LOKALE STRUCTUUR VOOR EEN EERLIJKE ECONOMIE
Onderlinge werkverdeling
Metselaar, fotograaf: dedljiv ▶
Zakenvrouw, bron: Pixabay ▶
Poetsvrouw, bron: Pixabay ▶
Dokter, bron: Pixabay ▶
Kok, bron: Pixabay ▶
Bezorger, bron: Flickr ▶
Bezorger, fotograaf: Richard Masoner ▶
WERKVERDELING
De kern van de evenwichtseconomie is de manier waarop werk verdeeld wordt.
Binnen een groep mensen worden alle producten gemaakt die de groep nodig heeft, waarbij ieder zijn eigen specialisme heeft.
Prijzen en lonen zijn onderling zo met elkaar afgesproken dat het uitruilen van producten goed verloopt.
Hoeveel iemand werkt hangt af zijn eigen wensen en de wensen van de groep.
De evenwichtseconomie draait goed als de mensen tevreden zijn met hun producten en hun werk.
Als hun behoeften veranderen en zij aanpassingen verantwoord achten, wordt overlegd hoe hun economie wordt bijgesteld.
Lonen en prijzen worden zo bijgesteld dat aan ieders behoefte zoveel mogelijk wordt voldaan.
Lees meer over de praktische invulling...
De keuze voor de evenwichtseconomie betekent een
keuze voor het gemeenschappelijk belang
-samenwerking- in de wetenschap dat dit op termijn
meer voordeel oplevert
dan de keuze voor het korte termijn eigen belang.
In dit thema wordt een belangrijk aspect van deze samenwerking toegelicht.
Een belangrijk aspect van samenwerking is het maken van afspraken over hoe mensen producten en diensten voor elkaar gaan maken.
In dit thema wordt gefocust op lokale samenwerking en lokale werkverdeling.
Wereldwijde samenwerking wordt in een volgende thema
eerlijke globalisering
besproken.
Dit thema gaat over hoe de mensen uit een
lokale gemeenschap
in onderling overleg werk verdelen om
de producten en diensten te maken waar men behoefte aan heeft.
Inhoud
1. Structuur voor economische samenwerking ▽2. Werknemers en organisaties gemotiveerd ▽
3. Opbouwend consumentengedrag ▽
3.1. Consument groeit vanzelf naar een duurzaam bestedingspatroon ▿
3.2. Toezicht op afspraken over consumptiebestedingen consument ▿
4. Flexibele en veelzijdige economie ▽
4.1. Breed scala aan producten en diensten ▿
4.2. Inpassen extra (werkloze) deelnemers / asielzoekers ▿
1. Structuur voor economische samenwerking
Zo simpel als het boven wordt voorgesteld, is het organiseren van werk rondom de behoeften van mensen natuurlijk niet. Daarom heeft de evenwichtseconomie een goed georganiseerde structuur voor het maken van een werkverdeling met bijbehorende loon- en prijsafspraken, maar vooral ook voor het activeren van burgers bij dit proces.
Dat afstemmen wordt begeleid door de Verbindende organisatie met op de achtergrond de Monetaire organisatie en de Beheer organisatie. Deze organisaties worden gevormd door mensen uit de lokale gemeenschap. De Verbindende organisatie heeft de regie en begeleidt het afstemmingsproces. De Monetaire organisatie ziet erop toe dat er evenwichtige prijs- en loonafspraken gemaakt worden. De Beheer organisatie beheert alle geldstromen in de economie en zet de geldstromen zo in dat het economisch systeem voortdurend bloeiend blijft.
De behoeften binnen de gemeenschap kunnen zodanig zijn dat er maar één organisatie is die hierop hoeft te anticiperen. Het is ook mogelijk dat een aantal organisaties samen gaat reorganiseren om te komen tot producten die beter aansluiten op de wensen. Ook kunnen nieuwe organisaties ontstaan om te anticiperen op nieuwe behoeften.
Alleen zo kan de productie van de organisaties op de behoeften van de lokale gemeenschap afgestemd worden. De Verbindende organisatie stimuleert samen met andere organisaties een actieve instelling van de burger om te komen tot een goede besluitvorming.
De Monetaire organisatie past lonen en prijzen zo aan dat burgers met hun loon de (nieuwe) producten tegen de afgesproken hoeveelheden kunnen kopen. Omdat de Monetaire organisatie, zoals alle andere organisaties in de evenwichtseconomie, wordt bestuurd door de lokale gemeenschap worden besluiten in het belang van de gehele gemeenschap genomen.
Lonen en prijzen worden dus in principe pas vastgesteld nadat de werkverdeling is gemaakt. Door deze manier van werken zijn de financiële aspecten ondergeschikt aan wat leeft in de lokale gemeenschap. De burger staat centraal.
2. Werknemers en organisaties gemotiveerd
De in de bovenstaande paragraaf beschreven structuur werkt alleen goed als de betrokken mensen en organisaties
geen belemmeringen ervaren en actief meedoen bij het maken van een werkverdeling.
De structuur van de evenwichtseconomie biedt ook hierbij houvast.
Bij
Flexibele organisaties en arbeidsmarkt
is al uitgebreid aan de orde gekomen dat werknemers gemotiveerd blijven door factoren als:
- alle productie in eigen omgeving;
- sociale cohesie;
- blijvend goed betaald werk;
- variatie in werk en werkomgeving.
Ook organisaties zijn gemotiveerd door:
- geen noodzaak om te overleven, volop ondersteuning door onderlinge samenwerking;
- iedereen in de organisatie is onderdeel van de gemeenschap en begrijpt daarom de noodzaak voor aanpassing en veranderingen;
- aanpassing en veranderingen worden waar nodig gefinancierd door de lokale gemeenschap.
3. Opbouwend consumentengedrag
In paragraaf 1. is de structuur geschetst die de lokale gemeenschap in staat stelt om in consensus afspraken te maken over welke
producten en diensten gemaakt worden.
Essentieel is daarbij dat men deze producten en diensten ook daadwerkelijk gaat afnemen op de manier zoals is afgesproken.
De lokale gemeenschap kan wel vanuit een breder perspectief zaken afspreken, maar de individuele burger zou in zijn rol als consument andere afwegingen kunnen maken.
Dat dit in de praktijk geen wrijving zal opleveren, wordt nu toegelicht.
3.1. Consument groeit vanzelf naar een duurzaam bestedingspatroon
De motivatie bij consumenten voor duurzame consumptie wordt versterkt door de structuur van de evenwichtseconomie, hetgeen nu vanuit twee invalshoeken belicht wordt.
De consument verandert zijn gedrag onder andere door:
- afwezigheid van reclameprikkels;
- inspraak bij de producten die hij koopt;
- deel uit te maken van een duurzame gemeenschap met bijbehorend gedachtengoed.
Gedragsverandering vindt ook plaats doordat de consument leeft in een welvarende gemeenschap die soepel draait. De instelling van 'ik wil zo goedkoop mogelijk en wel nu meteen' hoort bij de vrijemarkteconomie. De consument heeft ervaren dat handelen in het collectief belang veel beter voor hem uitpakt.
Dit mechanisme zorgt ervoor dat er geen aversie ontstaat door van boven opgelegde eisen. In plaats daarvan krijgt de consument de kans om in zijn eigen tempo de voordelen van de evenwichtseconomie te ontdekken.
3.2. Toezicht op afspraken over consumptiebestedingen consument
Er zullen altijd consumenten zijn die proberen om toch wat meer voordeel te krijgen dan eigenlijk fair is. Hierop moet gecorrigeerd worden, wil de economie soepel blijven draaien. We zullen nu zien hoe dat gaat.
Ook kunnen er afspraken gemaakt zijn met de Beheerorganisatie over het beheren van inkomsten. Omdat hiermee in principe geen fraude kan worden gepleegd is uitgebreide controle overbodig.
4. Flexibele en veelzijdige economie
4.1. Breed scala aan producten en diensten
In paragraaf 1. is toegelicht dat de evenwichtseconomie een structuur heeft waardoor de behoeften van een lokale gemeenschap
en de mogelijkheden van de gemeenschap om in die behoeften te voorzien op elkaar worden afgestemd.
De behoeften van een gemeenschap kunnen veelzijdig zijn: eerlijk werk, duurzame producten, harmonieuze leefomgeving, ontplooingsmogelijkheden,
goede voorzieningen, voorzieningen om met elkaar in contact te blijven, cultuur als amusement, cultuur als onderdeel van de eigen identiteit,
vrede en veiligheid in eigen en andere werelddelen,
uitzicht op een goede toekomst, langetermijnoplossingen voor milieuproblemen.
Door afstemmen van behoeften en mogelijkheden kunnen er veel meer wegen bewandeld
dan met het vraag- en aanbodmechanisme van de vrijemarkteconomie mogelijk is:
De gemeenschap maakt een afweging tussen eigen behoeften en eigen mogenlijkheden en dan kan iedereen aan de slag.
En wel zonder dat het economische systeem tegenwerkt, zoals dat wel het geval is bij de vrijemarkteconomie.
4.2. Inpassen extra (werkloze) deelnemers / asielzoekers
In de vrijemarkteconomie is het werk zo verdeeld dat niet iedereen aan de bak komt.
Bedrijven willen maximale winst maken en houden de loonkosten het liefst zo laag mogelijk. Zij hebben niet tot doel om werkloze mensen te betrekken bij het arbeidsproces.
Dit principe geldt niet voor de evenwichtseconomie waarin het opnemen van extra deelnemers geen negatief effect heeft op de organisaties.
Indien een lokale gemeenschap in de evenwichtseconomie een gering aantal mensen opneemt, wordt weer de vraag gesteld:
'Wat hebben we met z'n allen nodig en en hoe verdelen we het werk om te zorgen dat we in onze behoeften voorzien?'.
We hebben in paragraaf 1. gezien hoe dit georganiseerd is.
Om dit toe te lichten, doen we het volgende gedachtenexperiment. Stel: de evenwichtseconomie heeft een kern van 100.000 deelnemers en er komen 100.000 deelnemers bij. De oude kern is in evenwicht, men heeft genoeg aan elkaar. De nieuwe deelnemers zouden een nieuwe kern kunnen gaan vormen waarin weer evenwicht ontstaat. Gaan we een stapje verder, dan zouden beide kernen ook een grote kern kunnen vormen die ook weer in evenwicht is.
In de praktijk zullen nieuwe deelnemers alleen kunnen werken als ze de beschikking hebben over productiemiddelen (machines, gebouwen, etc.). Deze productiemiddelen zullen eerst gemaakt moeten worden. In de evenwichtseconomie is echter genoeg overcapaciteit - alléén een reeële economie leidt tot parttime functies - om nieuwkomers te helpen met het maken van nieuwe productiemiddelen. Hetzelfde zou gezegd kunnen worden over bijvoorbeeld opleiding en sociale vaardigheden.
Natuurlijk is het welvaartsniveau dat bereikt kan worden afhankelijk van de mogelijkheden van de nieuwkomers: werkmotivatie, opleiding, integratie en andere factoren zijn bepalend voor het te bereiken welvaartsniveau. De nieuwe kern van de evenwichtseconomie biedt in principe alle voorzieningen -organisaties dragen bijvoorbeeld ook zorg voor opleiding van hun werknemers- om hierin als gemeenschap te groeien.
Dit is ook een manier om grote stromen asielzoekers in de regio op te vangen. Zij kunnen een eigen kern van de evenwichtseconomie oprichten, met ondersteuning en begeleiding van een lokale gemeenschap uit een ander deel van de wereld.