ▿
1.2.1. Handelen uit eigen belang pakt steeds vaker slechter uit dan samenwerken ▿
1.2.2. Samenwerking vermindert negatieve sentimenten en bijbehorende ondermeinende individuele keuzes ▿
1.2.3. Dus: Samenwerken met aandacht voor de ander en aandacht voor het collectief belang ▿
1.3. Wat samenwerken in evenwichtseconomie betekent... ▿
1.4. Kunnen grote groepen mensen wel samenwerken? / Kan een economie gebaseerd zijn op samenwerking? ▿
1.5. Het Rijnlands model is voorloper van het samenwerkings model van de evenwichtseconomie ▿
2. Hoe samenwerking in de evenwichtseconomie werkt ▽
2.1. Samenwerking tussen burgers ▿
2.2. Organisaties zijn optimaal toegerust voor samenwerking ▿
2.3. Modiale samenwerking ▿
3. Samenwerken & Innovatie ▽
3.1. Zijn innovaties in de vrijemarkteconomie wel zinvol? ▿
3.1.1. Innovaties in de vrije markt zijn minder zinvol omdat ze niet gericht zijn op het algemeen belang ▿
3.1.2. Vrije markt zeker niet optimaal voor succesvolle innovaties ▿
3.2. Innovaties in de evenwichtseconomie zijn effectief en grondig ▿
3.3. Samenwerking brengt grootschalige innovatie en een breed productaanbod ▿
3.4. Innovatie binnen de evenwichtseconomie in de praktijk ▿
3.4.1. Initiatieven tot innovatie ▿
3.4.2. Inspraak en financiering ▿
3.4.3. Risico's en voordelen ▿
3.4.4. Ontwikkelen van innovaties ▿
3.4.5. Intellectueel eigendom ▿
1. Waarom in de evenwichtseconomie samenwerken prioriteit heeft
In deze paragraaf wordt toegelicht waarom verregaande samenwerking voor de economie en de maatschappij veel beter is dan concurrentie en waaraan deze verregaande samenwerking in de evenwichtseconomie in grote lijnen moet voldoen.
1.1. Noodzaak tot samenwerken in economisch historisch perspectief
Zijn 'laissez faire' gedachtengoed wordt nu nog breed gedragen. Toch zijn er in de 21ste eeuw geen economische argumenten meer voor deze zienswijze. Hieronder zullen we gaan zien dat het hierop gebaseerde economisch systeem -de vrije markteconomie- verre van optimaal functioneeert voor de maatschappij als geheel.
Ten tijde van Smith zagen economen mensen in de economie als individuen die onafhankelijk van elkaar handelen. Dat was in die tijd ook een redelijke aanname omdat de economieën, het milieu en de samenleving nog relatief weinig beperkingen stelden aan het menselijk handelen.
De economische modellen gebaseerd op het gedachtengoed van Nash tonen aan dat indivduele keuzes lang niet altijd een optimale situatie oplevert voor de groep. Deze kernboodschap wordt hieronder verder uitgewerkt.
Het verschil is dat er in de geïdealiseerde versie rekening gehouden wordt met 'what best is for the group'. In de vrije markteconomie echter kiest de consument uiteraard altijd voor 'best for himself'.
Toch komt het geïdealiseerde beeld uit "A Beautiful Mind" al dicht bij de praktijk in de evenwichtseconomie. De praktijk in de evenwichtseconomie is dat niet ieder individu voor zichzelf een afweging maakt, maar men 'gemeenschappelijk' bespreekt wat het beste is voor de gemeenschap en daarnaar handelt.
Deze klassieke vorm van het Prisoner's dilemma kan in een bredere context van economie, maatschappij en politiek worden geplaatst. Dit is eerder al uitgebreid aan de orde gekomen. We beperken ons nu tot de klassieke economische context:
- Als jij bekent en hij zwijgt dan krijg hij 15 jaar en jij bent vrij.
- Als jij bekent en hij bekent ook dan krijgen jullie allebei 10 jaar.
- Als jullie allebei zwijgen dan krijgen jullie allebei 1 jaar voor wapenbezit.
Nash maakt veel gebruik van het weergeven van dit soort informatie in tabelvorm.
Aantal jaren cel bij zwijgen / bekennen |
Ik | ||
---|---|---|---|
zwijg | beken | ||
De ander | zwijgt | 1 jaar │ 1 jaar | 15 jaar │ vrij |
bekent | vrij │ 15 jaar | 10 jaar │ 10 jaar |
Wat kan een verdachte het beste doen, wat is de beste strategie?
Samenwerken, dwz zwijgen? Of puur eigen belang nastreven, dwz bekennen?
(In de bovenstaande matrix zijn de optimale strategieën onderstreept.)
Het is voor elk van de verdachten beter om te bekennen. Want als de ander zwijgt dan heeft bekennen voordeel, immers de verdachte komt vrij in plaats van 1 jaar gevangenis. Maar ook als de ander bekent dan heeft bekennen een voordeel. De verdachte krijgt 10 jaar in plaats van 15 jaar gevangenis.
Omdat het voor beide verdachten het gunstigst is om te bekennen, krijgen ze beiden 10 jaar.
Kijkend naar het resultaat dan zouden ze gemeenschappelijk beter af zijn als ze zouden samenwerken en allebei zouden zwijgen. In dat geval krijgen ze allebei namelijk maar 1 jaar, zoals te zien is in de tabel. Het Prisoner's dilemma toont dus aan dat samenwerken voor de twee verdachten veel beter is dan te gaan voor hun eigen belang.
Vergelijkbare dilemma's waarin samenwerking eigenlijk veel beter is, komen in het leven van alledag vaak voor.
We hebben de keuze tussen openbaar vervoer, fiets of de auto. We gaan uit van een woon-werk reistijd met de auto zonder verkeershinder van 30 minuten. Als iedereen regelmatig de auto neemt zal de reistijd tengevolge van extra drukte oplopen tot zo'n 40 minuten. Kiest iedereen heel vaak voor de auto dan ontstaan er files en zal de reistijd oplopen tot zo'n 60 minuten. De reis met openbaarvervoer of fiets duurt meestal wat langer dan een autorit zonder verkeershinder. Hiervoor gaan we uit van zo'n 50 minuten.
Kiezen we nauwelijks voor de auto dan sparen we het milieu, anders niet.
Dit leidt tot onderstaande tabel.
Effect op reistijd ⏰ en milieu 🐝 bij keuze voor auto of ander vervoer |
Ik kies voor | ||
---|---|---|---|
ander vervoer | auto | ||
Anderen kiezen |
nauwelijks de auto | ⏰ 50 min │ 50 min 🐝 goed |
⏰ 50 min │ 30 min 🐝 goed |
regelmatig de auto | ⏰ 40 min │ 50 min 🐝 slecht |
⏰ 40 min │ 40 min 🐝 slecht |
|
heel vaak de auto | ⏰ 60 min │ 50 min 🐝 slechtst |
⏰ 60 min │ 60 min 🐝 slechtst |
Ten tijde van Adam Smith was het idee dat mensen handelen uit puur eigen belang, ongeacht wat anderen doen. Als mensen in dit voorbeeld zouden handelen zonder rekening te hoeven houden met anderen dan zou men massaal voor de auto kiezen. Dat zou betekenen dat er files zouden ontstaan en de reistijd zou oplopen tot zo'n 60 minuten. De situatie rechts onder in de bovenstaande matrix.
Dat zie je in de praktijk niet vaak gebeuren. Mensen passen hun gedrag dus aan aan het gedrag van anderen, het gedachtengoed van John Nash. Zij zullen vaker de auto mijden. De onderste rij 'heel vaak de auto' is dus niet van toepassing. De middelste rij 'regelmatig de auto' is van toepassing.
Dat dit slecht is voor het milieu zal voor een automobilist geen argument zijn.
De samenleving als geheel zou echter beter af zijn als er nauwelijks voor de auto gekozen zou worden. Immers vanuit de samenleving gezien weegt 10 minuten extra reistijd nauwelijks op tegen een slechte conditie van het milieu. (extra doden tgv fijnstof, extra CO2 uitstoot) Dit is dus een Prisoner's dilemma; Kiezen voor eigen belang levert het meest op, maar als iedereen dat doet dan is dat schadelijk voor iedereen.
In de evenwichtseconomie staat het algemeen belang voorop. De voorkeur gaat dan ook uit naar het nauwelijks auto gebruik, de situatie links boven in de matrix.
Als men in de evenwichtseconomie gemeenschappelijk tot de conclusie komt dat een goed milieu belangrijk is en de maatschappij zo ingericht kan worden dat de auto overbodig is dan zijn mensen hiertoe bereid.
Men is bereidwillig omdat de economie en de samenleving helemaal doordrongen zijn van dit soort samenwerking, zoals we verderop zullen zien.
1.2. Samenwerken leidt tot een veel beter economisch en sociaal systeem
Om aan te tonen dat samenwerken een optimaal economisch systeem oplevert wordt eerst toegelicht waarom het tegenovergestelde,
handelen in eigen belang, dat niet doet.
Daarna wordt ingegaan op waarom welke vorm van samenwerken wel een optimaal economisch system oplevert.
1.2.1. Handelen uit eigen belang pakt steeds vaker slechter uit dan samenwerken
Het (economisch) spel samen spelen zo dat gemeenschappelijke doelen bereikt worden is altijd beter dan een competatieve insteek om er zelf beter van te worden. Oftewel samenwerken is beter dan concureren.
Het Prisoner's dilemma dat hierboven is geillustreerd vormt een rode draad bij veel van deze onderzoeken.
Beeldend uitgedrukt: Vroeger was de aarde voor ons mensen een grote koelkast waaruit iedereen zo veel als hij maar wilde kon pakken. De koelkast vulde vanzelf weer bij. Nu zijn we met zovelen dat de koelkast zich niet goed meer kan bijvullen. Als mensen in hun streven naar eigen voordeel teveel nemen, worden anderen in hun bestaan bedreigt. Er is overleg en samenwerking nodig over de verdeling van de inhoud van de koelkast.
Een voorbeeld
Bij een niet verzadigde markt loont het voor verschillende winkelketens die dezelfde producten verkopen om meer reclame te maken. Immers iedere winkelketen kan een grotere groep klanten bereiken. (geen Prisoner's dilemma)
Bij een verzadigde markt loont het niet als de winkelketens allemaal reclame gaan maken. Immers er zijn niet meer klanten en de koek blijft redelijk gelijk verdeeld. (Neem aan dat producten en reclames vergelijkbaar zijn.)
In de praktijk begint één winkelketen altijd met (mogelijk bescheiden) reclame. Daarna moeten de anderen volgen. Iedere winkelketen heeft meer reclamekosten en krijgt niet meer klanten. De klant zal uiteindelijk de reclamekosten moeten betalen. Iedereen is dus slechter af, het Prisoner's dilemma.
Sentimenten als wantrouwen, angst of agressie kunnen een belangrijke rol spelen.
Een voorbeeld
Het individuele gedrag van burgers leidt tot een situatie die verre van optimaal is voor de gemeenschap, het kenmerk van een Prisoner's dilemma. Meer wapens leiden niet tot een oplossing, dat erkennen veel voorstanders ook wel.
'Doen wat het beste voor het geheel is' betekent dat mensen de samenleving schade kunnen berokkenen al worden opgevangen voordat zij daadwerkelijk schade kunnen aanrichten. En potentieel schadelijke technische middelen komen niet als handelswaar bij individuele burgers terecht omdat dat niet in het algemeen belang is.
1.2.2. Samenwerking vermindert negatieve sentimenten en bijbehorende ondermeinende individuele keuzes
In vele samenlevingen zijn negatieve sentimenten. Zij zijn veelal een gevolg van de problemen die samenhangen met de vrije markteconomie. We zullen nu zien dat negatieve sentimenten in de samenleving werken op ons brein. Toegelicht wordt dat deze veranderingen in onze hersenen leiden tot meer Prisoner's dilemma's en de samenleving als geheel slechter af is.
Deze overlevingsmodus zorgt ervoor dat we minder goed in staat zijn om deel te nemen aan de samenleving en aan het economisch proces. Dit wordt in een breder verband toegelicht in onderstaande video 'Compassie als oplossing volgens George Monbiot'
"Laten we onszelf als mens weer opnieuw uitvinden door onze positieve gevoelens en onze hartelijkheid voor anderen te herontdekken. En daarmee een andere samenleving op te bouwen, niet op basis van competitie en zucht naar gewin maar uitgaande van gemeenschapsgevoel en onze sociale vermogens."
Olga Klimecki onderbouwt de beweringen die zij in bovenstaande video maakt gedetailleerd in de volgende presentatie van haar wetenschappelijk onderzoek:
Een presentatie van haar wetenschappelijk onderzoek over dit onderwerp.
Negatieve sentimenten in samenlevingen veroorzaken daarom extra Prisoner's dilemma's.
Compassie, oftewel begaan zijn met anderen op een liefdevolle manier, krijgt meer zin als er ook concreet iets mee gedaan wordt. In 'Compassie als oplossing' zie je hoe mensen met compassie in een Italiaans dorp vluchtelingen niet alleen opvangen maar ook met hen samenwerken.
Compassie en samenwerking om het beste uit iedereen te halen zijn twee kanten van dezelfde madaille. Compassie leidt tot samenwerking en omgekeerd.
Compassie en samenwerking om elkaar te versterken betekent dat mensen niet in de overlevingsmodus hoeven te zitten. Zij kunnen en zullen keuzes maken die in het belang van de samenwerking zijn. Die samenwerking betekent veel minder Prisoner's dilemma's.
1.2.3. Dus: Samenwerken met aandacht voor de ander en aandacht voor het collectief belang
Bovenstaande paragrafen 1.2.1. en 1.2.2. maken duidelijk dat samenwerken de enigste manier is om een solide economisch systeem te creëren.
Echter in beide paragrafen worden andere aspecten van samenwerken naar voren gehaald.
In paragraaf 1.2.1. wordt samenwerken benaderd vanuit economisch perspectief.
Samenwerking wordt hier gebruikt in de betekenis van het gecoördineerd handelen in collectief belang.
De economische wetenschap kan wel bepalen wat het collectief belang is.
Maar zij geeft niet aan hoe je iedereen zo ver kunt krijgen om te handelen in dit collectief belang.
In paragraaf 1.2.2. wordt samenwerken benaderd vanuit sociaal neurologisch perspectief.
Samenwerken betekent in deze context handelen vanuit compassie, vanuit de oprechte wil elkaar te ondersteunen en zo samen een beter leven te kunnen leiden.
Het in de filmpjes toegelicht wetenschappelijk onderzoek toont aan dat mensen in staat zijn tot dit gedrag.
Toch wordt het niet duidelijk hoe onze maatschappij zich zo kan ontwikkelen dat mensen in hun dagelijks leven meer vanuit compassie gaan leven.
Wel is duidelijk dat beide interpretaties elkaar zullen versterken.
Deze samenwerkingsvormen gecombineerd leiden tot een solide economisch systeem én een samenleving waarin iedereen zich prettig kan voelen.
In
paragraaf 1.3.
en
1.4.
wordt toegelicht hoe in de evenwichtseconomie de omstandigheden zijn geschapen voor samenwerking vanuit fairness, compassie en met oog voor het collectief.
1.3. Wat samenwerken in de evenwichtseconomie betekent...
gecoördineerd handelen in collectief belang en verantwoordelijkheid nemen voor de ander vormen de hoofdbestanddelen voor samenwerking binnen de evenwichtseconomie:
Een deelnemer doet dit in de wetenschap dat het handelen in collectief belang hem uiteindelijk meer voordeel zal opleveren. En wetende dat het huidige vrijheidsideaal -ultime vrijheid om alles te kunnen doen en te kunnen kopen- uiteindelijk voor het overgrote deel van de bevolking leidt tot onvrijheid.
Samenwerking in de evenwichtseconomie betekent dat een hele gemeenschap afspraken met elkaar maakt waarbij het gemeenschappelijk belang voorop staat, zonder dat het individu tekort gedaan wordt. Dit in tegenstelling tot samenwerken in de vijemarkteconomie waarbij iemand alleen meedoet als hij/zij er zelf beter van wordt.
Als gemeenschap kom je tot één aanpak die optimaal is voor het geheel. Voor veel problemen wordt van burgers verwacht dat zij actief meedenken en meewerken aan de gezamenlijk ingeslagen weg. Bij complexe problemen wordt besluitvorming in principe overgelaten aan diegenen die zich daarin willen verdiepen en het vermogen hebben om zich daarin te kunnen verdiepen. De anderen aanvaarden in principe hun beslissingen. Het is niet in ieders belang als er Twitter-achtige scheldkanonnades komen van mensen die bewust niet hebben deelgenomen aan het proces.
Samenwerken betekent dan ook dat iedereen oog heeft voor het geheel én voor iedereen afzonderlijk. Men verdiept zich in wat het beste is voor de ander en handelt ernaar.
Dit 'Verantwoordelijkheid nemen voor de ander' kan op onderstaande manieren verwoord worden.
Zowel Fairness als compassie zijn begrippen die belangrijk zijn in de evenwichtseconomie.
Mensen kunnen handelen volgens het fairness-principe en vanuit compassie als ze in de juiste omstandigheden geplaatst worden. De evenwichtseconomie creëert de omstandigheden waarin mensen gestimuleerd worden om deze manier van omgaan met elkaar te ontwikkelen.
De evenwichtseconomie is zo gestructureerd dat samenwerking op globaal niveau hetzelfde verloopt als samenwerken tussen mensen die in dezelfde gemeenschap wonen.
Als burgers andere burgers elders in de wereld echt fair behandelen ontstaat een stabiele wereld waarin wantrouwen, onrecht en de daarmee gepaard gaande oorlogen en migratiestromen onwaarschijnlijker zijn.
1.4. Kunnen grote groepen mensen wel samenwerken? / Kan een economie gebaseerd zijn op samenwerking?
De bovenbeschreven samenwerking in en tussen grote groepen van mensen roept de vraag op of mensen hiertoe wel in staat zijn of hiertoe bereid zijn.
De 'ultieme indivuele vrijheid' wordt immers ingeruild tegen 'actief onderdeel zijn van een gemeenschap'.
Ieder economisch systeem kent structuren of regels met de daaraan gekoppelde normen en waarden. We gaan nu bekijken op welke manier egoïsme of samenwerking wordt versterkt door de mens te plaatsen in een andere economische structuur.
Omdat iedereen streeft naar dit maximale eigen voordeel zijn we in feite allemaal elkaars concurrenten. Hierdoor kunnen we steeds minder verbinding met elkaar maken. Toch hebben we die verbinding hard nodig.
Professor Verhaeghe onderbouwt dat onze maatschappij daardoor veel ongezonder is dan zo'n 25 jaar geleden.
Dit toont aan dat de aanpak van de evenwichtseconomie zinvol is: In de evenwichtseconomie worden mensen in een omgeving geplaatst waarin sociaal gedrag gestimuleerd wordt. Hierdoor zullen zij zich ook daadwerkelijk socialer gaan gedragen.
Komisch is het experiment met apen dat aantoont dat primaten (waartoe de mens ook behoort) feilloos aanvoelen wat sociaal en wat asociaal is, zonder dat zij daar een conceptuele context voor hebben. (op 52 minuten)
Dat heeft uiteraard ook zijn invloed op de samenleving als geheel: Als leidinggevende functies bezet worden door mensen die meer egoïstisch, onbeleefd en respectoos handelen dan levert dat wrijving, verzet en woede op in de samenleving. De samenleving als geheel wordt daardoor harder en egoïstischer. (zie ook paragraaf 1.2.2.)
De vele aspecten van de evenwichtseconomie stimuleert mensen met zeer uiteenlopende motieven om deel te nemen aan de evenwichtseconomie. Deelname betekent intensief samenwerken en dat gaat niet vanzelf.
We zullen nu zien hoe de evenwichtseconomie intensieve samenwerking tussen grote groepen mensen stimuleert.
Sociaal gedrag wordt gestimuleerd in een samenleving waarin mensen zich veilig, geborgen, gewaardeerd en gezien voelen. En in een samenleving waarin mensen zichzelf -ook in sociaal opzicht- kunnen ontwikkelen.
Zo'n samenleving moet de economische kracht en de sociale structuren hebben om dit mogelijk te maken.
Een aantal hiervoor relevante omstandigheden en structuren van de evenwichtseconomie worden nu besproken. De rode draad is hoe zij bijdragen aan een samenleving waarin samenwerken vanzelfsprekend is:
-
Stabiel economisch systeemEen economisch systeem zonder crises, dat aan alle burgers een goede stabiele financiële basis biedt, is een belangrijke voorwaarde voor sociaal gedrag van burgers.
Omdat het economisch systeem er voor de burgers is (en niet andersom) kunnen burgers weer 'masters of their own destiny' zijn. En deze onafhankelijkheid stelt burgers in staat weer verantwoordelijkheid te nemen voor hun omgeving.
Dit vormt een basis voor samenwerking, maar er is meer voor nodig: -
De lokale economie wordt gemeenschappelijk gestuurd en vormgegevenIn de evenwichtseconomie bepalen de burgers gemeenschappelijk hoe hun economisch systeem eruit ziet. Zij maken zelf, met elkaar, een bloeiende economie. Burgers hebben de middelen en de ondersteuning om gemeenschappelijk hun economisch systeem te sturen. Zij bepalen hoe goed de economie draait en niet externe factoren.
Deze economische structuur stimuleert de mensen die onderdeel willen uitmaken van de evenwichtseconomie om samen te werken. -
Relatief weinig kapitaal- en inkomensongelijkheidIn de evenwichtseconomie zijn de verschillen in vermogen en inkomen relatief klein. Wetenschappelijk onderzoek toont duidelijk aan dat samenlevingen met weinig ongelijkheid samenlevingen zijn waarin men elkaar vertrouwt en waarin het welbevinden van burgers verbetert. Deze samenlevingen worden gekenmerkt door weinig maatschappelijke tegenstellingen en conflicten.
Een goede basis voor samenwerking. -
Zinvol werk voor iedereenWerk en met name zinvol werk geeft mensen kansen om zich te ontwikkelen en gebruik te maken van hun vaardigheden. Het bevordert een klimaat waarin mensen zich gewaardeerd voelen en vanuit die waardering ook verantwoordelijkheid gaan nemen voor het geheel.
Een stevige basis voor samenwerking. -
Iedereen wordt gestimuleerd zich breed -ook op sociaal vlak- te ontwikkelenDoordat iedere deelnemer aan de evenwichtseconomie gestimuleerd wordt om zich op allerlei terreinen te ontplooien worden mensen zich meer en meer bewust van wat eigenlijk essentieel is in hun leven.
Hierdoor ontwikkelen we ook meer compassie voor alles en iedereen om ons heen. We zijn dan meer in staat om echt met elkaar samen te werken.
Daarbij zal ook het besef ontstaan dat mensen in essentie ook sociale wezens zijn en gaan wij ons meer richten op het collectieve belang. -
Iedereen maakt deel uit van goede sociale netwerkenDe structuur van de evenwichtseconomie is zo dat iedereen automatisch deel uit maakt van een gedegen sociaal netwerk. Juist mensen die van nature sociaal wat minder sterk zijn, worden goed ingebed in deze netwerken.
Deze sociale netwerken zijn zo opgezet dat zij de beoogde brede samenwerking op gang brengen en levend houden. -
Eerlijke economische betrekkingen op wereldschaalDe globale economische structuur -globalisering in de vrije markteconomie- is in de evenwichtseconomie ook gebaseerd op samenwerking. Deze globale samenwerking gaat gepaard met wederzijds vertrouwen, fairness en aandacht voor het collectieve belang.
Deze globale economische structuur komt aan de orde in paragraaf 2.3..
Omdat ook in de economische betrekkingen op wereldschaal samenwerking de basis is, is samenwerking in de evenwichtseconomie een vanzelfsprekend (economisch) gedrag.
Natuurlijk maakt competitie ook deel uit van de evenwichtseconomie. Maar er is dan bijvoorbeeld sprake van competitie tussen twee afdelingen van eenzelfde organisatie die eenzelfde product op een andere manier gaan ontwikkelen. Dan gaat het bij beide teams, omdat zij onderdeel zijn van dezelfde organisatie, nog om hetzelfde doel, namelijk een product ontwikkelen waar de consument baat bij heeft. De activiteiten zijn uiteindelijk gericht op het verbeteren van de samenleving als geheel. En niet op het onderuit halen van de andere partij.
Dat is wat anders dan dat twee bedrijven die eenzelfde product maken, proberen een groter marktaandeel te krijgen ten koste van de ander.
Veelal zijn die bedrijven niet bezig met een zo goed mogelijk product voor de consument. Zij beogen expansie ten koste van de ander. Hierbij heeft de samenleving geen baat, zoals al toegelicht in paragraaf 1.2. De samenleving verliest hierbij alleen maar.
1.5. Het Rijnlands model is voorloper van het samenwerkingsmodel van de evenwichtseconomie
De vrijemarkteconomie kan globaal in ingedeeld worden in twee vormen:
Het Rijnlands model en het Anglo-Amerikaanse model. Dit laatste wordt ook wel het Neoliberalisme genoemd.
Het Neoliberalistische model is van oorsprong een Brits en Noord-Amerikaanse manier van opereren in de vrije markt. Hierin staat het streven van bedrijven en individuen naar maximaal eigen voordeel centraal. Zij hechten daarbij nauwelijks waarde aan het algemeen belang. [28]
Zoals hierboven uitgebreid is toegelicht pakt het Neoliberale model uiteindelijk slecht uit voor de economie en de samenleving als geheel. In zekere zin is het samenwerkingsmodel van de evenwichtseconomie een terugkeer naar het Rijnlandse model dat zich moeilijk kan handhaven in de vrije markt.
Voor het sociale individu zal dit gedrag vanzelfsprekend zijn.
Het wat meer op eigen voordeel gerichte individu doet dit in de wetenschap dat het handelen in collectief belang hem uiteindelijk meer voordeel zal opleveren. En wetende dat asociaal gedrag zal worden opgemerkt en zal leiden tot aanzienlijk minder voordeel vanuit het collectieve. Een daarop volgende (gedeeltelijke) terugval naar de vrije markt is aanzienlijk minder aantrekkelijk dan het relatief kleine individuele voordeel.
2. Hoe samenwerking in de evenwichtseconomie werkt
In deze paragraaf worden de eerste contouren geschetst van hoe samenwerking in de evenwichtseconomie georganiseerd is. Omdat samenwerking zo'n groot onderdeel uitmaakt van de evenwichtseconomie worden de verschillende manieren waarop wordt samengewerkt in detail besproken bij de vele andere thema's van de evenwichtseconomie. Een aantal details zijn te vinden via de links in de tekst.
2.1. Samenwerking tussen burgers
Omdat niemand krijgt waarvoor hij/zij in het stemhokje gestemd had is er een steeds groter wordende kloof tussen kiezer en politiek.
Het economisch systeem -met name de organisaties- faciliteert en stimuleert deze actieve democratie.
Door de deelname aan de evenwichtseconomie verandert ook de houding van de burger. Doordat deelnemers aan de evenwichtseconomie als consument anders denken en zij de verantwoordelijkheid voor hun samenleving kunnen en willen nemen zijn zij bereid om gemeenschappelijk te anticiperen op economische, maatschappelijke en milieuproblemen.
2.2. Organisaties zijn optimaal toegerust voor samenwerking
En omdat alle organisaties ten dienste staan aan de lokale gemeenschap is het logisch dat organisaties samenwerken om de lokale gemeenschap zo goed mogelijk van dienst te zijn.
Organisaties kunnen samenwerken op eigen initiatief. Ook kan de Verbindende Organisatie, die organisaties actief stuurt, samenwerking tussen organisaties initiëren en begeleiden.
De samenwerking kan bijvoorbeeld bestaan uit het uitwisselen van personeel voor extra werkzaamheden of bij behoefte aan meer expertise. Samen kan men grote projecten opzetten die de daadkracht van de afzonderlijke organisaties overstijgen. Maar ook kan worden samengewerkt bij het gemeenschappelijk benaderen van burgers/klanten om de lokale economie actief vorm te geven.
Bij het vormgeven van de lokale economie zullen technische maar vooral ook sociale innovatie plaatsvinden. Hierbij werken organisaties vaak samen.
Door de vaste relaties tussen burgers en hun lokale organisaties zullen burgers in principe op een vanzelfsprekende wijze verbonden zijn bij de lokale organisaties. De eerder hierboven aangehaalde actieve democratie, waar zij onderdeel van uitmaken, maakt dat deze verbondenheid ook resulteert in actieve samenwerking tussen burgers en organisaties.
Organisaties zijn geheel afhankelijk van de lokale gemeenschap:
Ten eerste vormt de lokale gemeenschap hun vaste klantenkring. Organisaties hebben geen klanten buiten de lokale gemeenschap.
Daarnaast bepaalt de lokale gemeenschap op hoofdlijnen de gang van zaken in hun organisaties.
Ook zijn de werknemers van een organisatie afkomstig uit de lokale gemeenschap. Zij werken er vanuit het collectieve belang en omdat zij er zelf gekozen hebben.
Door deze afhankelijkheid hebben organisaties er alle belang bij om intensief samen te werken met de lokale gemeenschap.
2.3. Mondiale samenwerking
In het voorafgaande kan het beeld zijn ontstaan dat samenwerking voornamelijk plaatsvindt tussen mensen die in één gemeenschap bij elkaar wonen. Mensen uit regio's die ver van elkaar liggen zullen ook op eenzelfde manier samenwerken. Hoe deze samenwerking is vormgegeven wordt nu globaal toegelicht.
Dat kan alleen als mensen in een situatie zitten waarin samenwerking gestimuleerd wordt en waarin samenwerking vanzelfsprekend is.
Voor echte samenwerking is het van belang dat
3. Samenwerken & Innovatie
Samenwerken binnen de evenwichtseconomie zorgt ervoor dat veranderingen in de economie en de maatschappij anders verlopen.
Samenwerking veroorzaakt daarom ander wetenschappelijk onderzoek en andersoortige innovaties.
Hoe dit werkt wordt nu toegelicht.
Met innovatie wordt in dit verband niet bedoeld de ontwikkeling van een nog betere waterscooter als hebbedingetje voor de meer welgestelden.
We hebben het in deze context over innovaties waarmee het milieu, de samenleving en de economie, nu en in de toekomst gediend zijn.
Het wetenschappijk onderzoek waar we het in deze paragraaf over hebben
is het wetenschappelijk onderzoek dat snel tot praktisch toepasbare resultaten moet leiden.
Het type onderzoek dat het voorstadium van een innovatie zou kunnen zijn.
3.1. Zijn innovaties in de vrijemarkteconomie wel zinvol?
3.1.1. Innovaties in de vrije markt zijn minder zinvol omdat ze niet gericht zijn op het algemeen belang
In het submenu
WAAROM EEN NIEUWE ECONOMIE?
zijn onze financiële, economische, maatschappelijke en milieuproblemen toegelicht.
Zouden innovaties een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van deze problemen?
Gelukte (technische) innovaties binnen de vrije­markteconomie leveren producten op waarvoor een klant wil betalen. Voor problemen die grote delen van de economie en/of samenleving en/of het milieu treffen hoeven innovaties 'waar de klant voor wil betalen' niet de beste oplossing te zijn.
In de vrije markt is dit echter de meest gebruikelijke manier om problemen aan te pakken.
We zullen nu zien dat innovaties binnen de evenwichtseconomie zo plaatsvinden dat onze grote problemen fundamenteler kunnen worden aangepakt.
3.1.2. Vrije markt zeker niet optimaal voor succesvolle innovaties
Nogal wat economen en politici beweren dat de vrijemarkteconomie is onmisbaar voor het aanjagen van innovaties.
We zullen nu gaan zien dat de vrijemarkteconomie helemaal niet zo productief werkt
als het gaat om innoveren en de vruchten daarvan ten goede laten komen aan de samenleving.
In de video De Slimme Staat wordt toegelicht waarom de samenleving veel meer zou moeten terugkrijgen van de winsten die innovatieve bedrijven maken.
Deze bedrijven hebben hun producten alleen kunnen ontwikkelen omdat de staat alle voorafgaande wetenschappelijke onderzoek heeft gefinancieerd.
Zonder die investering zou het voor bedrijven totaal niet interessant of onmogelijk zijn om hun producten op de markt te brengen.
We denken dat nieuwe technologie wordt ontwikkeld door hippe bedrijven als Google en Apple. Maar is dat wel zo?, Tegenlicht 15 oktober 2015
Gebaseerd op het onderzoek van de Italiaans-Amerikaanse econoom Mariana Mazzucato.
Decenia lang zagen industie en multinationals er niets in. Totdat rond 2015-2020 de AI algoritmen zo praktisch toepasbaar waren dat ze opgepakt werden door commerciële bedrijven. Daaraan is dus zo'n 60 jaar aan (Westers) wetenschappelijk onderzoek vooraf gegaan. Wetenschappelijk onderzoek dat (samen met ander wetenschappelijk onderzoek dat niet heeft geleid tot een vergelijkbaar spectaculair resultaat) is betaald door de belastingbetaler. Deze belastingbetaler moet jammer genoeg weer betalen voor het commerciële gebruik ervan.
Ook jammer dat de Westerse maatschappijen met de vrijemarkteconomie onvoldoende in staat zullen zijn de voordelen hiervan naar zich toe te trekken. Dat kan bijvoorbeeld wel met het systeem van staatskapitialisme van China, dat haar economisch systeem volledig gaat bouwen op AI. In het staatskapitialisme van China worden alle relevante individuele bedrijven vanuit de communistische partij aangestuurd.
En uiteindelijk zullen de mogelijke innovaties die nog voortkomen uit de vrijemarkteconomie nadat de wereldeconomie ergens na 2040 langdurig in zwaar weer terecht komt, niet meer leiden tot een weg omhoog.
3.2. Innovaties in de evenwichtseconomie zijn effectief en grondig
In deze paragraaf wordt toegelicht waarom samenwerking volgens het model van de evenwichtseconomie naast bestaande innovatie heel andere vormen van innovatie mogelijk maakt. Om dat duidelijk te maken wordt innovatie in de vrijemakteconomie vergeleken met innovatie in de evenwichtseconomie.
Zij geeft aan dat we deze problemen anders moeten gaan benaderen.
De benadering van innovatie als een vernieuwing die geen nieuwe complicaties veroorzaakt in onze economie, onze samenleving en ons milieu lijkt het meest voor de hand liggend. We gaan nu bekijken hoe deze innovaties tot stand zouden kunnen komen.
En ook consumenten in de vrije markt kijken eerst naar wat het hun zelf oplevert. Hetzelfde geldt voor andere afnemers van innovatieve producten in de vrije markt.
De primaire focus op het gemeenschappelijk belang ontbreekt daardoor. Nash leert ons dat het collectief hierdoor uiteindelijk slechter af is.
Mensen zullen daarom binnen de evenwichtseconomie samenwerken aan innovaties die de economie én de samenleving én het milieu gezamenlijk tot hun recht laten komen.
En omdat in dit overleg niet de kostprijs centraal staat maar 'voor welke manier van leven kiezen we' zullen er heel andere innovaties plaatsvinden.
Die innovaties zullen zelden gericht zijn op meer welvaart, maar bijna altijd op meer welzijn.
De aandacht zal niet meer uitgaan naar meer producten. De aandacht zal uitgaan naar hoe iedereen zijn leven wil leiden, rekening houdend met anderen en het milieu.
3.3. Samenwerking brengt grootschalige innovatie en een breed productaanbod
Laten we als voorbeeld de tot ieders verbeelding sprekende autoindustrie nemen.
En juist dat kan optimaal in de evenwichtseconomie. Zowel de autofabrikant als de toeleveranciers hebben in de evenwichtseconomie maar één belang en dat is hun klanten, de autokopers, zo goed mogelijk te bedienen. Doordat zij geen commerciële belangen hebben kunnen zij zich volledig focussen op een goed eindproduct en op verregaande samenwerking om dit goede eindprodct te maken. Deze duidelijke focus zorgt ervoor dat alle energie naar innovatie gaat.
Een ander aspect is dat zowel de autofabrikant als de toeleverancier wereldwijd kunnen samenwerken met alle organisaties die actief in hun branche zijn. Ook kunnen organisaties ervoor kiezen om hun onderzoek en innovatie-activiteiten (deels) onder te brengen in één centrale organisatie. Hierdoor is er veel meer potentie voor innnovatie. Én iedere organisatie kan de innovaties van anderen gebruiken.
Dit vereist flexibilitiet van de fabrikant en zijn toeleveranciers. Ook zal het in productie hebben van veel modellen een bepaalde schaalgrootte vereisen. Omdat de flexibilisering van productieprocessen alsmaar zal toenemen wordt een dergelijke benadering telkens reeeler.
Het is echter aan de samenleving om te bepalen hoeveel variatie van het productaanbod passend is. De samenleving zelf geeft aan welk aanbod van auto's past binnen de manier waarop men wil consumeren. Want flexibilisering is in de evenwichtseconomie geen doel op zich maar een manier om de samenleving meer welzijn te brengen.
3.4. Innovatie binnen de evenwichtseconomie in de praktijk
3.4.1. Initiatieven tot innovatie
De
Verbindende Organisatie
is de centrale organisatie van de evenwichtseconomie.
Zij heeft onder andere als taak mensen te stimuleren om mee te denken en mee te beslissen.
De centrale vraag daarbij is hoe de samenleving met haar eigen economie, maatschappij en haar milieu wil omgaan.
Vanuit de behoefte aan verandering zal vaak de vraag naar nieuwe producten, nieuwe manieren van organiseren van de economie,
nieuwe manieren om met elkaar om te gaan, enzovoorts ontstaan. Om die behoefte te vervullen is vaak innovatie nodig.
De Verbindende Organisatie
weet dus wat er in de samenleving leeft en kan op basis daarvan innovaties gaan inventariseren.
Burgers of Organisaties zullen ook zelf met innovatie-activiteiten komen.
Zij kunnen zelf of met hulp van de Verbindende Organisatie zoeken naar draagvlak in de samenleving.
De Verbindende Organisatie zal de ontwikkeling van innovaties begeleiden die passen binnen de behoefte van de samenleving.
Ook kan zij innovaties die nog in de kinderschoenen staan ondersteunen, in de verwachting dat ze wellicht in de toekomst nuttig kunnen zijn.
3.4.2. Inspraak en financiering
Omdat de gehele samenleving gebaat is bij innovatieve ontwikkelingen is het logisch dat de samenleving deze via haar organisaties financiert.
Iedere organisatie gebruikt een deel van haar
budget voor innovatie en/of onderzoek.
Ook kan er financiering komen vanuit de Beheer Organisatie.
De
Monetaire Organisatie
maakt een financiëel overzicht van alle innovaties en de risico's ervan.
Zij brengt afgewogen adviezen uit aan de lokale gemeenschap.
De lokale gemeenschap financieert dus innovatie via haar organisaties en heeft via haar organisaties ook inspraak in hoe het geld besteed wordt.
3.4.3. Risico's en voordelen
Innovaties financieren betekent ook het risico nemen dat de innovatie uiteindelijk geen bruikbaar product of dienst oplevert.
Alle mislukkingen en alle successen bij elkaar genomen zullen de investeringen uiteindelijk goed uitpakken,
mits er goed nagedacht is over het geheel aan investeringen. Dit is de taak van de Monetaire organisatie.
In de evenwichtseconomie is het niet zo dat het geïnvesteerd kapitaal een financieel rendement moet opleveren, zoals dat in de vrije markteconomie wel het geval is.
De innovaties die geleid hebben tot succesvolle producten of diensten in de evenwichtseconomie worden
zijn veel goedkoper dan in de vrije markteconomie omdat er geen investeerders zijn die én de ontwikkelingskosten én een hoog rendement willen ontvangen.
Hierdoor is de kostprijs van die producten en diensten aanzienlijk lager dan in de vrijemarkteconomie.
3.4.4. Ontwikkelen van innovaties
Onderzoek kan worden gedaan in speciaal daarvoor opgerichte organisaties of in bestaande organisaties.
Als het een innovatie betreft die door een individu of een groep van mensen gedaan is in de privésfeer
dan kan de Verbindende organisatie een organisatie rond hen oprichten of ze in een bestaande organisatie plaatsen.
Behalve de formele structuur voor innovatie die door de evenwichtseconomie gevormd wordt, is hoe samenwerking en innovatie wordt vormgegeven belangrijk bij het succes ervan.
In onderstaande presentatie wordt toegelicht hoe het proces van samenwerking en innovatie succesvol kan worden begeleid.
3.4.5. Intellectueel eigendom
Ook voor intellectueel eigendom of patent of een geleverde bijdrage aan een innovatie geldt dat het collectieve belang voorop staat.
Indien een patent gebruikt wordt om er maximaal financiëel rendement mee te behalen dan wordt er gehandeld volgens het principe van de vrije markt. Daarmee verlaat de patenthouder de evenwichtseconomie.
De samenleving laat aan uitvinders en onderzoekers uit haar midden echter zeker haar waardering blijken: De Verbindende Organisatie overlegt met de uitvinder of onderzoeker over waarde van de vinding voor de samenleving en hoe hij/zij beloond wil worden. Net zoals bij de inspanningen van alle burgers/werknemers hoort daarbij een materiële en een immatriële vergoeding die recht doet aan het nut van hun inzet voor de samenleving.
Er kan binnen de evenwichtseconomie gewerkt worden met patentering: Vindingen binnen de evenwichtseconomie worden niet ter beschikking gesteld aan bedrijven in de vrije markt als dat het collectieve belang schaadt.
Referenties en noten