BIJ VOORKEUR LOKALE BANDEN
Over een nieuwe economie
Fotograaf: Susan Lambeck ▶
Licentie: © copyright Lambeck ▶
ZO LOKAAL MOGELIJK
Zo lokaal mogelijk houdt in dat een klant zijn producten en diensten dichtbij huis koopt en dat organisaties een lokale klantenkring hebben.
Een bakkerij kan met een relatief kleine klantenkring al goed draaien.
De klanten zouden op loopafstand kunnen wonen.
Een autofabrikant heeft een lokale afzetmarkt ter grote van Duitsland nodig.
In de evenwichtseconomie wordt gewerkt met lokale banden omdat dit de basis is voor harmonieuze samenlevingen en goed functionerende organisaties:
Vanzelfsprekend floreren kleinere organisaties bij het vertrouwen van hun lokale klanten.
Uit onderzoek blijkt echter ook dat grote organisaties met een sterke lokale basis beter functioneren.
In de evenwichtseconomie is het uitgangspunt voor de economie en voor de samenleving dat alles 'zo lokaal mogelijk' gebeurt.
Dat zorgt ervoor dat de economie en de samenleving beter functioneren dan in de globaal georiënteerde economie van de vrije markt.
Dit wordt pas duidelijk als meer aspecten van de evenwichtseconomie aan bod zijn gekomen.
Het bespreken daarvan valt daarom niet binnen deze context.
In paragraaf 4 wordt wel een tipje van de sluier opgelicht.
'Zo lokaal mogelijk' houdt in dat organisaties een gepaste omvang en een relatief kleine afstand tot hun klantenkring hebben. Zie pararaaf 1 en 2.
'Zo lokaal mogelijk' schept de condities voor lokale gemeenschappen waarin mensen saamhorigheid ervaren, zoals toegelicht in paragraaf 3.
Ook globalisatie is in economisch opzicht beter voor de samenleving als het 'zo lokaal mogelijk' uitgangspunt gehanteerd wordt. Zie paragraaf 4.
Inhoud
1. Gepaste omvang ▽2. Relatief kleine afstand ▽
3. Lokale gemeenschap ▽
4. 'Zo lokaal mogelijk' principe is succesvoller dan vrije markt op globale schaal ▽
5. 'Zo lokaal mogelijk' geen terugkeer naar vroeger, maar beter alternatief voor globalisering ▽
1. Waarom in de evenwichtseconomie samenwerken prioriteit heeft
1. Gepaste omvang
Een gepaste omvang van een organisatie houdt in dat de klantenkring voldoende groot is om
een goed product te maken waar de klantenkring tevreden over is. Maar niet groter.
Een toename van het aantal klanten zou hierin nauwelijks meerwaarde bieden.
Bij de omvang van een organisatie wordt ook rekening gehouden met zaken als;
Kunnen de klanten goed overzien wat er gebeurt binnen de organisatie?
Is de afstand tussen klant en organistie niet te groot voor een goede communicatie?
Een te grote of te kleine omvang van de organisatie betekent dat de organisatie zodanig wordt gehergroepeerd
dat er een goed evenwicht gevonden wordt.
Dat kan gebeuren in samenwerking met naburige organisaties die vergelijkbare producten maken.
Een te grote organisatie kan worden opgespiltst. Of een deel van de organisatie wordt verplaatst en samengevoegd met naburige vergelijkbare organisaties.
Een te kleine organisatie kan worden uitgebreid of samengevoegd worden met een organisatie die vergelijkbare activiteiten ontplooien.
Bij het bepalen van een geschikte grootte van een organisatie en het hergroeperen van organisaties met vergelijkbare producten
speelt de
Verbindende organisatie
een grote rol.
De betreffende organisatie is
flexibel
genoeg om zich hieraan aan te passen.
2. Relatief kleine afstand
In de evenwichtseconomie zijn er meerdere organisaties die een vergelijkbaar product produceren. Zij bedienen echter allemaal hun eigen lokale klantenkring. De klanten zijn aangesloten bij en kopen bij de organisatie die zich het dichtst in de buurt bevindt.
3. Lokale gemeenschap
'Zo lokaal mogelijk' heeft een economische en een sociale component.
Beide zijn met elkaar verbonden: als de economie lokaal georiënteerd is dan is lokaal zaken doen het meest voor de handliggende,
komen mensen lokaal meer met elkaar in contact en vertrouwt men elkaar sneller.
Daarnaast heeft de evenwichtseconomie heeft een stuctuur die lokaal
sociaal gedrag bevordert.
In de samenleving ontstaan zo gemeenschappen van mensen die onderling goed contact hebben, de lokale gemeenschappen.
Iemand kan bijvoorbeeld onderdeel uitmaken van de lokale gemeenschap in zijn wijk, maar ook van de lokale gemeenschap gevormd door de mensen uit zijn streek.
Dit is een zinvolle benadering omdat de Verbindende Organisatie tot taak heeft om de aangesloten leden zoveel mogelijk te verbinden. Deze verbinding bevordert een gemeenschappelijke taal; gedeelde cultuur, normen en waarden. Ook heeft deze Verbindende organisaties een belangrijke rol in de lokale economie en in de lokale gemeenschap bij het uitvoeren van de wensen van die lokale gemeenschap.
4. 'Zo lokaal mogelijk' principe is succesvoller dan vrije markt op globale schaal
Een deel van de producten die we kopen in de vrije markt worden elders in de wereld in grootschalige productieketens geproduceerd. Dit is het gevolg van de globalisatie.
Hierbij lijkt de 'zo lokaal mogelijke' benadering niet te werken. Met de nadruk op lijkt want het blijkt dat ook in vrije markt een sterke lokale component het beste werkt.
De globale productieketens worden door de Wereldbank vanaf 2017 onderzocht, resulterend in jaarlijkse rapporten over de stand van zaken.
Een centrale conclusie
uit die rapporten
is dat productieketens het best draaien als zij een sterke lokale basis hebben.
De aantal aanbevelingen uit deze rapporten voor een sterke economie zijn in vogelvlucht:
een goede lokale infrastructuur gericht op samenwerking, een sterke lokale afzetmarkt, het vermogen om activiteiten elders om te zetten naar lokale activiteiten,
brede samenwerking om korte en lange termijn beleid tot een succes te maken, een sterkere integratie van productieketens in de lokale economie, automatisering van lokale productie en
open innovatie door lokale organisaties.
Bij het
analyseren
van deze aanbevelingen is naar voren gekomen dat het 'zo lokaal mogelijk' principe een goede manier is om die aanbevelingen handen en voeten te geven.
Ook is bij deze analyse aangegeven waarom de evenwichtseconomie op deze punten beter functioneert dan de vrijemarkteconomie.
5. 'Zo lokaal mogelijk' geen terugkeer naar vroeger, maar beter alternatief voor globalisering
Bij een aantal lezers kan de indruk ontstaan dat het 'Zo lokaal mogelijk' principe een terugkeer naar vroeger is. Vooral mensen die ervan overtuigd zijn dat alleen globalisatie ervoor kan zorgen dat mensen het beter krijgen kunnen dit niet zinvol vinden. In deze paragraaf worden inzichten aangedragen die dit beeld op zijn minst kunnen nuanceren.
Daarnaast is een belangrijke constatering dat de technologische ontwikkelingen die de mensheid welvaart brachten en brengen nauwelijks toe te schrijven aan de vrijemarkteconomie en globalisering. Zij zouden namelijk in grote lijnen ook hebben plaatsgevonden in een ander economisch systeem dat hiervoor de ruimte biedt.
De kennis nodig voor innovatie die in bedrijven plaatsvindt is voor het over grote deel vergaard door wetenschappers, en dus door de belastingbetaler. Een bedrijf zou nooit beginnen aan een traject waarbij die kennis eerst vergaard zou moeten worden omdat en het die kosten nooit zou kunnen opbrengen, de uitkomst te onzeker is en de otwikkelingen te lang duren. Daarnaast hebben bedrijven weinig binding met de wetenschappers die bezig zijn in dergelijke langdurige onderzoeken, tenzij dat op relatief korte termijn voordeel voor het bedrijf oplevert.
Een economisch systeem als de ev ec dat veel meer op de lange termijn is gericht kan dit soort onderzoek wel in een bedrijfsmatige omgeving doen. Daarnaast werken binnen de ev ec alle organisaties samen. Dit resulteert onder andere in gemeenschappelijk onderzoek en gemeenschappelijke innovatie. De ev ec brengt daarom meer vernieuwing en innovatie voort dan de vrije markt.
In een dorp zijn er altijd wel mensen die je kunnen en willen helpen. Natuurlijk wordt er ook wederkerigheid verwacht: Jij moet ook bereid zijn om te helpen. Je moet ook bereid zijn om te investeren in elkaar en niet alleen je eigen plan te trekken.
Doordat veel hoger opgeleiden naar de stad trekken, tegenwoordig het merendeel vrouwen, raakt de lokale samenleving uit balans. Het ontbreken hiervan leidt ertoe dat meningen en standpunten minder genuanceerd zijn.
Ook zorgt de 'zo lokaal mogelijke' structuur ervoor dat banen voor hoger opgeleiden niet geconcentreerd zijn in enkele grote steden. Het is aantrekkelijk voor hoger opgeleiden om zich buiten de grote stad te vestigen. Hierdoor blijven alle gebieden wat bevolkingssamenstelling betreft in balans.
Wat ook echt anders is is dat 'zo lokaal mogelijk' niet betekent dat de wereld ophoudt aan het eind van de stad of het het dorp. Zo lokaal mogelijk betent ook dat de vele (economische) activiteiten die alleen op grote schaal zinvol zijn ook grootschalig plaatsvinden.
In de structuur van de evenwichtseconomie zijn er wel intensieve economische en culturele contacten met samenlevingen elders in de wereld. Omdat dit contacten zijn tussen verschillende delen van de evenwichtseconomie worden de normen en waarden van de evenwichtseconomie gehanteerd. Bij de economische contacten zijn respect, fairness en langdurige samenwerking het uitgangspunt. Deze uitwisseling van contacten maakt beide samenlevingen bruisender blijven.
Daarnaast zal, zoals we net al zagen, de sociale en technische innovatie in de evenwichtseconomie veel groter zijn dan in de vrije markt. Dat maakt dat vernieuwingen en veranderingen de samenleving voortdurend blijven versterken.