evenwichts economie
De
Evenwichts­economie

Voor evenwicht in
economie, samenleving en milieu

GLOBALE STRUCTUUR VOOR EEN EER­LIJKE ECO­NOMIE

De structuur van de evenwichts­economie zorgt voor een eerlijk globaal economisch systeem.

Wereldwijd
echt
samenwerken

De even­wichts­eco­nomie bestaat uit regionaal georiënteerde economische gebieden die ook wereldwijd sterk samenwerken en elkaar versterken.
Hoe deze samenwerking gestructureerd is, wordt in dit thema toegelicht.

80 à 90% van onze producten en diensten worden redelijk lokaal gemaakt. De in menu Het fundament beschreven structuur gaat hoofdzakelijk over deze producten en diensten.

10 à 20% van de producten en diensten worden gemaakt in complexe produktieketens die meerdere landsgrenzen beslaan. Dit kleine onderdeel van de totale handel wordt geïdentificeerd met de globalisatie. Hierbij zijn veelal multinationals betrokken.

In paragraaf 1. wordt onder andere toegelicht hoe deze productieketens functioneren in de even­wichts­eco­nomie. Er wordt besproken waarom deze productieketens veel beter functioneren in dit economisch systeem. Ook wordt toegelicht hoe het economisch systeem op een grotere schaal en op wereld schaal werkt.

In paragraaf 2. worden de aantal belangrijke tekortkomingen van globalisatie in de vrije markt op een rijtje gezet. Bij iedere tekortkomingen wordt aangeven of en waarom de even­wichts­eco­nomie een beter alternatief vormt.

In de laatste paragraaf 3. wordt toegelicht waarom samenwerking ook op grote schaal in de even­wichts­eco­nomie goed mogelijk is. En hoe deze samenwerking een economisch systeem creëert dat meer potentie heeft dan de vrijemarkteconomie.

De in dit thema behandelde structuur voor wereldwijde samenwerking vormt de basis voor het volgende thema Blauwdruk eerlijke globalisering. Hierin wordt toegelicht waarom deze structuur eerlijke globalisering teweeg brengt.

Inhoud
1. Regionetwerk, structuur voor globale samenwerking en faire handel ▽
1.1. Kenmerken van een regio ▿
1.2. Samenwerking tussen nabijgelegen regio's ▿
1.3. Samenwerking tussen niet nabijgelegen regio's ▿
1.4. Samenwerken vindt plaats binnen het eigen regionetwerk ▿
1.5. Organisaties voor samenwerking in het regionetwerk ▿
1.6. Globale samenwerking bij innovatie is de kracht van de even­wichts­eco­nomie ▿
1.7. Samenwerking in globalere verbanden ▿
1.8. Structuur van regionetwerken heeft meer potentie dan die van de vrije markt ▿
1.8.1. Productieketens komen eveneen met Global Value Chanes (GVC) ▿
1.8.2. Structuur van goed draaiende onderdelen van de vrijemarkt komt sterk overeen met de regionetwerk-structuur ▿
2. Tekortkomingen globalisatie en het betere alternatief ▽
2.1. Tekortkomingen GVCs en het betere alternatief ▿
2.2. Tekortkomingen GVCs in ontwikkelingslanden en het betere alternatief ▿
2.3. Onevenwichtige handels­balansen in evenwicht brengen ▿
2.3.1. Waarom is evenwicht op de handelsbalansen belangrijk? ▿
2.3.2. Een evenwichtige handelsbalans heeft een dynamisch evenwicht ▿
2.3.3. Structuur voor het samenstellen van de handelsbalans ▿
2.3.4. Evenwichtige handelsbalans door samenwerking tussen regio's ▿
2.3.5. Evenwichtige handelsbalans doordat iedereen handelt in het collectief belang ▿
2.4. Tekortkomingen financiële globalisatie betrokken bij handel en het alternatief ▿
2.4.1. Fluctuaties in wissel­koersen compenseren ▿
2.4.2. Invloed financiële markten betrokken bij handel minimaliseren ▿
2.4.3. Een eigen munt ▿
3. De structuur van het regionetwerk bevordert samenwerking ▽

1. Regionetwerk, structuur voor globale samenwerking en faire handel

In deze paragraaf wordt beschreven hoe de even­wichts­eco­no­mie op mondiale schaal georganiseerd is. Het doel van deze manier van organiseren is om mondiale samenwerking mogelijk te maken.
Dat dit met de in deze pagraaf beschreven structuur mogelijk, wordt toegelicht in paragraaf 3.

De lezer die de structuur, die in deze paragraaf wordt gepresenteerd, onrealistisch vindt zou ik graag wijzen op wat er rond 2040 staat te gebeuren. Rond 2040 zal de huidige structuur van de globali­satie ineen­zakken en niet meer functioneren.
Dan is er een structuur nodig die onder de dan heersende omstandigheden wel kan functioneren.

1.1. Kenmerken van een regio

Een regio is een gebied met meerdere gemeenschappen die in samenwerkingsverband handel drijven met andere regio's. Een regio heeft een handelsbalans. Een regio heeft bij voorkeur voldoende economische activiteiten om te kunnen handelen met andere regio's.

Ook is het wenselijk binnen een regio niet teveel verschillen zijn. Historische, politieke, economische én culturele verschillen binnen een regio kunnen ervoor zorgen dat de regio naar buiten toe niet als een geheel kan optreden. Afspraken met andere regio's werken het beste als de eigen regio daar als geheel achter kan staan. [1]


Een aspect hiervan is dat de regionale bevolking in staat moet zijn om op basis van algemeen geaccepteerde normen en waarden samen te werken met de andere regio.

Bij het bepalen van de omvang van een regio worden twee overwegingen in acht genomen.
Ten eerste zou een regio genoeg omvang moeten hebben om op een efficiënte wijze samen te kunnen werken en/of handel te kunnen drijven met andere regio's.
Ten tweede is de omvang en het gebied van een regio zo dat alle inwoners zich kunnen identificeren met de regio en haar inwoners. De inwoners zouden vertrouwen in elkaar moeten hebben of in elkaar kunnen krijgen. Vertrouwen in elkaar is een voorwaarde voor samenwerking.
Omdat de bereidheid om samen te werken crusiaal is voor de even­wichts­eco­nomie ligt de nadruk op deze laatste overweging.

1.2. Samenwerking tussen nabijgelegen regio's

De schaalgrootte van een organisatie wordt bepaald door de gemeenschap waar deze organisatie zijn goederen of diensten aan levert. Een gemeenschap zal veelal een schaalgrootte kiezen waarbij relatief weinig arbeid nodig is om een product te maken.

Zoals weergegeven in onderstaande figuur 1. leveren kleinere organisaties hun producten of diensten veelal binnen de regio's. Grotere organisaties leveren ook buiten hun regio.

Figuur 1. Handel binnen regio's en regio overstijgende handel


Aanduiding Betekenis
Organisatie die goederen of diensten maakt en levert
━▸
Stroom van goederen of diensten geleverd door een organisatie


Bij regio overstijgende handel zal de handelsbalans in evenwicht gebracht worden, zoals weergegeven in onderstaande figuur. Het in evenwicht brengen van de handelsbalans wordt uitvoerig besproken in paragraaf 2.3.
In onderstaande figuur is ook weergegeven dat het evenwicht in de handels­balans ook wel kan worden verkregen doordat er via een omweg geïmporteerd wordt, al heeft dat niet de voorkeur. Het betreft dan structurele import gebaseerd op een langdurige handelsrelatie.

Figuur 2. Evenwicht in de handelsbalans

Evenwicht in de handelsbalans door gelijke import en export

Aanduiding Betekenis
Import en export die elkaar in evenwicht houden

Voorbeeld autofa­brikant
Een autofabrikant bijvoorbeeld die vanwege schaal­grootte een groot afzet gebied heeft moet bijdragen aan een evenwichtige handelsbalans. In de regio waarin veel werknemers werken in de auto-industrie worden andere producten minder geproduceerd. Het is daarom logisch om de ontbrekende goederen en diensten te halen uit de gebieden waar de auto's aan geleverd worden. De lokale organisaties en de burgers uit regio waarin de autofabrikant gevestigd is betrekken daarom hun goederen en diensten uit deze gebieden.
Langdurige intensieve samenwerking
Omdat handel zoveel mogelijk lokaal is, ligt zwaartepunt van de handel in de regio zelf. Daarna met aangrenzende regio's. En vervolgens met regio's die wat verder weg liggen. Een regio handelt dus met een noodzakelijke aantal nabije regio's en niet meer dan dat.
Omdat er gestreefd wordt naar evenwicht op de handelsbalansen importeren en exporteren nabije regio's in principe evenveel naar elkaar.

Hierdoor ontstaat een wederzijdse afhankelijkheid. Deze wederzijdse afhankelijkheid en het lokale karakter bevorderen een langdurige intensieve samenwerking tussen de regio's.

1.3. Samenwerking tussen niet nabijgelegen regio's

In een regio kan behoefte zijn aan grondstoffen, producten of diensten die niet lokaal aanwezig zijn of lokaal gemaakt kunnen worden.

In principe worden er grondstoffen gebruikt die regionaal teruggewonnen worden uit restproducten. [2]
Toch zijn er redenen om ook handel te drijven met regio's elders in de wereld.
Bijvoorbeeld koffiebonen moeten geïmporteerd worden in regio's met een kouder klimaat. Ook technisch hoogwaardige producten die niet lokaal gemaakt worden, maken onderdeel uit van grens overschrijdende handel.

Figuur 3. Evenwicht in de handelsbalansen van niet nabijgelegen regio's

Als niet nabijgelegen regio's handel met elkaar drijven dan bij voorbaat zo dat import en export gelijk is

Aanduiding Betekenis
Import en export die elkaar in evenwicht houden

Langdurige intensieve samenwerking
In de evenwichts­economie drijft een regio alleen handel met een beperkt aantal niet nabije regio's. In principe blijft de handel tussen niet lokale regio's beperkt omdat producten en diensten bij voorkeur uit eigen regio of nabij gelegen regio komen. Voor de producten die van verder weg moeten komen, worden organisaties benaderd of opgericht die zo veel mogelijk in dezelfde regio liggen.

Een regio handelt dus met een noodzakelijke aantal niet nabije regio's en niet meer dan dat. Omdat er gesteefd wordt naar evenwicht op de handelsbalans zijn import en export tussen deze regio's gelijk.
Doordat de regio's op elkaar zijn aangewezen ontstaat wederzijdse afhankelijkheid, hetgeen een langdurige intensieve samenwerking bevordert.

1.4. Samenwerken vindt plaats binnen het eigen regionetwerk

Het regionetwerk van een regio wordt gevormd door de nabijgelegen regio's en een beperkt aantal niet nabijgelegen regio's .

Een regio drijft handel en werkt samen met regio's uit zijn regionetwerk. Iedere regio heeft heeft daarbij een ander regionetwerk. Nabij gelegen regio's hebben regionetwerken met daarin veel dezelfde regio's. Hun netwerken hebben veel overeenkomsten.

1.5. Organisaties voor samenwerking in het regionetwerk

In deze subparagraaf wordt toegelicht hoe de samenwerking in de regionetwerken op organisatie en op regio niveau georganiseerd is.

Alle (lokale) Verbindende Organisaties uit de regio werken vormen organisch één Verbindende Organisatie. Ook in het regionetwerk wordt een Verbindende Organisatie voor het regionetwerk gevormd.
Deze Verbindende Organisaties werken naar de bevolking toe op dezelfde manier als een (lokale) Verbindende Organisatie Zij inventariseren wensen aan producten en diensten en de productiviteit van de regio's en vertalen dit naar beleid.

De lokale Monetaire Organisaties die op eenzelde manier samensmelten zorgen voor de financiële kant van bij de uitvoering van dit beleid.

Ook de lokale Handhavende Organisaties vormen één Handhavende organisatie. Deze organisatie heeft als doel om erop toe te zien dat de samenwerking in de praktijk ook echt van de grond komt. Zij ziet erop toe dat men niet het eigen belang maar het gemeenschappelijk belang voorop zet.
Als een regio herhaaldelijk kiest voor het eigen belang en unfair handelt naar andere regio's dan is het uiteindelijk aan de Handhavende Organisatie om hierin op te treden.

1.6. Globale samenwerking bij innovatie is de kracht van de even­wichts­eco­nomie

In de voorafgaande subparagafen is gesproken over hoe handel georganiseerd is. Voor samenwerking op gebied van handel geldt dat dit zo lokaal mogelijk gebeurt.
Als het innovatie betreft dan wordt er in de even­wichts­eco­nomie wereldwijd samengewerkt. Iedere burger kan inzien dat als dat kennis en kunde overal vrij beschikbaar is iedereen daar alleen maar baat bij heeft. Anders dan in de vrijemarkt waar kennis en kunde zoveel mogelijk wordt afgeschermd om er alleen zelf voordeel van te hebben.
Kennisoverdracht binnen de even­wichts­eco­nomie heeft als beperking dat de ontvangende organisatie en/of regio deze gebruikt in het algemene belang.

In de even­wichts­eco­nomie betekent dit bijvoorbeeld dat een organisatie in principe iedere andere organisatie helpt bij het opzetten van een nieuw productieproces. Hierdoor wordt de lokale economie overal ter wereld versterkt.
Dit betekent overigens ook dat veel productieketens voor een groot deel binnen het eigen regionetwerk kunnen worden gebracht. Dit is van groot belang voor het economisch systeem, zoals aan bod komt in subparagraaf 1.8.

Vooral op het gebied van onderzoek en innovatie zal binnen de even­wichts­eco­nomie veel meer progressie geboekt worden dan in de vrijemarkt. In de even­wichts­eco­nomie kan namelijk de hele wereld samenwerken aan een bepaald onderzoek of een bepaalde innovatie. Dat kan gebeuren doordat meerdere organisatie elkaar opzoeken en gemeenschappelijk gaan innoveren. Ook kan wereldwijd een centrum of een aantal centra voor onderzoek en/of innovatie worden opgezet.
Er kan ook gedacht worden aan kweekvijvers van lokale startups die wereldwijd met elkaar kunnen samenwerken. Of als dat beter werkt (deels) met elkaar gaan wedijveren, hetgeen overigens niet betekent dat er sprake is van concurrentie. De kruisbestuivingen kunnen groot zijn door de grote schaal waarop men kan samenwerken.

Innovaties hoeven zich niet te beperken tot wat commerciëel interessant is, maar kunnen heel breed zijn omdat het algemeen belang voorop staat. En omdat er wereldwijd op veel manieren kan worden samengewerkt heeft deze manier van innoveren oneindig veel voordelen.

Doordat innovatie zo snel gaat zullen de productiekosten snel omlaag gaan. Dit geeft een stevig economisch fundament.

1.7. Samenwerking in globalere verbanden

Er zijn zaken die vragen om bredere samenwerking dan de samenwerking binnen het regionetwerk.

Mogelijk dat producten niet verkrijgbaar zijn binnen het eigen regionetwerk. In dit geval wordt bij voorkeur gezocht naar organisaties die opereren binnen de even­wichts­eco­nomie.

Daarnaast zijn er problemen of knelpunten die niet binnen het eigen regionetwerk kunnen worden opgelost. Dat kunnen zijn mislukte oogsten of andere natuurrampen, instabiele landen of moeilijk te ontwikkelen gebieden. Regio's zullen hierbij op een veel grotere schaal moeten samenwerken.
Ook hierbij hebben de Verbindende Organisaties weer een leidende rol. Zij onderhouden kontacten met elkaar en maken gedetailleerde afspraken over hoe zij gemeenschappelijk zullen opereren als er problemen opduiken.

En natuurlijk zijn er de mondiale problemen die te maken hebben met de slechte omgang met onze Aarde. Daarbij werkt de even­wichts­eco­nomie maximaal samen met bedrijven en regeringen. Deze samenwerking kan variëren van lokaal niveau tot mondiaal niveau. Het is te verwachten dat samenwerkende Verbindende Organisaties hierbij het voortouw nemen.

Ook de conflicten die kunnen uitmonden in kernoorlogen en andere desastreuze gewapende conflicten zijn sterke aandachtspunten van de volwassen even­wichts­eco­nomie. De even­wichts­eco­nomie zal haar vermogen tot verbinden van mensen en samenlevingen gebruiken om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden. Ook kan de even­wichts­eco­nomie haar economische kracht gebruiken om dit soort ontwikkelingen ten goede te keren.

1.8. Structuur van regionetwerken heeft meer potentie dan die van de vrije markt

In subparagraaf 1.1. tot en met 1.5. zijn de regionetwerken van de even­wichts­eco­nomie beschreven. In deze subparagraaf wordt onderzocht of deze structuur wel voldoende voordelen heeft.

Een drietal rapporten [3]
van de Wereldbank [4]
vormen in deze subparagraaf de basis voor het onderzoek naar de effectiviteit van regionetwerken.

Het in deze rapporten gehanteerde het begrip Global Value Chanes wordt in 1.8.1. toegelicht.
In subsubparagraaf 1.8.2. wordt mbv deze rapporten onderbouwd dat de keuze voor een regionetwerk-structuur aanzienlijk meer voordelen heeft dan de globalisatie in de vrije markt.

1.8.1. Productieketens komen eveneen met Global Value Chanes (GVC)

In bovengenoemde rapporten en andere literatuur wordt gesproken over zgn Global Value Chains (GVC). [5] [6]
Populair gezegd is een GVC een productieketen bekeken vanuit een economische perspectief.
Er wordt gekeken naar de economische toegevoerde waarde van alle deelproducten in zo een productieketen. Deze toegevoerde waarden worden gebruikt om eigenschappen van een productieketen af te leiden.

In de rapporten ligt de nadruk complexe, internationale produktieketens die bijna altijd onderdelen van multinationals zijn.

80-90% van onze producten zijn 'eenvoudige' producten of diensten. Het betreft lokale producten of diensten die niet of slechts een keer een landsgrens passeren. [7]
De in het menu Het fundament beschreven structuur van de even­wichts­eco­nomie gaat hoofdzakelijk over deze producten en diensten.
In dit thema hebben we het over de 10-20% van onze producten die gemaakt worden in GVCs. [8]
In deze complexe productieketes worden deelproducten die elders gemaakt worden, gebruikt om verder bewerkte deelproducten of eindproducten te maken. De totale productieketen beslaat meerdere landsgrenzen.

In de rapporten worden GVCs op macroniveau geanalyseerd. Er wordt nauwelijks gekeken naar individuele productieketens. Hierdoor zijn de conclusies algemeen toepasbaar en dus ook relevant voor GVCs in de even­wichts­eco­nomie.

De conclusies in de rapporten zijn veelal van toepassing op GVCs in de even­wichts­eco­nomie om de volgende twee redenen:
Omdat het functioneren van GVCs vaak sterk afhankelijk is van hoe landen en samenlevingen functioneren, zijn veel bevindingen uit de rapporten onafhankelijk is van het economisch systeem.
In de rapporten worden alle landen betrokken. En omdat landen over de hele wereld veel verschillende economische systemen hebben moeten de bevindingen los gezien worden van de manier waarop het economisch systeem formeel is ingericht.

In de raporten wordt er -begrijpelijkerwijze- vanuit gegaan dat GVCs alleen bestaan dankzij de vrijemarkteconomie. Ook kun je tussen de regels door lezen dat dat de ontwikkeling van de moderne samenlevingen alleen maar had kunnnen plaatsvinden dankzij de vrijemarkteconomie.
Dit hangt samen met het feit dat we vrijwel uitsluitend de vrijemarkt als internationaal handelssysteem kennen. De even­wichts­eco­nomie kan nu een alternatief bieden.
Een andere reden is dat de Wereldbank door haar verbondenheid met de VS voor beleid kiest dat zoveel mogelijk ruimte laat voor de vrije markt. [9]


GVCs functioneren echter ook prima in de even­wichts­eco­nomie:
De productieketens worden in de even­wichts­eco­nomie niet vormgegeven in boardrooms van de multinationals maar door democratisch functionerende Verbindende Organisaties. En de samenleving zorgt er dan ook voor dat deze productieketens bestaansrecht hebben. Door voor samenwerking ipv concurrentie te kiezen zijn deze ketens beter toegerust om producten/waarde de creëren waaraan de samenleving behoefte heeft, zoals we nu zullen zien.

1.8.2. Structuur van goed draaiende onderdelen van de vrijemarkt komt sterk overeen met de regionetwerk-structuur

We zullen nu gaan bekijken waarom bepaalde onderdelen van de vrijemarkteconomie goed draaien en andere minder goed.
Het traditionele beeld van globalisatie waarbij iedereen inkoopt en verkoopt voor de beste prijs op de geschikte plaats en tijdstip, blijkt niet helemaal te kloppen. Het blijkt dat goed draaiende onderdelen van de vrijemarkt een structuur hebben die je op basis van louter vraag en aanbod niet zou verwachten. In de praktijk blijkt namelijk dat de economische structuur van goed draaiende onderdelen van de vrijemarkt sterk overeen komen met de economische structuur van de regionetwerken.

Onder het kopje Vrijemarkteconomie worden deze succesvolle structuren besproken. Bij het kopje Even­wichts­eco­nomie wordt besproken in hoeverre de structuur van de even­wichts­eco­nomie hiermee overeenkomt. Onder het laatste kopje wordt besproken of en waarom de even­wichts­eco­nomie betere voorwaarden schept voor de economie.

Regionale samenwerking en samenwerking tussen nabijgelegen regio's gaan hand in hand met een goed draaiende economie
Vrijemarkteconomie
Samenwerking binnen een regio is in de vrijemarkteconomie een belangrijke voorwaarde voor goed draaiende economieën in die regio. Dat is goed zichtbaar als we kijken naar regio's waarin weinig samenwerking is.
Landen in regio's waarin weinig wordt samengewerkt hebben namelijk zwakke economieën. [10]


Veel toeleveranciers zetten hun producten in hun eigen regio af. [11]
Toeleranciers opereren dus regionaal.
De netwerken van GVCs die complexe goederen en diensten leveren zijn gecentreerd rond drie centrale landen, te weten Duitsland, Japen/China en de VS. Deze GVCs opereren veelal ook regionaal. [12]


Ook hebben toeleveraciers en producenten een lange termijn relatie.
Ook hebben toeleveraciers en producenten een lange termijn relatie. [13]
Dit omdat de vele gespecialiseerde onderdelen alleen geschikt zijn voor één product. Door deze lange termijn relatie kan de toeleverancier innoveren in samenwerking met de producent.

Rond 2015 ontstaat een kleine trend van toenemende internationalisering, een trend die niet echt doorzet.
Productiketens blijven voornamelijk regionaal georienteerd. [14]
Even­wichts­eco­nomie
Bovenstaande speciale kenmerken van goed functionerende GVCs zijn binnen de even­wichts­eco­nomie de regel. Samenwerking tussen lokale organisaties om beter dienstbaar te zijn aan hun lokale samenleving is binnen de even­wichts­eco­nomie de normale gang van zaken. Ook werken de lokale samenleving en haar organisaties samen. Organisaties zijn namelijk niet in een concurrentiestrijd verwikkeld en zij zijn verzekerd van hun bestaan dankzij de lokale samenleving.
De even­wichts­eco­nomie heeft betere voorwaarden
Welke manier van samenwerken schept een betere voorwaarden voor een goed economisch systeem?

even­wichts­eco­nomie is veel flexibeler om samenwering vorm te geven omdat organisaties zeer flexibel kunnen zijn: werknemers kunnen organisch overgaan van een organisatie naar een andere en organisaties kunnen groeien en krimpen zonder dat dat negatieve consequenties heeft. Hierdoor kunnen organisaties zich veel makkelijker vormen naar wat de samenwerking van hen vraagt.

In de vrijemarkteconomie is samenwerking gericht op eigen belang. In de vrijemarkteconomie vindt in principe alleen samenwerking plaats als bedrijven er zelf beter van worden. En handelen uit eigen belang is in de huidige tijd zeker niet meer in het belang van de samenleving en de econmie als geheel. Bijna alle huidige economische, maatschappelijke en sociale problemen zijn hiervan het gevolg. In de economische wetenschap wordt dit toelicht met het begrip prisoners dilemma. In menswetenschappen spreekt men over sociale dilemma's.
Doordat samenwerking in de even­wichts­eco­nomie gericht is op de samenleving en de economie als geheel ontstaan er minder economische problemen en heeft samenwerken een positiever effect op het economisch systeem.

Samenwerken in de even­wichts­eco­nomie vindt ook plaats op regionaal niveau. Deze samenwerking is onder andere gericht op het versterken van de economieën van samenwerkende regio's. Ook hierdoor schept de even­wichts­eco­nomie ook betere economische condities.

Op het gebied van innovatie, kennis en vaardigheden wordt zoals al aan bod is gekomen over de hele wereld samengewerkt. Hierdoor wordt binnen de even­wichts­eco­nomie meer progressie gemaakt dan in de vrije markt.
Als producten ook in de producerende regio zelf worden afgenomen dan blijkt dat voordelig voor de economie
Vrijemarkteconomie
Een groot deel van de GVCs die kwalitatief hoogwaardige goederen maken blijken in de vrijemarkt toch grotendeels regionaal hun goederen af te zetten.
Zo is de afzetmarkt van een autofabrikant en zijn toeleveranciers toch grotendeels lokaal. [15]


Een GCV met producten waarnaar lokale vraag is blijkt meer waarde aan die economie toe te voegen dan een GVC zonder lokale afzetmarkt. Ook veroorzaken GCVs die producten maken met een lokale vraag een groeiende export. (2017, pag 72 en figuur 3.4)
Even­wichts­eco­nomie
In de even­wichts­eco­nomie hebben organisaties ook een zo lokaal mogelijke afzetmarkt en zijn dus ook in dit opzicht vergelijkbaar met de goeddraaiende delen van de vrijemarkteconomie.

Een verschil met de vrijemarkt is dat GCVs in principe niet exporteren naar verafgelegen markten. In verafgelegen markten kan met de vrij beschikbare kennis lokaal een GVC worden opgezet die lokaal levert.
De even­wichts­eco­nomie heeft betere voorwaarden
In de even­wichts­eco­nomie hebben alle samenlevingen hun eigen lokale organisaties die lokaal producten en diensten leveren. Hierdoor hebben ook alle samenlevingen betere voorwaarden voor een bloeiende economie.

GVCs in de vrije markt hebben minder loyale klanten, ook als het een regionale klantenkring betreft. Als er elders in de wereld een beter product op de markt komt dan zullen veel klanten dat kopen kopen. Dat is ook gelijk een tegenvaller voor de lokale economie.
Dit is niet het geval in de even­wichts­eco­nomie omdat klanten in de even­wichts­eco­nomie trouw blijven aan hun organisaties en hun GVCs. Als een product van elders beter is, dan wordt er samengewerkt met de betreffende organisaties elders om lokaal ook dit beter product te kunnen leveren. De trouw van klanten wordt vergroot doordat lokaal verkopenden GVCs in principe veel nieuwe producten lokaal kunnen produceren. De GVCs in de even­wichts­eco­nomie kunnen namelijk relevante innovatie van overal ter wereld gebruiken en geschikt maken voor de lokale markt. Hierdoor hebben zij een betere positie.
Importeren wat lokaal niet voorhanden is
Vrijemarkteconomie
Landen in de vrijemarkt die (deel-)producten importeren om ze te gebruiken in de fabrikage van goederen die weer elders verkocht worden doen het relatief goed.(p 72 Integration for growth: Imports for exports) Lokaal kunnen deze goederen veelal niet geproduceerd worden oa vanwege zaken als patentering, gebrek aan expertise en praktische vaardigheden.
Even­wichts­eco­nomie
In de even­wichts­eco­nomie kunnen deze goederen indien gewenst wel lokaal gemaakt worden omdat samenwerking zo is dat men gebruik mag maken van elkaars patenten, expertiese en vaardigheden. Of een (deel-)product dat elders verkrijgbaar is ook lokaal gemaakt wordt hangt daarom meer af van de keuzes die betrokkenen in samenspraak maken.
De even­wichts­eco­nomie heeft betere voorwaarden
Doordat in de even­wichts­eco­nomie (deel-)producten van elders kunnen worden geïmporteerd, maar ook lokaler kunnen worden gemaakt heeft de even­wichts­eco­nomie meer mogelijkheden. Hierdoor zijn er betere economische voorwaarden.

Omdat in de even­wichts­eco­nomie de lokale vraag altijd gekoppeld is aan een zo lokaal mogelijke productie én omdat de economische activiteiten eerlijk verdeeld worden in het regionetwerk kan de economie overal -in alle regio's- tot bloei komen. Hierdoor heeft de economie als geheel een veel betere uitgangspositie.
Economische activiteiten van elders omzetten naar lokale activiteiten
Staatsgeleide economie van China
In een aantal opzichten lijkt de aanpak van de even­wichts­eco­nomie op die van China: China eist dat multinationals producten voor de Chinese markt ook in China produceren. Zo hebben veel Duitse autofabrikanten fabrieken moeten opzetten in China om de Chinese markt te mogen bedienen. Hierdoor is er lokaal meer werkgelegenheid en komt kennis van de productieprocessen meer in Chinese handen, mede doordat octrooirechten in China niet lijken te gelden.
Even­wichts­eco­nomie
Zoals al eerder aan bod gekomen is, kunnen er altijd lokaal productieprocessen worden opgezet. Men kan daarbij samenwerken met organisaties die elders al vergelijkbare productieprocessen operationeel hebben. Er kan daarbij vrijelijk gebruik gemaakt worden van alle kennis en vaardigheden.
De even­wichts­eco­nomie heeft betere voorwaarden
China kan wel kennis en kunde van bedrijven eisen, maar China krijgt lang niet alles. Buitenlandse bedrijven die alles uithanden geven ondermeinen daarmee hun eigen bestaan.
Organisaties in de even­wichts­eco­nomie die kennis uitwisselen daarentegen lopen geen enkel risico. Zij hebben en houden hun vaste lokale klantenkring.

Omdat kennis en vaardigheden soepel uitgewisseld kunnen worden is de even­wichts­eco­nomie in dit opzicht veel slagvaardiger dan China.
Alle neuzen dezelfde kant op
Staatsgeleide economie van China
Er is nog een overeenkomst. Als in China de beslissing is genomen om bepaalde (economische) veranderingen door te voeren dan gaan betrokken overheidsinstellingen, bedrijven en financiële instellingen in het hele land dit beleid omarmen en uitvoeren. In China is het duidelijk dat als men dit niet doet dit nare gevolgen zal hebben. Echter het feit dat na een centrale beslissing alle neuzen dezelfde kant op gaan staan is de kracht van de Chinese economie.
Even­wichts­eco­nomie
Samenwerken in de even­wichts­eco­nomie betekent ook dat mensen die deelnemen aan de even­wichts­eco­nomie achter het gemeenschappelijk beleid gaan staan en dit uitvoeren. Dit in de wetenschap dat deze houding op de lange termijn meer oplevert. Het gemeenschappelijk beleid wordt bepaald door de burgers zelf. Dit in tegenstelling met de situatie in China.
Individuen die ondanks hun eerdere keuze voor het gemeenschappelijk belang mogen altijd keuzes maken die tegen de gemeenschappelijke afspraken in gaan. Dat betekent echter wel dat zij (gedeeltelijk) uit de even­wichts­eco­nomie stappen.
Heeft de even­wichts­eco­nomie betere voorwaarden?
Het succes van China (tot 2019) geeft aan dat het scharen achter gemeenschappelijk beleid van voordeel kan zijn voor de economie als geheel. Het verschil met de even­wichts­eco­nomie is dat deelnemers op vrijwillige basis achter het gemeenschappelijk beleid staan. Dat zou betere voorwaarden kunnen scheppen.
In vergelijking met Westerse landen waar economisch beleid nauwelijk gecoördineerd wordt schept de even­wichts­eco­nomie op dit punt betere condities.
Lange termijn visie en decenia lang consequent beleid
Staatsgeleide economie van China
China heeft al generaties lang een politieke elite gehad die consequent bezig is geweest met het opbouwen van de economie. Sinds China's toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in 2001 ligt de nadruk op globalisatie en het stimuleren van GVCs. Doordat telkens dezelfde partij aan de macht is, is er een grote continiteit op het gebied van economisch beleid.
Dit is een van de factoren waarom de Chinese economie zich veel beter heeft ontwikkeld dan in andere totalitaire landen. China heeft een overheid die een lange termijn visie ontwikkelt en uitvoert gericht op het voortdurend stimuleren van hun economie.
Even­wichts­eco­nomie
Ook de even­wichts­eco­nomie kent bestuurlijke organisaties die andere voortdurend bezig zijn met het vormgeven van een bloeiende economie. Deze bestuurlijke organisaties voeren een consequent, stabiel economisch beleid met een lange termijn visie.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Op het moment dat het economisch minder gaat zullen burgers in het totalitair geleide China naar de machthebbers wijzen. Zij zullen daardoor minder geneigd zijn om de economie weer vlot te trekken. Maar zij zijn hiertoe ook niet in staat omdat zij geen invloed hebben.
In de even­wichts­eco­nomie bepalen burgers gezamelijk hun economische koers. Hierdoor is men eerder geneigd om de schouders eronder te zetten in tijden van voorspoed én bij tegenspoed. Het feit dat iedereen betrokken wordt bij de samenleving en haar organisaties draagt hier nog aan bij.

In de vrije markt zijn bedrijven tijdens een crisis bezig met het redden van hun eigen hagje. Hierdoor verzwakt verzwakt de economie als geheel verder.
Organisaties volgen de economische koers uitgezet door de gemeenschap en verzwakken daardoor de economie niet bij tegenslagen.
Sterke handelspartners in de nabijheid versterken de eigen economie
Vrijemarkteconomie
Sterke handelspartners zorgen er voor dat de eigen productieketens en dus de eigen economie versterkt wordt. [16]


Ook blijkt het een voordeel als een land zich dicht bij polen van economische activiteit bevindt, te weten Duitsland, de VS en China. [17]
Even­wichts­eco­nomie
In de even­wichts­eco­nomie zitten de belangrijkste handelspartners in het regionetwerk. Zo'n regionetwerk wordt in principe zo samengesteld dat er altijd economisch krachtige regio's bij zijn. Als dat in mindere mate het geval is zal de toegang tot innovatie daar toch een krachtige bijdrage aan kunnen leveren.

Regionetwerken sturen erop dat alle producten en diensten zoveel mogelijk lokaal gemaakt worden. Dat kan nog betekenen dat bepaalde echte high-tech producten (deels) buiten het regionnetwerk (maar toch zo lokaal mogelijk) gemaakt worden. Maar veel andere producten worden grotendeels binnen het regionetwerk gemaakt.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Hierdoor heeft iedere regio binnen de even­wichts­eco­nomie sterke handelspartners. En omdat economische activiteit meer verspreid is over regio's bevinden alle regio's dichtbij economische activiteitscentra.

Omdat dit geldt voor alle regio's hebben regio's in de even­wichts­eco­nomie een beter uitgangssituatie. De samenwerking tussen regio's gercht op het versterken van elkaars economieën verbetert deze uitgangssituatie alleen maar.
Transitiekosten verlagen
Vrijemarkteconomie
In het rapport van 2017 wordt vermeld dat het verlagen van de transitiekosten voor het passeren van een grens (handelsbarrières en de gemaakte kosten achter de grens) (2017, p97 (p112)) belangrijk zijn voor de kosten van het eindproduct en dus voor het succes ervan.

Ook wordt gesteld dat deze transitiekosten (handelsbarrières, vervoer, logistiek, zakelijke kosten, onzekerheden) zullen stijgen al naar gelang een product in meerdere landen verder geassembleerd wordt. [18]


Het verlagen van handelsbarrières (door nieuwe handelsverdragen) heeft een gunstig effect op de productprijs. Maar de economoon Danny Rodrik toont aan dat het verlagen van handelsbarrières onder het niveau van de jaren 90 geen posief effect meer heeft op de economie als geheel.
Hij wijst er op dat hierdoor binnen de bevolking een grote groep verliezers ontstaat, waardoor de kloof tussen arm en rijk toeneemt. Onderzoek naar het effect van ongelijkheid door de OESO laat zien dat toenemende ongelijkheid economische consequenties heeft.
Even­wichts­eco­nomie
Zoals hierboven al meermaals is toegelicht kunnen goederen in de even­wichts­eco­nomie vaak ook lokaler geproduceerd worden. Hierdoor is het beter mogelijk om transitiekosten te vermijden.

Het punt van zorg in de vrije markt is de toename van ongelijkheid tgv het verlagen van handelsbarrières. Binnen de even­wichts­eco­nomie zal dit effect niet optreden: De manier waarop de even­wichts­eco­nomie is opgezet zorgt ervoor dat er geen grote verschillen tussen arm en rijk ontstaan. Ook de handel tussen regio's zal zorgen voor meer egalitaire samenlevingen. Consumenten die goederen betrekken vanuit een andere regio zullen niet accepteren dat de lonen daarvoor niet fair zijn. En zij kunnen de betreffende organisaties direct sturen op loonkosten van hun werknemers.
De even­wichts­eco­nomie heeft betere voorwaarden
De mogelijkheid om lokaler te produceren en zodoende transitiekosten te verminderen geeft de even­wichts­eco­nomie meer mogelijkheden om de economie te optimaliseren.

Ook het feit dat er geen grote verschillen tussen arm en rijk zijn zorgt ervoor de de economie beter kan draaien.
Sterke integratie in productieketens versterken de eigen economie
Vrijemarkteconomie
Landen die meer geïntegreerd zijn in GVCs ervaren een snellere groei van inkomsten.
Aan een hoge integratie in GVCs kleven voor een land wel aanzienlijke nadelen: In die landen neemt de ongelijkheid toe. Ook zullen er in het algemeen niet meer mensen werk gaan vinden bij die GVCs. [19]
Even­wichts­eco­nomie
Door de samenwerking in de netwerkregio's is verregaande integratie van GVCs overal mogelijk. De regio kan echter ook kiezen voor minder integratie en de economie op een andere manier florerend houden.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Doordat in de even­wichts­eco­nomie in iedere regio verregaande integratie mogelijk is, kunnen alle regio's hun eigen economie versterken.

In de even­wichts­eco­nomie is ongelijkheid wenselijk -ieder individu is immers anders- maar is er geen onrechtvaardige ongelijkheid.
Ook het ander boven genoemd bezwaar -geen toename van werkgelegenheid door GVCs- is in de even­wichts­eco­nomie niet van toepassing. De even­wichts­eco­nomie houdt in principe volledige werkgelegenheid in stand.
Automatisering gaat zorgen voor lokale productie
Vrijemarkteconomie
Bij globalisering in de vrijemarkteconomie worden delen van het proces in de GVC verplaatst naar lage loonlanden om op die manier de kosten te verminderen.
Rond 2019 lijkt een kentering zichtbaar. De productiekosten worden vanaf dan ook verlaagd door in eigen regio de productie te automatiseren. [20]
Een trend waarvan kan worden verwacht dat die doorzet.
Even­wichts­eco­nomie
Deze ontwikkeling sluit weer goed aan bij de manier waarop de even­wichts­eco­nomie bij voorkeur functioneert: zoveel mogelijk lokaal.
Open innovatie
Vrijemarkteconomie
De werelds sterkste technologie bedrijven in de vrije markt werken met toeleveranciers die met elkaar in competitie zijn én samenwerken in "open innovatie" omgevingen. [21] [22]
Even­wichts­eco­nomie
In paragraaf 1.6. is al aan bod gekomen dat innovatie in de even­wichts­eco­nomie open is omdat in principe iedere organisatie gebruik kan maken van innovatie bij alle andere organisaties. En omdat meerdere organisaties samen met innovatie bezig kunnen zijn, zondewr dat zij hiervan nadeel ondervinden.
En als het beter werkt kan ervoor gekozen worden om innovaties een competatief karakter te geven. Hiermee wordt overigens niet bedoeld dat er concurrentie geïntroduceerd wordt.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Bedrijven die met elkaar in concurrentie zijn zullen nooit het achterste van hun tong laten zien. Omdat de bedrijven niet alle middelen en kennis met elkaar zullen delen zal de gerealiseerde innovatie veelal minder zijn dan bij de volledige samenwerking van de even­wichts­eco­nomie.

Open innovatie heeft veel betere kaarten als dit zoals in de even­wichts­eco­nomie op wereldwijde schaal kan plaatsvinden.

2. Tekort­komingen globalisatie en het betere alternatief

In deze paragraaf zullen de belangrijke tekortkomingen van de manier waarop de productie en de handel verloopt in de vrije markt worden besproken. Onderzocht wordt of de even­wichts­eco­nomie bij deze tekortkomingen een beter alternatief heeft.

Overigens wordt een vergelijkbare excercitie uitgevoerd in het volgende thema aan de hand van de door de economen Danny Rodrik en Jozef Stiglitz gesignaleerde problemen door de globalisatie. Beide economen benaderen de tekortkomingen van globalisatie op geheel eigen wijze. Hierdoor worden de problemen telkens bekeken vanuit een heel ander perspectief.

Daar waar de economen van de Wereldbank rekening zullen houden met de cultuur binnen hun organisatie, [9]
kunnen deze economen een meer onafhankelijke visie geven.

De zojuist in subparagraaf 1.7. aangehaalde rapporten [3]
behandelen ook problemen die het gevolg zijn van globalisatie.
Deze dilemma's worden besproken in subparagrafen 2.1. en 2.2.

In subparagraaf 2.3. wordt het in evenwicht houden van de handelsbalansen besproken. Subparagaaf 2.4. behandelt een mogelijk alternatief voor financiële instellingen die actief zijn in de handel.

2.1. Tekortkomingen GVC's in de vrije markt en het betere alternatief

GVCs dragen telkens minder bij aan de economie
Vrijemarkteconomie
In bijna alle landen, zowel ontwikkelingslanden als ontwikkelde landen, gaat de marge die men heeft op export producten omlaag. Van GVC's gaat telkens minder geld naar landen. Hierdoor dragen GVC's -multinationals- telkens minder bij aan de inkomsten van het land. [23]


Een voor de hand liggende reden hiervan is dat multinationals hun dominante positie gebruiken om meer winst te maken. Multinmtionals zijn steeds beter in staat om landen tegen elkaar uit te spelen. Zij kiezen voor landen waar zij hun kosten zo laag mogelijk kunnen houden. Multinationals maken bijvoorbeeld afspraken met de belastingdienst van het land naar keuze waardoor veel minder belasting betaald wordt dan het midden en klein bedrijf doet.
Ook toeleveranciers worden onder druk gezet om zo goedkoop mogelijk te produceren, waardoor ook zij minder bij kunnen dragen aan de welvaart van een land.

Een reden genoemd in de rapporten is dat GVC's steeds meer gefragmenteerd raken. Het eindproduct bestaat uit steeds meer deelproducten die vanuit andere landen worden geïmporteerd om zo alle gewenste innovaties in het eindproduct te kunnen verwerken. [24]

Op wereldschaal zou dit echter niets uit moeten maken omdat de geïmporteerde producten ook weer bijdragen de welvaart van het exporterende land. De 'nieuwe' bedrijven die de deelproducten maken dragen immers ook weer bij aan de export in de landen.

Om de lokale economie op pijl te kunnen houden zou ieder land meer GVC's binnen de landsgrenzen moeten zien te krijgen. [24]

Dat zou betekenen dat ieder land meer multinationals zou moeten aantrekken die telkens minder bijdragen en samen telkens meer producten gaan afzetten. Een 'race to the bottom'.
Even­wichts­eco­nomie
In de regionetwerken kunnen landen zelf hun economie in overleg met de betrokken regio's vormgeven waardoor deze 'race to the bottom' wordt vermeden.
Zo zullen de GVC's niet telkens minder gaan bijdragen aan de lokale economie omdat zij gestuurd worden en verantwoording afleggen aan de samenlevingen waar zij hun producten en/of diensten aan leveren.
En omdat regio's op globaal nivo alle organisaties kunnen sturen, kunnen zij hun eigen economie vormgeven.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Het vormgeven van de eigen economie, inclusief alle organisaties, biedt een veel beter uitgangspunt dan de situatie waarin GVCs telkens minder bijdragen en landen met elkaar concurreren om meer inkomsten.
Internationale samenwerking
Vrijemarkteconomie
Multinationals kunnen landen tegen elkaar uitspelen en kiezen voor die landen waar zij de minste beperkende wetgeving aantreffen (vb soepele milieu wetgeving), het minste belasting betalen en/of gebruik kunnen maken van subsidies. Als multinationals overal dezelfde redelijke belasting tarieven moeten betalen en geen overbodige subsidies krijgen dan zouden landen meer voordeel hebben van GVCs.
Landen zouden dan moeten samenwerken om te komen tot gelijke regelingen, een van de aanbevelingen in het World Development Report 2020. En landen zouden gemeenschappelijk open en duidelijke/voorspelbare handelsregels af moeten spreken. [25]


Echter, dit soort samenwerking tussen landen lijkt in 2020, het uitkomen van het rapport, nauwelijks voorstelbaar.
Landen zijn in het algemeen zo zeer bezig met hun eigen belang dat zij eerder zullen kiezen voor het lokken van multinationals naar hun eigen land ten koste van andere landen. [26]
Even­wichts­eco­nomie
Een GVC wordt gevormd door een organisatie of door samenwerkende organisaties. Zij zullen landen niet tegen elkaar uitspelen omdat omdat alle organisaties, ook de grote, dienstbaar zijn aan de samenlevingen waar zij hun goederen of diensten aan leveren.

De even­wichts­eco­nomie kan wel intern duidelijke/voorspelbare handelsregels afspreken. Maar het overeenkomen van eerlijke handelsverdragen is maar ten dele realiseerbaar door de even­wichts­eco­nomie alleen. Toch kan de even­wichts­eco­nomie met haar potentie om samen te werken en haar economische invloed wel een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van landen om te komen tot goede afspraken.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
We zien dus dat samenwerking ervoor zorgt dat bovenstaande dilemma's binnen de vrije markt veel minder optreden in de even­wichts­eco­nomie.
Creëren van meer welvaart met behulp van GVCs heeft wisselende resultaten
Vrijemarkteconomie
Landen kunnen proberen om meer inkomsten te verkrijgen uit aan een bij hun gevestige GVC.
Het brengt namelijk meer op om een overstap te maken van het produceren van eenvoudige deelproducten naar de productie van hoogwaardige deelproducten. [27]

Echter als landen deze verandering in de GVCs gaan stimuleren dan zijn de resultaten niet altijd positief, zeker niet voor de werkgelegenheid van lager opgeleiden. [28]

Daarbij komt nog dat deze opwaardering van activiteiten in GVCs in veel landen moeizaam verloopt.
Even­wichts­eco­nomie
In de even­wichts­eco­nomie is het altijd in overleg mogelijk om economische activiteiten anders vorm te geven, dus ook die binnen de GVCs.

Verder wordt de economie gevormd naar de wensen van mensen. De economische omstandigheden zijn door de bevolking zelf te bepalen. Hierdoor is het veel beter mogelijk om werk zo te verdelen dat iedereen werk heeft.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Binnen de even­wichts­eco­nomie is kan in overleg om opwaardering van activiteiten in GVCs te bewerkstelligen. Hierdoor gaat geen werk en dus geen inkomsten verloren. Er zal wel herverdeling van werk plaatsvinden.

Opwaardering kan alleen onder de juiste omstandigheden. Veelal zijn een goede infrastructuur, goed opgeleid personeel en geschikte productiemiddelen noodzakelijk. Samenwerking maakt het mogelijk dat landen en/of regio's hierbij ondersteund kunnen worden als daar behoefte aan is.
GVCs veroorzaken ongelijkheid, resulterend in maatschappelijke, sociale problemen
Vrijemarkteconomie
Door de komst van GVCs wordt een land als geheel weliswaar rijker, maar het aantal banen voor laagescholde werknemers neemt af. [28]
De aanwezigheid van GVCs veroorzaakt hogere inkomens voor de hogere klasse en de midden klasse. De lagere klasse blijft gelijk of gaat erop achteruit. [29]
De lagere klasse maakt wereldwijd toch een aanzienlijk deel van de bevolking uit.

Vaak wordt er de nadruk gelegd dat door de komst van GVCs er minder armoede is. Maar de ongelijkheid neemt altijd toe.

En juist dat is schadelijk voor een samenleving: Uit grootschalig onderzoek blijkt dat het niet uit maakt hoe rijk de burgers gemiddeld zijn, maar juist de ongelijkheid in inkomen en met name in bezit zorgt voor meer maatschappelijke, sociale en gezondheids problemen.
Dit mont op den duur uit in populistisme en sociale onrust. [30]
Uiteindelijk zullen democratieën hierdoor gaan wankelen en raken maatschappijen ontwricht.
Even­wichts­eco­nomie
In de even­wichts­eco­nomie is een geringe ongelijkheid:
Er is verschil in inkomen. Bij iemand's beloning of salaris wordt namelijk gekeken naar zijn geleverde bijdrage aan de samenleving. Hierbij wordt bekeken wat fair is.
Het verschil in bezit van kapitaal is principieel relatief laag in de even­wichts­eco­nomie. De even­wichts­eco­nomie kent geen extreme verschillen in het bezit van kapitaal. Iemand's kapitaal zijn de mensen om hem heen en de samenleving. De samenleving zorgt ervoor dat hij/zij kan leven in welvaart.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Doordat in de even­wichts­eco­nomie slechts een geringe ongelijkheid is, zullen de problemen die gerelateerd zijn aan ongelijkheid niet optreden. De samenleving wordt gekenmerkt door onderling vertrouwen en saamhorigheid. Deze samenleving bevordert voor een prettig en welvarend leven voor haar burgers.
Doordat GVCs produceren in verschillende regio's verplaatsen zich schokken door die economieën
Vrijemarkteconomie
Doordat productieketens in veel landen en regio's activiteiten ontwikkelen worden de economieën van deze landen/regio's nauwer met elkaar verbonden.
Hierdoor kunnen economische tegenslagen op een plaats effect hebben op de hele productieketen. Waardoor de economie ook op andere plaatsen geraakt kan worden. [31]
(World Development Report 2020 H 5)

Een voorbeeld: Rond 2019 werd de Duitse autoindustrie hard geraakt door de handelsoorlog tussen China en de VS. De verwachting is dan dat dit uiteindelijk ook een effect gaat hebben op de dan nog goede draaiende Nederlandse economie.
Nederland heeft veel toeleveranciers voor de Duitse autoindustrie. [32]
https://nos.nl/artikel/2295295-duitse-auto-industrie-hapert-en-dat-is-ook-in-nederland-te-merken.html Hierdoor kan (een deel van) de Nederlandse economie geraakt worden.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Deze schokken zullen nauwelijks optreden in de even­wichts­eco­nomie. Toelevanciers, fabrikanten en klanten zitten in de even­wichts­eco­nomie relatief dicht bij elkaar. Als een deel van de keten om wat voor reden dan ook hapert dan zullen de betrokken organisaties ondersteuning vragen en krijgen van samenleving(en) waaraan zij leveren. Deze samenlevingen kunnen hun eigen economie vormgeven en zij zullen samenwerken om het geraakte ketenonderdeel te ondersteunen.
De platform economie ondermijnt de echte economie
Vrijemarkteconomie
Digitale platforms bieden nieuwe kansen voor bedrijven.
Maar digitale platformen hebben ook een bedenkelijke invloed op de gebruikers -bedrijven en klanten- en op de samenleving als geheel. Door hun marketing kracht, hun marktdominantie maken ze aangesloten bedrijven van zich afhankelijk en vragen onredelijk veel voor hun diensten.

Zo bieden de plaforms waarop de klant een retaurant kan uitzoeken vaak voordelen aan restaurants die meer betalen. Hierdoor gaat er teveel geld naar het platform. Ook verdwijnen uiteindelijk de kleine eethuisjes die vaak onderdeel uitmaken van het sociale leven in een stad.
Deze platform economie kent vele vormen. [33]


Ook de echt grote platforms als Google, Amazon en Uber zullen de echte economie gaan ondermijnen. Zij zullen de data van al hun gebruikers combineren met inzichten uit de marketing en psychogie om klanten zo veel mogelijk te laten kopen. Hierdoor wordt de maatschappij telkens meer een consumptiemaatschappij, met alle haast onoplosbare problemen van dien.
Even­wichts­eco­nomie
In de even­wichts­eco­nomie zijn digitale platforms ook organisaties en dus ondersteunend aan de samenleving en de economie. Zij zijn geen parasieten van de reële economie.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Online platforms kunnen zijn belangrijk voor innovatie. Zij bieden vaak een nieuwe manier om kopers en verkopers van goederen en diensten meer met elkaar in contact te brengen.
In de even­wichts­eco­nomie echter hebben deze platforms geen ondermijnende invloed op de economie en de samenleving.
Ongebreidelde groei GVCs
Vrijemarkteconomie
Het algemene beeld dat uit de rapporten naar voren komt is dat GCVs een telkens groter deel uit gaan maken van de economie. In de rapporten wordt het laten toenemen van GCVs gepropageert. Dat zou de economie het meest stimuleren.

Hierdoor neemt de invloed van multinationals telkens meer toe. Maar men dan gaat voorbij aan de in de eigen rapporten gesignaleerde serieuze nadelen die onlosmakeling verbonden zijn met de manier waarop multinationals functioneren.
Even­wichts­eco­nomie
In de even­wichts­eco­nomie is het niet nodig om werkegelgenheid te scheppen en extra inkomsten te verkrijgen met meer GVCs. Men kan de stand van de eigen economie zelf bepalen omdat het hele economisch systeem in handen is van en gestuurd wordt vanuit de samenleving.
Mogelijk dat men kiest voor uitbreiding van GCVs. Maar ook kleinere organisaties kunnen zorgen voor de gewenste balans in het economisch systeem.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
GVCs hebben in de even­wichts­eco­nomie niet de nadelen die multinationals hebben op de samenleving en de natuur. Zij worden immers gestuurd door de samenleving waarmee zij verbonden zijn. Een samenleving die ook baat heeft bij een gezond milieubeleid.

Verder is een ongebreidelde groei GVCs is niet noodzakelijk voor een bloeiende economie. Een bloeiende economie zou ook met kleinschaligere organisaties ondersteund kunnen worden.
Een samenleving hoeft niet te kiezen voor telkens meer producten. Deze zullen het welzijn van mensen op een gegeven moment niet meer kunnen vergroten. Voor iedereen in de even­wichts­eco­nomie is veel voorhanden dat zijn welzijn bevordert omdat het economisch systeem juist daarop is ingericht.

2.2. Tekortkomingen GVC's in ontwikkelingslanden en het betere alternatief

In deze paragraaf wordt besproken welke nadelen er aan GVCs in de vrijemarkt kleven voor ontwikkelingslanden. Ontwikkelingslanden hebben veel meer baat bij GVCs in de even­wichts­eco­nomie, zoals we nu zullen zien.

Of en onder welke omstandigheden ontwikkelingslanden daadwerkelijk zullen deeelnemen aan de even­wichts­eco­nomie wordt in het volgende thema besproken.

Weinig handel met buren in de regio
Vrijemarkteconomie
Het lijkt erop dat ontwikkelingslanden deels achterblijven omdat ze weinig met hun buren in de regio handelen. [34]
Als ontwikkelingslanden de voorzieningen hebben om met hun buren te handelen dan zie je ook een deelname aan GVCs met hoogwaardige producten. [35]
Even­wichts­eco­nomie
Als een land of een deel daarvan gaat deelnemen aan de even­wichts­eco­nomie dan wordt er vanuit de samenleving bekeken hoe wensen en arbeidspotientieel van de samenleving zo goed mogelijk op elkaar gestemd kunnen worden. Dan begint de samenwerking.
Desgewenst kan een ontwikkelingsland geholpen worden door een regio met een goed draaiende economie om dit proces op gang te brengen. Hierbij wordt een samenwerkingsverband aangegeaan.

Natuurlijk zal blijken dat niet aan alle producten en diensten die de samenleving wenst lokaal gemaakt kunnen worden. Daarom gaat men samenwerken binnen de regio, en uiteindelijk binnen het regionetwerk.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
In tegenstelling tot de situatie in de vrije markt zullen ontwikkelingslanden in de even­wichts­eco­nomie wel handelen met hun buren in de regio. Voorwaarde is natuurlijk wel dat er in de regio al meer gebieden in de even­wichts­eco­nomie zijn. Hierdoor hebben de ontwikkelingslanden een betere uitgangspositie.
Ontbreken van sterke handelspartners of belangrijke economische activiteiten in de regio
Vrijemarkteconomie
Voor ontwikkelingslanden blijkt het belangrijk te zijn dat zij sterke handelspartners hebben.
Daarnaast blijkt het voor een ontwikkelingsland belangrijk te zijn om niet te ver af te zitten van gebieden waar economische activiteit geconcentreerd is. [36]
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
In de even­wichts­eco­nomie heeft een ontwikkelingsland handelsbetrekkingen met Westerse regio's die als doel hebben om elkaar te versterken. Hierdoor kunnen zij hun eigen economie gaan vormgeven.

Verder zijn de economische activiteiten zo lokaal mogelijk geconcentreerd. Hierdoor zal een ontwikkelingsland in de even­wichts­eco­nomie nooit ver af zitten van gebieden met een concentratie aan economische activiteit.
Producten met weinig technologie componenten
Vrijemarkteconomie
Ontwikelingslanden blijven achter omdat hun producten gemaakt worden met weinig technologie componenten. [37]
Even­wichts­eco­nomie
En juist op dit gebied van technologie worden ontwikkelingslanden binnen de even­wichts­eco­nomie ondersteund: Samenwerking betekent binnen de even­wichts­eco­nomie ook dat regio's die achterblijven op technologisch gebied worden ondersteund bij het integreren ervan.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Ontwikkelingslanden hoeven niet zelf het wiel opnieuw uit te vinden, maar zij kunnen ondersteund worden door landen die de technologisch verder ontwikkeld zijn. Hierdoor vinden zij sneller aansluiting bij de modernere technologieën.
Slecht functionerende handelsverdragen
Vrijemarkteconomie
Ontwikkelingslanden worden geremd in hun handel met buren en in hun regio als er geen uniform handelsverdrag is maar er meerdere regionale handelsverdragen gelden die elkaar soms overlappen. Dit belemmert de regionale handel onnodig, zeker als het kleinere ondernemingen betreft. [38]
Even­wichts­eco­nomie
Natuurlijk is het afsluiten van handelsverdragen in eerste instantie een zaak van de overheid. De even­wichts­eco­nomie heeft als belangrijke economische factor wel middelen om het voor ontwikkelingslanden aantrekkelijk te maken om betere handelsverdagen te sluiten. De even­wichts­eco­nomie zal dan bijdragen aan de totstandkoming van eerlijke handelsverdragen die alle betrokken economieën kunnen versterken.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden?
Bij afsluiten van een goed en fair handelsverdrag kunnen veel meer factoren dan gezamelijke economische voordelen een rol spelen. Het hangt daarom helemaal van de situatie af of de inbreng van de even­wichts­eco­nomie versneld kan leiden tot betere handelsverdragen.
Weinig voorzieningen voor deelname aan GVCs
Vrijemarkteconomie
Voor ontwikkelingslanden is het niet zozeer van belang dat men goedkope arbeidskrachten heeft, maar dat de productiekosten per producteenheid laag zijn. [39]


Ontwikkelingslanden die GVC's binnen hun landsgrenzen hebben zouden hiervan meer kunnen profiteren als zij ook in het delen van de keten zouden kunnen meedoen, waarin het meer geld verdiend wordt. [40]


En hiervoor zijn zaken als infrastructuur, technische apperatuur en opleiding van werknemers van belang. Het is de vraag of dit voor ontwikkelingslanden dit op een hoger niveau kunnen krijgen. [40]
Deze twijfels leven bij meer economen.
Even­wichts­eco­nomie
In de samenwerkingsverbanden van de netwerkregio's krijgen ontwikkelingslanden de steun om zich verder te ontwikkelen. Hierdoor krijgen hun economisch systeem in lijn met de behoeften en mogelijkheden van de samenleving. Producten kunnen efficiënter geproduceerd en ontwikkelingslanden krijgen de mogenlijkheden om aan GVCs deel te nemen.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
In de even­wichts­eco­nomie krijgen ontwikkelingslanden faire kansen om zaken als infrastructuur, technische apperatuur en opleidingen van werknemers op orde te krijgen. Als daar behoefte aan is kunnen zij dan deelnamen aan GVCs.
Overheidsinstituten zou meer kunnen bijdragen
Vrijemarkteconomie
Landen met overheidsinstituten die zorgen voor goed beschermde eigendomsrechten en goede rechtspraak participeren meer in GVC's. [41]


Een voorbeeld waarom dit zo belangrijk is voor goed fuctionerende GVCs:
Stel een bedrijf is begonnen met het in productie nemen van een product dat speciaal voor een klant bedacht is. Indien deze klant kan gaan heronderhandelen over de prijs of over producteigenschappen dan zou het bedrijf de productie mogelijk moeten stil te leggen. Hierdoor kan het bedrijf niet goed functioneren en zou het verlies kunnen leiden.
Een goed functionerend rechtsysteem zal ervoor zorgen dat men zich aan eerder gemaakte afspraken houdt. Een goed functionerend rechtssysteem is dus belangrijk voor bedrijven. Dit zorgt voor vertrouwen en daardoor kan er ook meer in het land geïnvesteerd worden.

Met name hoog technologische industrieën kunnen beter functioneren als goede instituten voorhanden zijn. [42]

Ook is het van belang dat overheden en hun instituten actief bezig zijn met economisch beleid. [43]


Daarnaast zouden overheidsinstituten transparanter en efficiënter moeten werken, een anti-curruptie beleid voeren en de toegang tot kapitaal moeten vergemakkelijken. [44]
Even­wichts­eco­nomie
Op dit punt hebben (ontwikkelings-)landen die meedoen aan de even­wichts­eco­nomie een duidelijk voordeel: Het economisch systeem zelf herbergt al de instituten die ervoor zorgen dat de economie goed kan draaien. Deze organisaties hebben de instrumenten in handen om de de lokale economie zo vorm te geven dat deze aansluit bij de behoeften en de mogelijkheden van de bevolking.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Binnen de even­wichts­eco­nomie is het nakomen van gemaakte afspraken een belangrijk onderdeel van samenwerken. In eerste instatie zullen alle betrokken Organisaties met een unfair handelende Organisatie in overleg treden.

Mocht dit niet werken dan heeft dit consequenties.
De Handhavende Organisatie kan ervoor zorgen dat de unfair handelende personen uit de betreffende Organisatie gezet worden. Ook kan de hele Organisatie of een deel daarvan worden opgeheven.
GVCs hebben ook een negatieve invloed op de samenleving in ontwikkelingslanden
Vrijemarkteconomie
In het Global Value Chain Development Report 2017, 2019 en 2020 wordt uitsluitend bericht over de kansen die GVCs -veelal mulinationals- zouden kunnen bieden aan ontwikkelingslanden. In de praktijk zijn de nadelen soms vele malen groter dan de voordelen van de economische bedrijvigheid.

Een voorbeeld van GVC's die alleen maar serieuze nadelen opleveren voor het land zijn de pharmacuetische industrieën in de provincie Hyderabad van India. In deze provincie heeft de regering van India een speciale economische zone ingericht om pharmaceutische industrieën te faciliteren.
In het 'World Development Report 2017' is sprake van allerlei positeve effecten die dat soort speciale economische zones zouden kunnen hebben op de economie. [45]
De pharmacuetische industrieën in Hyderabad hebben echter alleen maar negatieve effecten.
Dit wordt in een reportage over de phamagigant Aurobindo toegelicht. [46]

Overigens betrekken Nederland en België veel medicijnen uit Hyderabad. Opvallend is dat er geen tegenbewegingen zijn, zoals wel het geval bij de kledingindustrie in ontikkelingslanden waarin zich vergelijkbare taferelen afspelen.
In de even­wichts­eco­nomie de betere voorwaarden
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat de nadelen van GVCs in de vrije markt niet aanwezig zijn in de even­wichts­eco­nomie.
De nadelen zijn het gevolg van het feit dat de multinationals achter de GCVs hun eigen voordeel (moeten) nastreven in cuncurrentie met anderen. En dat eigen voordeel staat in onze tijd haaks op het algemeen belang.
De samenwerkingsvorm in van de even­wichts­eco­nomie garandeert dat GVCs het gemeenschappelijk belang voor ogen hebben.

2.3. Onevenwichtige handels­balansen in evenwicht brengen

2.3.1. Waarom is evenwicht op de handelsbalansen belangrijk?

De handelsbalans [47] [48]
van een land of regio is het verschil wat er aan geld uitgaat -door import van goederen en diensten- en de hoeveelheid geld die binnenkomt -door export van goederen en diensten.

Zoals al aan bod gekomen kent de evenwichts­economie regio's die ieder een eigen handelsbalans hebben. Ook is al opgemerkt dat iedere regio streeft naar evenwicht op de handelsbalans. In deze subsubparagraaf wordt bekeken waarom evenwicht op de handelsbalans voor iedere regio van belang is. Ook wordt toegelicht hoe dit evenwicht bewaard wordt.
Zorgen voor evenwicht in elkaars handels­balansen betekent elkaar steunen
Stel 10 mensen maken en leveren aan elkaar alle producten waaraan zij behoefte hebben. Iedereen heeft een specialisatie die niet zo snel door een ander kan worden opgepakt.
Stel nu dat de prijzen die gerekend worden ertoe zullen leiden dat enkelen op den duur geen geld meer over hebben. Als iedereen wil dat niemand er financieel op achteruit gaat dan zal er onderling overleg moeten plaatsvinden over hoe de producten op een faire wijze geprijsd kunnen worden.
Iedereen zal zijn wensen kenbaar moeten maken. En in alle redelijkheid moet overlegd worden hoe iedereen op een faire wijze aan zijn trekken kan komen. Je wil bijvoorbeeld niet dat iemand aan het eind van de rit een lege portemonnee heeft. Dat kan alleen als er evenveel inkomt als dat er uitgaat.

Je zou ook kunnen zeggen dat als iemand je een dienst bewijst - iets van je koopt - het vanzelfsprekend is dat je die ander ook een dienst bewijst - iets bij hem koopt. Maar het is ook heel praktisch: Als bij de ander geen geld binnenkomt dan kan hij ook niets bij jou kopen. En doordat hij in financiële nood zit kan hij geen producten meer maken die anderen ook nodig hebben.
Iets waar de 10 mensen uiteindelijk gezamenlijk last van zullen krijgen.

Zo is het ook op regionaal niveau.
Als regio's gezamenlijk elkaars handelsbalansen in evenwicht houden dan houden ze ook elkaars economieën in stand. Uiteindelijk betekenen de handelsoverschotten van de Westerse landen dat andere landen, waaronder ontwikkelingslanden, een handelstekort hebben en dus in de problemen zijn of kunnen komen.
Zo hangen de economische problemen van een aantal Zuid-Europese landen samen met hun handelstekort met Noord-Europese landen. Uiteindelijk heeft dat effect op de economieën van Zuid én Noord-Europa.

2.3.2. Een evenwichtige handelsbalans heeft een dynamisch evenwicht

Bij het toelichten van evenwicht op de handelsbalans gaan we uit van twee regio's, regio A en regio B.

Figuur 4. Twee regio's, regio A en regio B

In de volgende figuren wordt de handel tussen regio's toegelicht, gebruikmakend van deze twee regio's A en B.
Deze toelichtingen hebben ook betrekking op de handel tussen meerder regio's. Voor de eenvoud is gekozen voor de weergave van twee regio's.


Evenwicht door gelijke in- en uitgaande geldstromen
Wat evenwicht in de handelsbalansen van regio's A en B betekent wordt toegelicht aan de hand van figuur 5. In de figuur is onder andere weergegeven dat regio A producten importeert. De import vindt plaats door geld te betalen voor de geïmporteerde goederen en diensten. Regio B doet hetzelfde.
Regio A en regio B hebben evenwicht op hun handelsbalansen als de in- en uitgaande geldstromen even groot zijn.
Figuur 5. Stabiel evenwicht in de handels­balansen van regio A en regio B

Dit stabiel evenwicht wordt verkregen door een voortdurend overleg waarbij prijzen en werkzaamheden in regio A en B telkens worden aangepast aan de omstandigheden en wel zo zijn dat zij als eerlijk en duurzaam ervaren worden én €A gelijk is aan ¤B. Dit is hierboven in de tekst toegelicht.

Aanduiding Betekenis
Import A hoeveelheid diensten en goederen die in regio A geïmpor­teerd worden
Import B hoeveelheid diensten en goederen die in regio B geïmpor­teerd worden
munteenheid van regio A
€A hoeveelheid € betaald voor de import in regio A
¤ munteenheid van regio B
¤B hoeveelheid ¤ betaald voor de import in regio B

Stabiel evenwicht door voortdurend te luisteren en organisaties telkens iets bij te stellen
Het stabiel evenwicht waarnaar gestreefd wordt is een dynamisch evenwicht.
Een dynamisch evenwicht betekent dat dat de toestand van evenwicht telkens weer opnieuw opgezocht moet worden. Doordat namelijk de behoeften en de economische omstandigheden telkens iets wijzigen kan het evenwicht op de balans verstoord te worden. In de volgende subsubparagraaf wordt beschreven hoe de Monetaire Organisatie en in mindere mate de Verbindende Organisatie zorgen dan dat deze balans weer hersteld wordt.

Het evenwicht kan alleen stabiel blijven als de bijstellingen van het economisch systeem niet te groot zijn. Te grote bijstellingen kunnen leiden tot niet voorspelde en ongewenste grote economische veranderingen. Consumenten gedrag is namelijk niet altijd goed voorspelbaar. Ook als de samenleving in onderling overleg iets besloten heeft -ondersteund door Monetaire Organisatie Verbindende Organisatie- dan kunnen de consumenten die onderdeel uit maken van die samenleving toch anders handelen. Door telkens kleine bijstellingen te maken en te kijken naar de effecten kan snel op onevenwicht op de handelsbalans gereageerd worden. Anders gezegd: Zodra blijkt dat we niet doen wat we hebben afgesproken moeten we weer 'even om de tafel gaan zitten' om bijstellingen te maken.

2.3.3. Structuur voor het in evenwicht houden van de handelsbalans

De lokale Monetaire Organisatie beschikt over import en export gegevens van de lokale organisaties. De Monetaire Organisaties van met elkaar handelende regio's -het regionetwerk- stellen dan ook in onderlinge samenwerking hun handelsbelansen op.

De Verbinde Organisatie van de regio en die van het regionetwerk invetariseren regelmatig wensen aan producten en diensten en de productiviteit van de regio's. Eventuele veranderingen zijn in principe relatief kleine wijzigingen ten opzichte van de oude situatie.
Op basis hiervan wordt door de Monetaire Organisaties gewerkt aan nieuwe handelbalansen met kleine wijzigingen tov de oude. De Monataire Organisaties geven daarbij aan welke mogelijkheden er zijn om de handelsbalansen sluitend te houden. Zij doen dit in overleg met de Verbindende Organisaties. Het is dan aan de Verbindende Organisaties om ervoor te zorgen dat de keuze voor een handelsbalans fair is en breed gedragen wordt.

2.3.4. Evenwichtige handelsbalans door samenwerking tussen regio's

Regio's zijn regelmatig met elkaar in overleg over hoe zij de eigen handelsbalans en die van de regio's in hun regionetwerk in evenwicht kunnen houden.
In feite komt het erop neer dat men gemeenschappelijk een afweging maakt tussen wensen en inspanningen van de eigen regio en die van de andere regio. Voorop staat dat de gemaakte afspraken fair zijn.

We gaan nu aan de hand van wat voorbeelden bespreken hoe deze afwegingen eruit kunnen zien. We gaan ervan uit dat een regio A meer wil gaan importeren vanuit een regio B dan het exporteert naar regio B, waardoor beide handelsbalansen in onevenwicht zouden geraken.

Fairness: geen eigen voordeel ten koste van anderen
Stel in regio A wil de bevolking graag een kortere werkweek introduceren. Tevens wil de bevolking op dezelfde manier blijven consumeren. Regio A komt tot de conclusie dat er meer geïmporteerd moet worden uit regio B. In feite gaan de werknemers uit die regio B dan meer werken om de arbeidstijdverkoring in regio A mogelijk te maken. Als regio A hiervoor geen argumenten heeft dan is dit niet fair naar regio B toe. Bij een oprechte samenwerking zal regio A fairness laten prefereren.
Verderop wordt uitgebreid toegelicht waarom deze vorm van samenwerking diep geworteld is in de even­wichts­eco­nomie. Men stelt niet het eigen belang voorop maar het collectieve belang.
Fairness: oog hebben voor elkaars behoeften
De vraag naar meer import zou bijvoorbeeld ook het gevolg kunnen zijn van een mislukte oogst. Als schade aan de economie door overmacht wordt veroorzaakt dan zal regio B zeker aan deze oproep -samen met andere regio's- gehoor geven. Omdat regio's elkaar wederzijds helpen in economisch mindere tijden wordt er op de handelsbalansen gecorrigeerd voor onevenwichtigheden tgv dit soort tegenslagen.
Fairness: oog hebben voor elkaars cultuur
Het is mogelijk dat een regio A minder goederen maakt dan waar de regio behoefte aan heeft. Dan is het aan andere regio's om met de bevolking van de regio om te bekijken of en hoe de regio ondersteund kan worden.

Regio B zou kennis naar regio A kunnen gaan exporteren die de tekortkomingen in regio A helpen oplossen.
Als de lokale cultuur er de oorzaak van is dat in de regio economische activiteiten belemmert worden [9],
dan heeft het weinig zin om economische productiefaciliteiten op te zetten en die over te dragen in de hoop dat de lokale bevolking daarmee aan de slag gaat. Door in overleg te treden en zaken uit te proberen kan worden afgetast wat dan wel een goede aanpak is.

Als van binnenuit geen cultuuromslag bereikt kan worden dan kan regio B ook door extern geleide economische activiteiten ondersteund worden. Regio B gaat dan organisaties opzetten in regio A en zelf leiden. Dit betekent dat regio B meer goederen vanuit de in regio A opgezette organisaties gaat importeren. De handelsbalans kan in evenwicht blijven als de bevolking van regio A meer goederen kan importeren.
Omdat deze activiteiten binnen de even­wichts­eco­nomie vallen zullen zij uiteindelijk een cultuuromslag gaan bewerken.

Als regio A een ontwikkelingsland is kan regio B daarnaast overwegen om regio A te helpen bij de ontwikkeling. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als infrastuctuur en onderwijs.
Regio B ontvangt dan geen materiële goederen. Regio B investeert in de stabiliteit van regio A in de verwachting dat het in de toekomst een goede en betrouwbare handelspartner krijgt. Regio A zou dan wel moeten investeren in het opbouwen van een lange termijnrelatie met regio B. Het zal dan werken aan de opbouw van voorzieningen of organisaties die voor beide regio's van belang zijn. Dit soort 'ontwikkelingshulp' is dan een lange termijn investering voor regio B en mogelijke ook andere regio's.
In de handelsbalans worden dan de inspanningen of contractuele verplichtingen van regio A deels als voorbereidende diensten tbv regio B opgenomen.

Uitgangspunt blijft dat de regio's gelijkwaardig met elkaar in gesprek zijn over wat hun behoeften zijn en hoe zij door samenwerking elkaar kunnen versterken. Hierbij moeten de inspanningen van twee kanten komen.

2.3.5. Evenwichtige handelsbalans doordat iedereen handelt in het collectief belang

In bovenstaande paragrafen is aan bod gekomen hoe regio's tot afspraken komen over het in evenwicht brengen van hun handelsbalansen.
Het kan altijd zo zijn dat burgers in de overlegstructuur afspraken maken, maar dat zij als consumenten toch anders gaan handelen. Hierdoor zouden faire afspraken toch niet kunnen resulteren in een evenwichtige handelsbalans.
Hoe zorg je ervoor dat consumenten uit een regio zich zo gedragen dat de handelsbalans in evenwicht blijft?

Iedere deelnemer ervaart de noodzaak om persoonlijk bij te dragen aan een evenwichtige handelsbalans
Laten we uitgaan van een eerlijk en open overleg tussen twee regio's A en B waaruit komt dat een regio A minder kan importeren dan waar de bevolking om vraagt. De beperkte hoeveelheid goederen die vanuit regio B naar regio A gaat zal niet voldoende zijn om aan alle vraag te voldoen.

Voorop staat dat de consumenten uit regio A gekozen hebben voor samenwerking. En echte samenwerking betekent nu eenmaal dat je niet altijd het onderste uit de kan kunt halen. De consumenten zullen zich realiseren dat dit is waar ze voor gekozen hebben en dat deze keuze uiteindelijk veel oplevert, ook al moet je soms wat inleveren. De Verbindende Organisaties in regio A zullen deze boodschap weer onder de aandacht brengen bij de bevolking. Daarnaast zullen zij transparant zijn en uitleggen waarom de overeenkomst fair is.

En daarmee is het dilemma weer terug naar het persoonlijk niveau. De deelnemer aan de even­wichts­eco­nomie weet dat hij gekozen heeft voor gemeenschappelijk belang boven eigen belang. Als de deelnemer als consument andere keuzes maakt dan kiest hij er impliciet voor om minder deel te nemen aan de even­wichts­eco­nomie en dus ook minder te kunnen profiteren van de voordelen van de even­wichts­eco­nomie. Hij/zij zal uiteindelijk weer meer terug moeten vallen op de (nadelen van de) vrije markt.

Nu is een meer rationele reden om te kiezen voor het gemeenschappelijk belang en samenwerking aan bod gekomen.
In het volgende thema wordt meer de nadruk gelegd op de menselijke aspecten van samenwerking tussen regio's. Hier wordt verduidelijkt wat deze vorm van samenwerking ons als mens oplevert.

2.4. Tekortkomingen financiële globalisatie betrokken bij handel en het alternatief

In deze subpagraaf gaan we in op de financiële aspecten van de internationale handel.
Deze subparagraaf behandelt de situatie dat de financiële instellingen van de even­wichts­eco­nomie nog niet operationeel zijn en alleen de financiële instellingen uit de vrije markt actief zijn.

Effecten van wisselkoersen op slecht draaiende economieën in de vrije markt
Geldstromen over tussen landen met verschillende valuta's hebben te maken met wisselkoersen. Deze wisselkoersen kunnen sterk variëren onder invloed van inflatie, negatieve handelsbalans en staatsschuld. De stand van de wisselkoersen is sterk afhankelijk van wat er gebeurt op de financiële markten. Een in moeilijkheden verkerende economie krijgt te maken met een dalende wisselkoers, waardoor het aflossen van schulden, veelal in dollars, moeilijker wordt en het importeren van producten moeilijker wordt. De economie kan dan extra onderuit gehaald worden.
Er ontstaan vaak nog grotere problemen. [49]


Uit onderzoek blijkt dat een vaste wisselkoers significant beter is voor de economie dan een variabele wisselkoers. [50]
We zullen nu zien hoe we het idee van een vaste wisselkoers -namelijk goederen voor een vaste prijs- kunnen introduceren in handel tussen landen met een variabele wisselkoers.
De betrokken landen zijn mogelijk geneigd om hieraan mee te werken omdat zij ook de voordelen ervan inzien.
Wisselkoersmarges van banken weren
Banken proberen begrijpelijkerwijze het maximale te halen uit de wisselkoersmarges. Bij deze valutatahandel gaan banken ook nogal eens over de schreef.
Bij deze valutatahandel gaan banken ook nogal eens over de schreef. [51]

Door deze opstelling schaden zij nogal eens de economieën van met name ontwikkelingslanden. En de winsten van banken dragen nauwelijks bij aan de reële economie. Vandaar dat de even­wichts­eco­nomie ernaar streeft om dit betalingsverkeer buiten de banken om te organiseren.

2.4.1. Fluctuaties in wisselkoersen compenseren

Hoe kunnen fluctuaties in wisselkoersen worden opgevangen in de evenwichts­economie?
Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van figuur 6.

In onderstaande figuur 6. wordt er vanuit gegaan dat de munteenheid € van regio A 10% in waarde stijgt tov de munteenheid ¤ van regio B.
In de vrije markt betekent dit dat de consumenten van regio A met 90% van het oorspronkelijke budget hun importproducten kunnen kopen. Daartegenover staat dat export organisaties in regio A 10% minder kunnen exporteren als de consumenten in regio B in zijn totaliteit niet meer uitgeven.

De consumenten in regio A hetzelfde betalen voor hun importproducten. De importerende organisaties ontvangen hierdoor altijd dezelfde inkomsten. Zij gebruiken nu 90% van hun inkomsten voor het aankopen van de te importeren producten. De importerende organisaties geven de resterende 10% van hun inkomsten door aan de exporterende organisaties. Exporterende organisaties gebruiken deze 10% om betalingen van de consumenten uit regio B (die maar 90% van de prijs vormen) aan te vullen en daardoor toch hetzelfde te kunnen blijven exporteren.

Figuur 6. Compensatie voor daling wisselkoers van munteenheid ¤ met 10%

Handelsbalans evenwicht wordt gestabiliseerd door Import A, Import B en consumentenbestedingen voor import gelijk te houden. Daartoe worden de consumenten bestedingen voor import in regio A voor 10% doorgesluisd naar de export organisaties in regio A.

Aanduiding Betekenis
Imp organisatie(s) die goederen importeren en verkopen aan de consument
Exp organisatie(s) die producten en diensten maken en exporteren
consument(en); zij betalen voor de importproducten een constante prijs, ondanks daling wisselkoers ¤ met 10%
€A (90%) 90% van de consumentenbestedingen voor import A gaat naar regio B, dit is toereikend door de daling van de wisselkoers
€A (10%) de overige 10% van de consumentenbestedingen voor import gaat naar de export organisatie(s) in regio A, hierdoor blijft de import in regio B constant
¤B wisselkoersdaling van ¤ met 10% zou 90% minder import B inhouden, echter samen met €A (10%) blijft import B op pijl

Samenwerking om wisselkoersfluctuaties te compenseren levert een win win situatie
Hierdoor verandert er niets voor de consumenten en de organisaties in zowel regio A als in regio B.
De economie is zodoende veel stabieler geworden: Export organisaties van regio A kunnen blijven exporteren. En schaarste in regio B door een dure import is uitgebleven.
Deze win win situatie wordt nu wat beter toegelicht.

De consumenten uit regio A die hun import producten niet goedkoper kunnen kopen zullen toch tevreden zijn met deze gang van zaken:
Er zijn geen banen verdwenen in de exporterende organisaties door drijgende afname van de export in regio A. Het totaal aantal werkplekken vermindert dus niet, zodat er geen economische consequenties zijn.
De consumenten zullen ook content zijn omdat zij anders door het gewenste evenwicht op de handelsbalans ook minder goederen vanuit regio B zouden kunnen betrekken.

De consumenten uit regio B zijn tevreden omdat zij dezelfde hoeveelheid producten tegen dezelfde prijs krijgen. Ook de organisaties uit regio B kunnnen dezelfde hoeveelheid producten impoteren tegen dezelfde prijs en komen hierdoor niet in de problemen.
Er blijven uitdagingen
Echter, een forse afname van de wisselkoers in regio B kan gepaard met geldontwaarding van die regio. Mogelijk voltrekt zich een economische crisis bij bedrijven en mensen in de vrije markt. Als de even­wichts­eco­nomie in regio B klein is kan zij meegetrokken worden in de crisis.
Het is dan aan de andere regio's in het regionetwerk om ondersteuning te bieden.

Een mogelijk nadeel van dit compenseren van fluctuaties in de wisselkoers zou kunnen zijn dat interne geldstromen variëren. Hierop moeten alle betrokken organisaties zijn ingericht, hetgeen natuurlijk niet altijd het geval hoeft te zijn.

Daarnaast blijven bij deze methode banken een rol spelen in de even­wichts­eco­nomie. Zij proberen begrijpelijkerwijze het maximale te halen uit de wisselkoersmarges.

2.4.2. Fluctuaties in wisselkoersen en wisselkoersmarges uitsluiten

Hoe kunnen wisselkoersschommelingen én valutamarges worden vermeden?

Aan de hand van figuur 7. en figuur 8. worden twee opties om financiële instellingen uit de vrije markt zo veel mogelijk te weren besproken.

Import export deels intern verrekenen
We gaan weer uit van evenwicht op de handelsbalansen, zoals toegelicht in figuur 5.
In onderstaande figuur 7. wordt geschetst hoe het betalingsverkeer tussen regio's voor de vorm in stand wordt gehouden doordat 10% van het aankoopbedrag wordt overgemaakt naar de export organisatie in de andere regio. Import van goederen en diensten wordt echter grotendeels verrekend met behulp van het lokale geldcircuit omdat 90% van het aankoopbedrag gaat naar de exporterende organisatie(s) in de eigen regio.
De exporterende organisaties ontvangen hierdoor toch nagenoeg de volledige verkoopprijs en kunnen blijven exporteren.
Nagenoeg volledig omdat over 10% van het bedrag nog wisselkoersmarges worden afgehouden.
Figuur 7. Verminderen van financiëel verkeer vrije markt

Voor de vorm wordt 10% van de prijs voor import betaald aan de regio waarvan geïmporteerd wordt. De overige 90% wordt intern verrekend.

Aanduiding Betekenis
€A (10%) 10% van de consumentenbestedingen voor import A gaat naar regio B
€A (90%) de overige 90% van de consumentenbestedingen voor import in regio A gaat naar de export organisatie(s) in regio A
¤B (10%), ¤B (90%) vergelijkbare betekenis als boven

Doordat er maar 10% van de productprijs geraakt kan worden door inflatie wordt blijft de import en export grotendeels intact. Een voordeel van deze constructie zou kunnen zijn dat de 10% van de prijs die direct betaald wordt de productprijs toch nog direct zichtbaar houdt.
Een nadeel is dat financiële markten hierdoor toch invloed blijven houden.
Import export geheel intern verrekenen
De financiële markten hebben geen invloed meer op de handel in onderstaande constructie.
Figuur 8. Financiëel verkeer vrije markt uitsluiten

Door de geldstromen volledig intern te laten verlopen wordt geen gebruik meer gemaakt van financiële instellingen en financiële markten.

Aanduiding Betekenis
€A (100%) 100% van de consumentenbestedingen voor import A gaat naar naar de export organisatie(s) in regio A
¤B (100%) vergelijkbare betekenis als boven

Ook in deze situatie kan er gesproken worden van evenwicht op de handelsbalans.
Evenwicht kan worden gedefinieerd als gelijke waarde van geïmporteerde en geëxporteerde goederen. De waarde van deze goederen zou nu uitgedrukt kunnen worden in een fictieve munteenheid die beide met elkaar handelende regio's hanteren.
Voordelen en nadelen van import export (deels) intern verrekenen
Omdat er (weinig tot) geen geld de landsgrenzen over gaat worden valutamarges en wisselkoersschommelingen (deels) vermeden. Zowel regio A als regio B krijgen dezelfde hoeveelheid goederen voor dezelfde prijs, ongeacht de ontwikkelingen in de valuta's van beide regio's in de vrije markt. Als nu een deel van de economie door een bovenstaande constructie niet geraakt kan worden blijft de economie als geheel beter overeind.

Bovenstaande manieren om export en import intern te verreken is ook geschikt voor regio's met landen die ieder verschillende valuta's hebben, met name ontwikkelingslanden. Als bij een land de wisselkoers daalt, kunnen alle landen erom heen in principe gewoon doorgaan met waar ze mee bezig zijn. Zij blijven in principe dezelfde producten tegen dezelfde prijs importeren en exporteren.

Nadeel van bovenstaande methoden is dat een land of regio de eigen import moeilijker kan beïnvloeden met de geldstroom. De andere regio moet dan de zaakjes intern goed voor elkaar hebben en de samenwerking moet goed kunnen verlopen.
En dat is bij ontwikkelingslanden niet altijd het geval. Het hanteren van een eigen munt is mogelijk een beter alternatief.

2.4.3. Een eigen munt

Bij de zojuist beschreven manieren om de invloed van de globaal opererende financiële instellingen te verminderen wordt gewerkt met de munten die beheert wordt door deze instellingen. Hierdoor blijft het altijd een uitdaging om de negatieve effecten op de regionale economie van deze winstgedreven instellingen buiten de even­wichts­eco­nomie te houden.

Op het moment dat de even­wichts­eco­nomie voldoende groot is in de betrokken regio's vindt de handel plaats in de munt (of munten) die beheerd wordt door de Monetaire Organisaties uit de betrokken regio's.

We gaan weer uit van de situatie in figuur 5.
Regio A en regio B hebben nu ieder een munt of een gemeenschappelijke munt beheert door de Monetaire Organisaties.

Voor de lokale handel is mogelijk al eerder een eigen munt geïntroduceerd.
Hier is het voornaamste argument dat deze munt niet direct beïnvloed wordt door de economische conjunctuur binnen de vrije markt. Met deze eigen munt is het eenvoudiger om de lokale economie door de lokale organisaties zelf vorm te geven. Met name het voortdurend lokaal geld laten circuleren om zo de lokale economie te stimuleren is beter mogelijk met een eigen munt.

3. Structuur van regionetwerk bevordert samenwerking

In deze paragraaf wordt nagegaan of de eerder beschreven regionetwerk-structuur zodanig is opgezet dat deze samenwerking binnen de even­wichts­eco­nomie optimaal bevordert.
De nadruk ligt in deze paragraaf op formele voor structuur samenwerking. In het volgende thema komt aan de orde waarom samenwerking vanzelfsprekend is voor de mensen persoonlijk.

Lokale orientatie en sterke economische banden bevorderen samenwerking
We beginnen met waarom deze regionetwerk-structuur aansluit op de manier waarop mensen denken.

Zij hebben minder interesse in zaken die buiten hun belevingswereld vallen.
Het regionetwerk maakt de belevingswereld van burgers overzichtelijk. En het is voor burgers aantrekkelijk om deel uit te maken van het regionetwerk:

Burgers betrekken hun producten en diensten voor het overgrote deel uit de nabij gelegen regio's van hun regionetwerk. Deze nabij regio's bevinden zich om de regio van de burger. De burger bindt zich dus fysiek in het midden van de regio's waar hij zijn producten vandaan haalt. Hiermee geeft het regionetwerk invulling aan de lokale oriëntatie van de burger.
Lokaal gerichte activiteiten bieden de burger nog meer de mogelijkheid om zich lokaal te oriënteren en betrokken te zijn.

Als onderdeel van hun groep hebben mensen minder vertrouwen in een andere groep waarmee zij zich niet kunnen identificeren en/of geen banden hebben. Dit zou kunnen spelen tussen niet nabije regio's.
Maar niet nabij gelegen regio's die samen in een regionetwerk zitten hebben veel gemeenschappelijke belangen. De gemeenschappelijke economische belangen zijn onder andere al aan bod gekomen in paragraaf 2.1. en 2.2. Gemeenschappelijke belangen die voortkomen uit menselijke contacten komen in het volgend thema aan bod. Deze betrokenheid stimuleert de samenwerking.
Verder hebben deze regio's elkaar echt nodig om producten of deelproducten te verkrijgen die lokaal niet voorhanden zijn. Hierdoor komt de deur open te staan voor langdurige samenwerking.

Ongeacht of regio's uit een regionetwerk naast elkaar liggen of verder weg. Samenwerking wordt sterk bevordert door gemeenschappelijke belangen en de samenwerkingsstructuren op lokaal en regionaal niveau. Zij zorgen voor verbinding tussen alle lagen van de bevolking en voor verbinding tussen samenlevingen die verder van elkaar verwijderd zijn.
Lokale productie en lokale klanditie zorgt voor samenwerking op organisatie niveau
In paragraaf 1.8. wordt uitgebreid toegelicht waarom regionetwerken sterk overeenkomen met de goed draaiende onderdelen van de vrijemarkt. Lokaal produceren, een lokale afzetmarkt, een goede relatie tussen producent en zijn lokale leveranciers, innoveren door lokaal intensief samen te werken zijn daarbij belangrijke thema's.
Goed beschouwd zijn deze lokale samenwerkingsverbanden in de vrijemarkt vrij opmerkelijk omdat de vrije markt individueel opereren zoveel mogelijk bevordert.

Als deze beperkte lokale samenwerkingsverbanden in de vrije markt, ondanks de tegenwerkende mechanismen, al nuttig zijn, dan is de lokale samenwerking in de even­wichts­eco­nomie zeker bevorderlijk voor de economie.
Structuur van organisaties bevordert samenwerking
Samenwerken wordt geleid door organisaties.
Met name de organisaties die direct betrokken zijn bij samenwerking zorgen ervoor dat dit proces in goede banen wordt geleid. De overige organisaties kennen een structuur die burgers activeert om te participeren in het vormgeven van de eigen economie.

Burgers kunnen door deze samenwerkingsstructeren hun economie zo vormgeven dat zij zelf een afweging kunnen maken tussen de gewenste producten en de werkzaamheden die zij daarvoor in ruil zouden willen verrichten. Zodoende kunnen burgers hun eigen leven optimaal vormgeven, in tegenstelling tot hun mogelijkheden in de vrijemarkteconimie.

Dit proces van samenwerken heeft dus direct nut voor de burger. Hij zal daarom geneigd zijn om hier zo veel mogelijk aan deel te nemen.
Wederzijdse afhankelijkheid bevordert samenwerking
Dat wederzijdse afhankelijkheid samenwerking bevordert wordt toegelicht aan de hand van een eerder beschreven voorbeeld:
10 Personen maken net voldoende producten om aan elkaars de behoeften te voldoen. Ieder heeft zijn eigen specialisaties. Omdat de groepsleden alleen goederen bij elkaar kunnen kopen is men op elkaar aangewezen. Hierdoor is het nadelig voor de hele groep als een of meerdere groepsleden in de problemen komen. Deze groepsleden produceren dan minder. En de anderen kunnen ook niet meer krijgen waaraan zij behoefte hebben. Men moet elkaar dus helpen.
Dat betekent dat men moet samenwerken. Als we de 10 personen door 10 regio's vervangen dan illustreert dit dat het voor regio's het beste is om samen te werken. De 10 personen hebben dezelfde afhankelijkheden als regio's in een regionetwerk. Het is dus voor regio's in een regionetwerk ook beter om samen te werken.

Omdat consumenten bij vaste organisaties klant zijn (deze organisaties werken wereldwijd samen om hun klanten het beste product te kunnen leveren) is het in principe niet zo dat consumenten kunnen uitwijken naar andere leveranciers als iets even net niet bevalt. Een regio kan alleen producten betrekken van dezelfde organisaties in de regio waarmee een samenwerkingsverband bestaat.
Deze afhankelijkheid zorgt ervoor dat men wil investeren in langdure, stabiele relaties. En als een product wat minder in de smaak valt bij de consument dan zorgt de samenwerking tussen de organisatie en haar consumenten ervoor dat beide partijen op een gelijkwaardige manier met elkaar in overleg treden.

Referenties

Een voorbeeld van landen die gemeenschappelijk zouden moeten opereren, maar dat niet kunnen omdat de verschillen te groot zijn.
Cradle to Cradle en Circulaire Economie
Global Value Chain Development Report (GVCD) in 2017, 2019 en 2020
Wikipedia over de Wereldbank
Uitleg Global Value Chains in Wikepedia
Uitleg Global Value Chains door de Wereldbank
Aandeel 'eenvoudige' producten of diensten
Aandeel complexe producten of diensten
De Amerikanen hebben een grote invloed op de Wereldbank
Toelichting pagina 77 GVCDR 2017
Toelichting pagina 110 en figuur 4.4. GVCDR 2017
Toelichting pag 31 en pag 32 GVCDR 2019 en pag 15 GVCDR 2017
Toelichting h 2 en h 4 GVCDR 2020
Fig 1.3. GVCDR 2019 laat zien hoe marginaal de afname is
Toelichting p 84 fig 3.19. GVCDR 2017
Toelichting pagina 74 GVCDR 2017
Toelichting pagina 74 GVCDR 2017
Toelichting pagina 110 GVCDR 2017
Toelichting hoodstuk 4 GVCDR 2020
Toelichting hoodstuk 4 GVCDR 2020
Toelichting pagina 4 en pagina 96 GVCDR 2019
Shenzhen Open Innovation Lab is een voorbeeld van innovatie door meerdere bedrijven
Toelichting pagina 141 en 142 GVCDR 2019
Toelichting pagina 6 en pagina 141 GVCDR 2019
Toelichting hoofdstuk 9 GVCDR 2020
Het streven naar eigen belang van landen blijft
Toelichting p 70 GVCDR 2017, hier spreekt men van functional upgading
'Functional upgading' is niet altijd positief. Lager opgeleiden profiteren niet
Toelichting hoofdstuk 4 GVCDR 2020
Toelichting hoofdstuk 8 GVCDR 2020
Toelichting hoofdstuk 5 GVCDR 2020
Duitse auto industrie hapert en dat is ook in Nederland te merken
Duitse auto industrie hapert en dat is ook in Nederland te merken
Toelichting p 77 GVCDR 2017
Toelichting p 80 GVCDR 2017
Toelichting p 74 GVCDR 2017
Toelichting p 80 en 90 GVCDR 2017
Toelichting p 81 GVCDR 2017
Toelichting p 90 GVCDR 2017
Toelichting p 134 GVCDR 2017
Toelichting p 176 GVCDR 2017
Toelichting p 178 GVCDR 2017
Toelichting p 182 GVCDR 2017
Toelichting p 184 GVCDR 2017
Toelichting p 108 GVCDR 2017
The real price of cheap medicine, tv reportage
Uitleg handelsbalans, Wikipedia
De handelsbalans is onderdeel van de betalingsbalans van een land
Samenhang van veranderingen in wisselkoers en een economische crisis in een aantal landen
Scriptie Wisselkoerssystemen en macro-economische variabelen, is er een relatie?
Meerdere artikelen over valutaschandalen periode 2013-2015
Globaal denken is uit, lokaal staat voorop
[1] Een voorbeeld van welke problemen er kunnen optreden als binnen een regio -in dit voorbeeld WestEuropa- veel verschillen zijn. Hierdoor kunnen zij intern niet als een geheel optreden, maar ook naar buiten toe is dat moeilijker.
Geen moralistische, maar realistische blik op eurocrisis nodig, De Dagelijkse Standaard, 2017.
[2] De evenwichts­economie ligt uiteraard de nadruk op lokaal hergebruik. Daarbij kan inspiratie worden opgedaan bij bewegingen als
Cradle to Cradle
Circulaire Economie
Hoe men hergebruik lokaal wil vormgeven wordt deels lokaal bepaald. In grotere samenwerkingsverbanden worden globale doelen vastgelegd.
[3] Geraadpleegde 'Global Value Chain Development Report' (GVCD) rapportages van de Wereldbank

Global Value Chain Development Report 2017
Pdf versie
Online versie
Global Value Chain Development Report 2019
Pdf versie
Online versie
Global Value Chain Development Report 2020
Pdf versie
[4] Wikipedia over de Wereldbank
[5] Uitleg Global Value Chains in Wikepedia
[6] Uitleg over GVCs in Part II: Global Value Chains: What are they?
Global Value Chain Development Report 2020
[7] Aandeel 'eenvoudige' producten of diensten in het geheel:
Zie pagina 12 figuur 1.2. Deze zijn aangeduid met Domestic, Traditional GVC, Simple GVC
Global Value Chain Development Report 2019
[8] Aandeel 'complexe' producten of diensten in het geheel:
Zie pagina 12 figuur 1.2. Deze zijn aangeduid met Complex GVC
Global Value Chain Development Report 2019
[9] De mensen die werken bij de Wereldbank hebben een types Amerkaanse kijk (Angelsaksisch) op de economie. Zij hebben zich de Amerikaanse denkbeelden eigen gemaakt door hun decenia lange verblijf in de VS.
'Lastig om tanker van koers te laten wijzigen', Trouw 2003
[10] Toelichting pagina 77 GVCDR 2017
Global Value Chain Development Report 2017
[11] Toelichting pagina 110 en figuur 4.4. GVCDR 2017
Global Value Chain Development Report 2017
[12] Toelichting figuur 1.19 pagina 31 en paragraaf 3.2. pagina 32 GVCD Report 2019
Global Value Chain Development Report 2019
Toelichting pagina 15 GVCDR 2017
Global Value Chain Development Report 2017
[13] Samsung wil met de lokale productie van zijn Smartphones een sterkere lokale basis vormen,
toelichting hoofdstuk 2 GVCDR 2020
en toelichting hoofdstuk 4 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2020
[14] Toelichting pagina 9 figuur 1.3. GVCDR 2019. De figuur toont hoe marginaal de afname van de regionale oriëntatie is.
Global Value Chain Development Report 2020
[15] Toelichting pagina 84 figuur 3.19. GVCDR 2017
Global Value Chain Development Report 2017
[16] Toelichting pagina 74 GVCDR 2017
Global Value Chain Development Report 2017
[17] Toelichting pagina 74 GVCDR 2017
Global Value Chain Development Report 2017
[18] Toelichting pagina 110 GVCDR 2017
Global Value Chain Development Report 2017
[19] Toelichting hoodstuk 4 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2020
[20] Toelichting pagina 103 GVCDR 2019
Global Value Chain Development Report 2019
[21] Toelichting pagina 4 en pagina 96 GVCDR 2019
Global Value Chain Development Report 2019
[22] Een voorbeeld van open innovatie door meerdere bedrijven is het Shenzhen Open Innovation Lab. Hierin werken minder technologies onderlegde productie bedrijfjes noodgedwongen samen om innovaties door te voeren
Shenzhen Open Innovation Lab
[23] Toelichting n pagina 141 en 142 GVCDR 2019
Global Value Chain Development Report 2019
[24] Toelichting pagina 6 (over fragmentatie) en pagina 141 GVCDR 2019
Global Value Chain Development Report 2019
[25] Toelichting hoofdstuk 9 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2020
[26] Het streven naar eigen belang van landen blijft
Wikipedia over de 'America First' politiek
Overleeft de EU de wereldorde van het eigenbelang?, Volkskrant, 2017
Eigenbelang mondiale problemen en nationale actie, wetenschappelijk bureau groenlinks, 2005
[27] Toelichting pagina 70 GVCDR 2017,
Activiteiten gaan starten in een GVC die meer opleveren heet 'functional upgading'.
Global Value Chain Development Report 2017
[28] Van 'Functional upgading' mag geconcludeerd worden dat het zeker voordelen kan hebben, maar een deel van de bevolking profiteert daar niet van:
'Functional upgading' is niet altijd positief. Het veroorzaakt geen toename van het aantal banen en een groter verschil tussen arm en rijk
Do global value chains create jobs?
'Functional upgading' levert een wisselende resultaten. Echter het veroorzaakt een afname van aantal banen bij lager geschoolde werknemers
Toelichting p 2, figuur 1 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2019
[29] Toelichting hoofdstuk 4 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2020
[30] Toelichting hoofdstuk 8 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2020
[31] Toelichting hoofdstuk 5 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2020
[32] De Duitse auto industrie hapert en dat is ook in Nederland te merken, NOS, 2019
[33] Toelichting hoofdstuk 7 GVCDR 2020
Global Value Chain Development Report 2020
Van Uber tot Deliveroo: platformeconomie biedt gemak, maar wie betaalt de rekening?, NOS, 2017
Wat is de impact van platformwerk?
[34] Toelichting pagina 77 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[35] Toelichting pagina 80 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[36] Toelichting pagina 74 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[37] Toelichting pagina 80 en 90 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[38] Toelichting pagina 81 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[39] Toelichting pagina 90 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[40] Toelichting pagina 134 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[41] Toelichting pagina 176 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[42] Toelichting pagina 178 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[43] Toelichting pagina 182 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[44] Toelichting pagina 184 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[45] Toelichting pagina 108 GVCDR 2017,
Global Value Chain Development Report 2017
[46] The real price of cheap medicine, tv reportage Zembla, 2018
Big Pharma's pollution is creating deadly superbugs while the world looks the other way, Bureau of Investigative Journalism, 2017
Zembla wint zaak tegen farmagigant
[47] Uitleg handelsbalans, Wikipedia
[48] De handelsbalans is onderdeel van de betalingsbalans van een land.
Wikipedia, betalingsbalans
Noot: In de evenwichts­economie is de handelsbalans het voornaamste onderdeel van de betalingsbalans.
De evenwichts­economie maakt weinig gebruik van de kapitaal en financiële rekening -ook onderdeel van de betalingsbalans- omdat het geen globale financiële markten heeft: Er zijn in principe geen investeringen buiten de lokale regio. Er zijn geen beleggingen. Grond en vastgoed worden lokaal aangekocht en verkocht. Of zij zijn in het bezit van de lokale gemeenschap, afhankelijk van de keuze van de gemeenschap.
[49] Surinamers halen massaal de broeksriem aan
Nigeria laat wisselkoers toch weer over aan de markt
Zorgen over de economie in Indonesië
Is er een optimaal wisselkoersregime voor ontwikkelingslanden?
[50] Scriptie Erasmus Universiteit Rotterdam, 2016
Wisselkoerssystemen en macro-economische variabelen, is er een relatie?
[51] Meerdere artikelen over valutaschandalen in de periode 2013-2015, Follow the money, periode 2013-2015
[52] Globaal denken is uit, lokaal staat voorop, Trouw 2011